Onderhoud
-
Vervang alle versleten of beschadigde onderdelen met originele Toro onderdelen.
-
Controleer regelmatig of alle lichten werken.
-
Zorg ervoor dat de koplampen juist zijn afgesteld.
-
Maak de lichten dagelijks schoon.
Schema


Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, laat de maai-eenheid zakken, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje.
Koppel de accu los; raadpleeg het onderdeel onderhoud elektrisch systeem van uw Gebruikershandleiding.
Een boor gebruiken zonder oogbescherming kan ertoe leiden dat vuil in het oog belandt, wat persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Draag altijd oogbescherming wanneer u boort.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Achterlicht | 2 |
Plaat voor achterlichten | 1 |
Stelschroef (M5 x 30 mm) | 4 |
Ring (3/16") | 4 |
Borgmoer (M5) | 4 |
Kentekenplaatverlichting | 1 |
Schroef | 2 |
Ring | 2 |
Moer | 2 |
Zeskantbout (M5 x 14 mm) | 5 |
Ring | 5 |
Ring | 7 |
Moer | 7 |
Reflector van de hopper | 2 |
Monteer de 2 achterlichten aan de plaat voor de achterlichten met 4 stelschroeven (M5 x 30 mm), 4 ringen (3/16") en 4 borgmoeren (M5), zie Figuur 1.
Monteer de kentekenplaatverlichting aan de plaat voor de achterlichten met 2 schroeven, 2 ringen en 2 moeren.
Leid de connector van de kentekenplaatverlichting achter de plaat voor de achterlichten.
Gebruik de plaat voor de achterlichten als een sjabloon en markeer en boor gaten van 5 mm in de achterste deur van de hopper (Figuur 2).
Monteer losjes de plaat voor de achterlichten aan de deur van de hopper met 5 zeskantbouten (M5 x 14 mm), 5 ringen en 5 moeren (Figuur 3).
Verwijs naar Figuur 4, meet en markeer de plaats voor het boren van de gaten voor de reflector van de hopper.
Boor een gat (5 mm) op elke plaats (Figuur 4).
Monteer de reflectors aan de hopper deur met 2 ringen en 2 moeren (Figuur 5).
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Spiegel | 2 |
Arm van linkerlicht | 1 |
Arm van rechterlicht | 1 |
Linkerlicht | 1 |
Rechterlicht | 1 |
Claxon | 1 |
Moer | 3 |
Schroef | 33 |
Ring (M8) | 33 |
Schroef | 2 |
Ring | 2 |
Note: Zorg ervoor dat u de afstandsstukken voor de verlichtingsset van de machine heeft of bestel de afstandsstukken (onderdeelnr. 134-8015).
Monteer de arm van het linkerlicht aan het machineplatform met 2 schroeven, 2 ringen (M8) en 2 moeren (Figuur 6).
Monteer de claxon aan de arm van het linkerlicht met een schroef, ring (M8) en moer (Figuur 6).
Monteer het linkerlicht met de aanduiding 'LH’ aan de arm van het linkerlicht met de schroef, ring en moer die werden meegeleverd met het licht.
Monteer de spiegel aan de arm van het linkerlicht met 2 schroeven en 2 ringen (Figuur 6).
Monteer de arm van het rechterlicht aan het machineplatform met 2 schroeven, 2 ringen (M8) en 2 moeren (Figuur 6).
Monteer het rechterlicht met de aanduiding 'RH’ aan de arm van het rechterlicht met de schroef, ring en moer die werden meegeleverd met de lamp.
Monteer de spiegel aan de arm van het rechterlicht met 2 schroeven en 2 ringen (Figuur 6).
Note: Zorg ervoor dat beide koplampen recht vooruit wijzen.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Kap van bediening | 1 |
Consoleplaat | 1 |
Klem | 1 |
Inbusschroef | 2 |
Relais | 1 |
Consoleklem | 1 |
Sluitring | 1 |
Moer | 1 |
Multifunctionele schakelaar | 1 |
Schakelaar voor het grootlicht en het dimlicht | 1 |
Pakking | 1 |
Schakelaar voor gevarenverlichting | 2 |
Schroef | 8 |
Slotbout (M6 x 45 mm) | 4 |
Clip (¼-20) | 1 |
Cilinderkopschroef (M4 x 12 mm) | 33 |
Steun voor schakelaar | 1 |
Moer | 6 |
Sluitring | 4 |
Moer | 6 |
Klem | 1 |
Sluitring | 4 |
Zeskantbout | 2 |
Plastic popnagel | 2 |
Monteer de 6 clips aan de steun voor de schakelaar (Figuur 7).
Monteer de multifunctionele schakelaar aan de steun voor de schakelaar met 3 cilinderkopschroeven (M4 x 12 mm) (Figuur 7).
Monteer de steun voor de schakelaar aan de consoleplaat met 2 schroeven en 2 moeren.
Druk op de schakelaar voor de gevarenverlichting in de consoleplaat.
Monteer de pakking op de schakelaar voor het grootlicht/dimlicht en druk de schakelaar in de consoleplaat.
Monteer de relais aan de consoleklem met een schroef, ring en moer.
Monteer de klem aan de consoleklem met een schroef, 2 ringen en een moer.
Monteer de klem aan de consoleklem met een schroef, 2 ringen en een moer(Figuur 7).
Monteer de consoleplaat losjes rond de stuurkolom met de consoleklem, 2 plastic popnagels, 4 slotbouten (M6 x 45 mm), 4 ringen en 4 moeren (Figuur 7).
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Kabelboom | 1 |
Kabelbinders | 30 |
Raadpleeg de volgende afbeeldingen en instructies om de kabelboom te leiden.
