Inleiding

Deze machine is een loopmaaier met messenkooi bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders in commerciële toepassingen. De machine is voornamelijk ontworpen voor het maaien van gras op goed onderhouden gazons. Dit product gebruiken voor andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor u of voor omstanders.

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Ga naar www.Toro.com voor documentatie over productveiligheid en bedieningsinstructies, informatie over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren.

Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

Important: U kunt met uw mobiel apparaat de QR-code (indien aanwezig) op het plaatje met het serienummer scannen om toegang te krijgen tot de garantie, onderdelen en andere productinformatie.

g271512

Deze handleiding wijst u op mogelijke gevaren en bevat veiligheidswaarschuwingen die u kunt herkennen aan het waarschuwingspictogram (Figuur 2), dat wijst op een gevaar dat ernstig letsel of de dood kan veroorzaken indien u nalaat de voorgeschreven maatregelen te treffen.

g000502

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.

Waarschuwing

CALIFORNIË

Proposition 65 Waarschuwing

Het netsnoer van dit product bevat lood, een stof waarvan bekend is dat deze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kan veroorzaken. Was altijd uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest.

Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. Was altijd uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest.

Gebruik van dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en andere schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.

Veiligheid

Deze machine werd ontworpen in overeenstemming met B71.4-2012 van het ANSI (American National Standards Institute), IEC 60335-1:2012 en IEC 60335-2-29:2016 en voldoet aan deze normen wanneer u de instellingsinstructies heeft voltooid.

Algemene veiligheid

Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen.

  • Lees deze Gebruikershandleiding en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de machine start.

  • Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders kunt u verwondingen oplopen of kan eigendom worden beschadigd.

  • Houd handen en voeten uit de buurt van de bewegende onderdelen van de machine.

  • Gebruik de machine niet als er schermen of andere beveiligingsmiddelen ontbreken of als deze niet naar behoren werken.

  • Houd omstanders en kinderen uit de buurt van het werkgebied. Hou omstanders en kinderen uit de buurt van het werkgebied. Laat kinderen nooit de machine bedienen.

  • Zet de machine uit, verwijder het contactsleuteltje (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht.

Onjuist gebruik of onderhoud van deze machine kan letsel tot gevolg hebben. Om het risico op letsel te verkleinen, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool Graphic te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van deze instructies kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers.

decal120-9570
decal133-8061
decal137-9712
decal138-1644
decal138-1589
decal138-5533
decal138-5534
decal139-5178
decal138-5532
decal139-5613
decal139-5614

Montage

Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Het maaidek aanpassen en monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Maai-eenheid (afzonderlijk bestellen; neem contact op met uw erkende Toro verdeler)1
Koppeling1
Aandrijfas messenkooi1
Inbusschroef4

De messenkooiaandrijving demonteren

Voer de volgende stappen uit om de bestaande aandrijfas van de messenkooi op uw maai-eenheid te verwijderen:

  1. Verwijder het bevestigingsmateriaal waarmee de aandrijving van de messenkooi aan de zijplaat is bevestigd (Figuur 3).

    g333187
  2. Haal de messenkooiaandrijving, platte sluitringen, veerringen en afstandstukken van de zijplaat af (Figuur 3).

  3. Verwijder de kap van de riem om bij de riem te kunnen komen (Figuur 4).

    g341864
  4. Maak de bout van de arm van de spanpoelie los en draai de arm van de spanpoelie (Figuur 4) om spanning van de riem te nemen.

  5. Verwijder de riem (getoond in Figuur 4).

  6. Verwijder de moer, poelie en spie (Figuur 5).

    g343494
  7. Verwijder de bestaande aandrijfas van de messenkooi (Figuur 5).

De aandrijfas van de messenkooi monteren

  1. De nieuwe aandrijfas van de messenkooi monteren (meegeleverd in de zak met losse onderdelen).

    Zorg ervoor dat u de afdichting niet beschadigt.

    g343495
  2. Plaats de spie in de spiesleuf van de aandrijfas (Figuur 6).

  3. Monteer de poelie(Figuur 6).

  4. Gebruik de moer om de nieuwe aandrijfas van de messenkooi te bevestigen aan de eenheid (Figuur 6).

  5. Draai de moer vast met een torsie van 37 tot 45 N·m.

  6. Monteer de riem en span de riem door de inbusbout van de arm van de spanpoelie aan te draaien met 6 tot 7 N·m (zie afbeelding Figuur 4).

  7. Maak de bout van de arm van de spanpoelie vast en gebruik de eerder verwijderde inbusschroeven om de drijfriemkap te monteren.

Het maaidek aanpassen en monteren

  1. Gebruik 4 inbusschroeven om het maaidek op de machine te monteren (Figuur 7).

    g343380
  2. Bepaal de juiste maaihoogte-instelling en stel de tractietrommel in op deze instelling; zie De stand van de tractie-trommel aanpassen.

  3. Stel het maaidek in op de door u gewenste instellingen; raadpleeg de Gebruikershandleiding van het maaidek.

  4. Monteer de koppeling aan de aandrijfas van de transmissie (Figuur 8).

    g333165
  5. Gebruik het eerder verwijderde bevestigingsmateriaal om de aandrijving van de messenkooi op het maaidek te monteren (Figuur 8)

  6. Zorg ervoor dat de koppeling (Figuur 8) gemakkelijk heen en weer kan bewegen op de aandrijfas van de transmissie.

De transportwielen monteren

Optioneel

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Transportwielenset (afzonderlijk bestellen; neem contact op met uw erkende Toro verdeler)1

Om de transportwielen te monteren, moet u eerst de transportwielenset aanschaffen (model 04123). Neem contact op met uw erkende Toro verdeler om deze set aan te schaffen.

  1. Monteer de transportwielen; zie De transportwielen monteren

  2. Zorg ervoor dat de bandenspanning 83 tot 103 kPa (12 tot 15 psi) bedraagt.

De grasmand monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Grasmand1

Pak de grasmand vast bij de bovenste lip en schuif deze op de bevestigingsstangen van de mand (Figuur 9).

g343519

De acculader op een muur monteren

Optioneel

U kunt de lader aan een muur hangen met de gaten voor muurbevestiging achteraan de eenheid. Gebruik schroeven met een schachtdiameter van 6 mm en een kopdiameter van 11 mm.

Important: Zoek in uw werkgebied de beste locatie voor een veilig en doeltreffend gebruik van de lader.

Algemeen overzicht van de machine

g341514
g308000

Koppelingsstang

Gebruik de koppelingsstang (Figuur 11) om de tractieaandrijving in- of uit te schakelen.

  • De tractieaandrijving inschakelen: trek de stang omhoog en houd deze tegen de handgreep.

    De tractiesnelheid hangt af van hoe ver u de stang omhoog trekt. Als u de stang tot aan de handgreep trekt, rijdt de machine met de maximaal ingestelde snelheid; als u de stang een beetje omhoog trekt, rijdt de machine langzamer.

  • De tractieaandrijving uitschakelen: Laat de stang los.

Snelheidsregeling

Gebruik de snelheidsregeling (Figuur 11) om de snelheid van de machine aan te passen.

  • Snelheid van de machine verhogen: Draai de hendel omlaag.

  • Snelheid van de machine verlagen: Draai de hendel omhoog.

Contactschakelaar

Met de contactschakelaar (Figuur 11) kunt u de machine starten of uitschakelen.

  • De machine starten: Draai het sleuteltje naar de stand AAN.

  • De machine uitschakelen: Draai het sleuteltje naar de stand UIT.

Hendel van bedrijfsrem

De bedrijfsrem gebruiken (Figuur 11) om de machine langzamer te laten rijden of te stoppen. Trek de hendel naar de handgreep om de bedrijfsrem in werking te stellen.

Parkeerremvergrendeling

Gebruik de parkeerremvergrendeling (Figuur 11) om de parkeerrem in werking te stellen als u weg bent bij de machine.

  • De parkeerrem in werking stellen: Stel de hendel van de bedrijfsrem in werking, hou deze vast en draai de parkeerremvergrendeling naar u toe.

  • De parkeerrem uitschakelen: Trek de hendel van de parkeerrem naar de handgreep toe.

Aandrijfhendel maaidek

Gebruik de aandrijfhendel van het maaidek (Figuur 11) om het maaidek in- en uit te schakelen.

  • Het maaidek inschakelen: Zet de koppelingsstang in de neutraalstand (uitgeschakeld) en zet de hendel omlaag.

  • Het maaidek uitschakelen: Zet de hendel omhoog.

Urenteller

De urenteller (Figuur 11) registreert het aantal uren dat de contactschakelaar in de stand AAN heeft gestaan. Raadpleeg de meter om regelmatig onderhoudswerkzaamheden in te plannen.