Sluit de netadapter aan op de kabelboom van de PLH600 machine onder de zekeringkast (Figuur 8).
Voer de kabels van het linker en rechter voorlicht en de consolekabels van de kabelboom van de verlichtingsset voor de openbare weg door de klem (Figuur 9).
Sluit de kabelboom van de verlichtingsset voor de openbare weg aan op de connector van het linker en rechter voorlicht. Bevestig de kabels met kabelbinders aan de beugel van het voetpaneel (Figuur 10 en Figuur 11).
Voer de consolekabel van de kabelboom van de verlichtingsset voor de openbare weg door het platform en de achterkant naar de stuurkolom (Figuur 12).
Sluit de connector met 12 draden aan op de consolekabel (volgens het elektrische schema) en sluit deze aan op de console (Figuur 13).
Sluit de connector met 2 draden van de kabelboom van de verlichtingsset voor de openbare weg aan op de machinekabelboom (Figuur 14).
Voer de solenoïdekabel onder de gasklep en bevestig hem aan de beugel met een schroef, ring en moer (Figuur 15).
Sluit aan op de zekeringkast door de plastic kap te verwijderen en voer de kabels toe vanaf de onderkant van de beugel. Bevestig de plastic kap aan de zekeringkast en bevestig hem aan de beugel met de 2 aanwezige schroeven (Figuur 17).
Gebruik 2 kabelbinders om het voorste gedeelte van de kabelboom te bevestigen (Figuur 18).
Verwijder de afdekplaat van de motor en leid de kabelboom voor de achterlichten onder de stoel. Bevestig de kabels aan het chassismembraan met 4 kabelbinders zoals getoond in Figuur 19.
Sluit de connector met 5 draden (volgens het schema) aan op de kabelboom van het achterlicht (Figuur 20).
Leid de kabelboom van het achterlicht door het achterframe en het hopperframe. Gebruik 9 kabelbinders om de kabelboom te bevestigen zoals wordt getoond in Figuur 21 en Figuur 22.
Boor een gat van 21 mm vanaf de onderkant van de hopper en voer de kabelboom door de moer van de kabelfitting. Bevestig de kabelfitting met de moer van de kabelfitting (Figuur 23).
Bevestig de kabelboom van het achterlicht aan de kabelboom van de PLH600 machine met een kabelbinder en leid de kabelboom door de 2 klemmen op de voorkant van de hopper.
Verwijder het scherm van de hopper van de machine (Figuur 25).
Verwijder de 4 moeren, 8 ringen en 4 schroeven waarmee de ketting aan het plastic paneel van de grasvanger wordt bevestigd (Figuur 26).
Maak de 3 schroeven, 3 ringen en 3 moeren los om het draagrooster te verwijderen (Figuur 27).
Verwijder de 2 moeren, 4 ringen en 2 schroeven van de rechter schuif van het verwijderbare rooster (Figuur 28).
Verwijder de 2 moeren, 3 ringen, 1 ring (M8) en 2 schroeven van de rechter schuif van het verwijderbare rooster (Figuur 29).
Leid de kabelboom er doorheen en laat hem langs de rechter schuif van het verwijderbare rooster lopen, en bevestig hem met 2 kabelbinders op de hieronder aangegeven plaatsen:
Monteer het hopperrooster en leid de kabelboom door de twee klemmen op het hopperframe en het hopperdeurframe (Figuur 31 en Figuur 32).
Sluit de kabel van de achterlichten aan op de kabelboom en bevestig hem met een kabelbinder aan het hopperdeurrooster.
Raadpleeg de volgende afbeeldingen en instructies om de kabelboom van de bediening te leiden.
Schakel de gevarenverlichting op het bedieningspaneel in en controleer of alle 4 lichten knipperen.
Schakel de lichtschakelaar op de lichtbedieningshendel in door de tuimelknop naar voren te draaien om de verlichting voor de openbare weg in te schakelen. Draai de tuimelknop nog een keer naar voren om de dimlichten voor in te schakelen. Controleer of beide lichten branden.
Controleer of beide richtingaanwijzers werken. Verzeker dat de juiste richtingaanwijzer werkt als deze met de schakelaar op de rijhendel wordt gekozen.
Controleer de claxon door de buitenkant van de hendel naar binnen te drukken.
Draai het contactsleuteltje op uit. Als iets niet werkt, controleer dan de aansluitingen van het element dat niet werkt en de betreffende schakelaar. Verzeker dat alle massa- en accu-aansluitingen correct zijn.
Koppel de accu aan; raadpleeg het onderdeel onderhoud elektrisch systeem van uw Gebruikershandleiding.
De bedieningsorganen van de lichten op het bedieningspaneel zijn aangeduid met de hieronder getoonde symbolen:
Om de dimlichten te doen branden, laat u de motor lopen en draait u de lichtschakelaar linksom op het bedieningspaneel.
Om de grootlichten te doen branden, laat u de motor lopen en draait u de lichtschakelaar twee keer linksom op het bedieningspaneel.
Om de verlichting uit te schakelen, draait u de lichtschakelaar een of twee keer rechtsom op het bedieningspaneel.
Druk op de bovenkant van de schakelaar voor de gevarenverlichting om alle richtingaanwijzers tegelijk te laten knipperen.
Note: Hiervoor hoeft de contactschakelaar niet op LOPEN te staan.
Om het zwaailicht in te schakelen, drukt u op de bovenkant van de zwaailichtschakelaar.
Vervang alle versleten of beschadigde onderdelen met originele Toro onderdelen.
Controleer regelmatig of alle lichten werken.
Zorg ervoor dat de koplampen juist zijn afgesteld.
Maak de lichten dagelijks schoon.
Schema