InfoCenter lcd-scherm

Het InfoCenter lcd-scherm toont informatie over uw machine en het accupack, zoals de huidige accuspanning, snelheid, diagnostische informatie, enz. (Figuur 11).

Raadpleeg Het InfoCenter lcd-scherm gebruiken voor meer informatie.

Handgreep van hefmechanisme

Gebruik de handgreep van het hefmechanisme (Figuur 11) om te helpen bij het aanpassen van de hoogte van de handgreep of om de kickstandaard omhoog of omlaag te brengen.

Hoogteverstelling handgreep

Gebruik de hoogteverstelling van de handgreep (Figuur 12) om de hoogte van de handgreep in een comfortabele bedieningsstand te zetten. Trek de hoogteverstelling omhoog en gebruik de handgreep van het hefmechanisme om de handgreep hoger of lager te zetten.

g271081

Kickstandaard

De kickstandaard (Figuur 13) is aan de achterkant van de machine gemonteerd. Gebruik de kickstandaard bij het (de)monteren van de transportwielen of het maaidek.

  • Stand voor ONDERHOUD AAN TRANSPORTWIELEN:

    Om de kickstandaard te gebruiken voor het monteren van de transportwielen, zet u uw voet op de kickstandaard terwijl u de handgreep van hefmechanisme omhoog en naar achteren trekt (Figuur 13).

    Voorzichtig

    De machine is zwaar; u kunt uw rug bezeren als u op een onjuiste manier tilt.

    Zet uw gewicht op de kickstandaard en gebruik alleen de handgreep van hefmechanisme om de machine op te tillen. Als u de machine op een andere manier op de kickstandaard probeert te tillen, kan dat letsel veroorzaken.

  • Stand voor MAAIDEKONDERHOUD:

    Om te voorkomen dat de machine achterover kantelt bij het verwijderen van het maaidek, brengt u de kickstandaard omlaag en drukt u de borgpen in zodat de kickstandaard in de stand blijft die wordt getoond in Figuur 14.

  • De kickstandaard terugtrekken in de OPSLAGSTAND:

    1. Houd uw voet op de kickstandaard terwijl u de tractietrommel tot op de grond laat zakken.

    2. Haal uw voet van de kickstandaard en laat de kickstandaard terugtrekken in de OPSLAGSTAND.

g343381
g341757
Model 04831
Breedte91 cm
Leeggewicht*80,5 kg (177 lb)
Maaibreedte53 cm
MaaihoogteAfhankelijk van de stand van de tractietrommel [zie De stand van de tractie-trommel aanpassen] en gebruik van de set voor hoge maaistand.
SluitingAfhankelijk van het toerental van de messenkooi en de stand van de aandrijfpoelie van de messenkooi, zie De maaisnelheid afstellen.
Maaisnelheid3,2 km/u tot 5,6 km/u
Transportsnelheid8,5 km/uur
*Alleen tractie-eenheid. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van het maaidek voor het gewicht van elk maaidek.

Elektrische specificaties

Spanning48 V
StroomDC (Graphic)
Ampère-uren25,6 Ah
IP-waardeIP65

Werktuigen/accessoires

Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of een erkende Toro distributeur, of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires.

Om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat de machine altijd veilig kan worden gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele Toro onderdelen en accessoires gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn. Dit kan ertoe leiden dat de garantie op het product komt te vervallen.

Gebruiksaanwijzing

Note: Bepaal de linker- en rechterzijde van de machine vanuit de normale bedieningspositie.

Voor gebruik

Veiligheidsinstructies voorafgaand aan het werk

Algemene veiligheid

  • Laat kinderen of personen die geen instructie hebben ontvangen, de machine nooit gebruiken of onderhoudswerkzaamheden daaraan verrichten. Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene die met de machine werkt. Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene die met de machine werkt. De eigenaar is verantwoordelijk voor de instructie van alle bestuurders en technici.

  • Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.

  • Zet de machine uit, verwijder het contactsleuteltje (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht.

  • Zorg ervoor dat u weet hoe u de machine snel kunt stoppen.

  • Controleer de aanwezigheid en goede werking van de dodemansinrichtingen, veiligheidsschakelaars en beveiligingsmiddelen. Gebruik de machine uitsluitend als deze naar behoren werkt.

  • Inspecteer het terrein waarop u de machine gaat gebruiken en verwijder voorwerpen die de machine kan uitwerpen.

Dagelijks onderhoud uitvoeren

Voer het dagelijkse onderhoud uit, zie Controlelijst voor dagelijks onderhoud.

De maaisnelheid afstellen

De maaisnelheid wordt bepaald door de volgende machine-instellingen:

  • Toerental messenkooi: U kunt het toerental van de messenkooi verhogen of verlagen; raadpleeg Het messenkooitoerental afstellen.

  • Stand van de aandrijfpoelie van de messenkooi: u kunt de aandrijfpoelie van de messenkooi in 2 standen zetten; raadpleeg de Gebruikershandleiding van het maaidek.

Raadpleeg onderstaande tabel om het toerental van de messenkooi en de stand van de aandrijfpoelie van de messenkooi te bepalen voor de juiste instelling:

Maaisnelheid

Toerental messenkooiRiemstandMaai-eenheid
8 messen11 messen14 messen
LaagLaag7,3 mm5,3 mm4,2 mm
LaagHoog8,7 mm4,4 mm3,5 mm
HoogLaag5,9 mm4,3 mm3,4 mm
HoogHoog5,0 mm3,6 mm2,8 mm

Het messenkooitoerental afstellen

Gebruik de knop voor de toerentalregeling van de messenkooien (Figuur 15) om het toerental van de messenkooi in te stellen.

  • Hoog toerental: Draai de knop zo, dat de letter 'H' op de knop naar de voorkant van de machine wijst.

  • Laag toerental: Draai de knop zo, dat de letter 'L' op de knop naar de voorkant van de machine wijst.

g341648

De stand van de tractie-trommel aanpassen

De tractietrommel kan in 2 standen worden gezet:

  • LAGE stand: gebruik deze stand voor het maaien op een lagere maaihoogte (bijv. het maaien van een green op een golfbaan).

  • HOGE stand: gebruik deze stand voor het maaien op een hogere maaihoogte (bijv. het maaien van een tee box op een golfbaan).

  1. Zet de kickstandaard op de ONDERHOUDSSTAND VAN DE MAAI-EENHEID; zie Kickstandaard.

  2. Verwijder de borstbouten (Figuur 16) aan elke kant van de machine waarmee de behuizing van de trommelaandrijving aan het chassis is bevestigd.

    g277026
  3. Lijn de openingen in het chassis uit met de openingen in de behuizing van de aandrijving.

  4. Gebruik de eerder verwijderde borstbouten om het behuizing van de aandrijving aan het chassis te bevestigen (Figuur 16).

  5. Zet de kickstandaard in de OPSLAGSTAND; zie Kickstandaard.

Hoogte van handgreep instellen

Gebruik de hoogteverstelling van de handgreep om de hoogte van de handgreep in een comfortabele bedieningsstand te zetten; raadpleeg Hoogteverstelling handgreep.

De machine transporteren naar het werk

De machine transporteren met de transportwielen

Gebruik de transportwielen om de machine over kortere afstanden te transporteren.

  1. Monteer de transportwielen; zie De transportwielen monteren

  2. Controleer of de tractiehendel en messenkooi-hendel in de NEUTRAALSTAND staan.

  3. Start de machine; zie De machine starten.

  4. Zet de snelheidsregelaar op LANGZAAM, kantel de voorzijde van de machine voorzichtig omhoog, schakel de tractieaandrijving geleidelijk aan in en verhoog langzaam de snelheid.

  5. Stel de snelheidsregelaar zodanig af dat de maaimachine met de gewenste snelheid kan worden gebruikt, en rij de machine naar de plaats van bestemming.

De machine transporteren op een aanhanger

Gebruik een aanhanger om de machine over langere afstanden te transporteren. Wees voorzichtig bij het laden van de machine op de aanhanger.

  1. Rij de machine voorzichtig op de aanhanger.

  2. Schakel de machine uit en stel de parkeerrem in werking.

  3. Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij het laden van de machine op een aanhanger of vrachtwagen.

  4. Zet de machine goed vast op de aanhanger.

Note: U kunt de Toro Trans Pro-aanhanger gebruiken om de machine te transporteren. Voor het laden van de aanhanger: zie de gebruikershandleiding van de aanhanger.

Demonteren van de transportwielen

  1. Laat de koppelingsstang los, gebruik de snelheidsregeling om het toerental van de machine te verlagen en schakel de machine uit.

  2. Zet de kickstandaard in de stand voor ONDERHOUD AAN TRANSPORTWIELEN; raadpleeg Kickstandaard.

  3. Verwijder de transportwielen door de wielsluitklemmen uit de assen te drukken (Figuur 17).

    g274946
  4. Haal de machine voorzichtig van de kickstandaard door deze langzaam naar voren te duwen of de onderste steun van de duwboom op te tillen, zodat de kickstandaard in de OPSLAGSTAND terugspringt; raadpleeg Kickstandaard.

Tijdens gebruik

Veiligheid tijdens het werk

Algemene veiligheid

  • De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor ongelukken die persoonlijk letsel of materiële schade kunnen veroorzaken, en hij dient zulke ongelukken te voorkomen.

  • Draag geschikte kleding en uitrusting, zoals oogbescherming, een lange broek, stevige schoenen met een gripvaste zool en gehoorbescherming. Draag lang haar niet los en draag geen losse kleding of juwelen.

  • Gebruik de machine niet als u ziek, moe of onder de invloed van alcohol of drugs bent.

  • Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders kunnen er letsels ontstaan of kan eigendom worden beschadigd.

  • Voordat u de machine start: zorg dat alle aandrijvingen in de neutraalstand staan, de parkeerrem in werking is gesteld en u zich in de bestuurderspositie bevindt.

  • Houd omstanders en kinderen uit de buurt van het werkgebied. Hou omstanders en kinderen uit de buurt van het werkgebied. Als er collega's aanwezig moeten zijn, moet u voorzichtig zijn en controleren of de grasmand op de machine gemonteerd is.

  • Gebruik de machine uitsluitend bij een goede zichtbaarheid zodat u kuilen en verborgen gevaren kunt vermijden.

  • Gebruik de machine niet als er kans op bliksem is.

  • Wees voorzichtig bij het maaien van nat gras. Het niet goed neerzetten van de voeten kan ongevallen veroorzaken waarbij de gebruiker wegglijdt en ten val komt.

  • Houd uw handen en voeten uit de buurt van het maaidek.

  • Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt om er zeker van te zijn dat de weg vrij is.

  • Ga uiterst voorzichtig te werk als u de machine omkeert of naar u toetrekt.

  • Wees voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die uw zicht kunnen belemmeren.

  • Schakel de maaidekken uit wanneer u niet maait.

  • Schakel de aandrijving van het maaidek uit en schakel de machine uit voordat u de maaihoogte wijzigt.

  • Als u de machine verlaat, laat deze dan niet draaien.

  • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat:

    • Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

    • Schakel de maai-eenheid/maai-eenheden uit.

    • Stel de parkeerrem in werking.

    • Schakel de machine uit en verwijder het sleuteltje (indien van toepassing).

    • Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.

  • Schakel de machine uit voordat u de grasmand leegmaakt.

  • In de volgende gevallen moet u de machine en de aandrijving van de maai-eenheid uitschakelen:

    • voor het opladen

    • voordat u verstoppingen verwijdert

    • voordat u de grasmand verwijdert

    • voordat u de maai-eenheid controleert, schoonmaakt of er onderhoud aan verricht

    • als u een vreemd voorwerp heeft geraakt of de machine abnormaal begint te trillen. Controleer de maai-eenheid op beschadiging en repareer deze indien nodig voordat u de machine start en gebruikt

    • Voordat u de bestuurderspositie verlaat

  • Gebruik alleen door The Toro® Company goedgekeurde accessoires en werktuigen.

De machine veilig gebruiken op hellingen

  • Het maaien op hellingen is een belangrijke factor bij ongelukken waarbij de controle over de machine wordt verloren of deze omkantelt. Dit kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. U bent verantwoordelijk voor een veilig gebruik van de machine op hellingen. Gebruik van de machine op hellingen vereist altijd extra voorzichtigheid. Doe het volgende voordat u de machine op een helling gaat gebruiken:

    • Lees de instructies voor gebruik op een helling in de handleiding en op de machine, en zorg dat u deze instructies begrijpt.

    • Onderzoek de toestand van het werkgebied op die dag om te bepalen of de machine veilig kan worden gebruikt op de helling. Gebruik uw gezond verstand en uw beoordelingsvermogen wanneer u dit onderzoek uitvoert. Veranderingen in het terrein, zoals de vochtigheidsgraad, kunnen snel van invloed zijn op de manier waarop de machine reageert op een helling.

  • Werk zijdelings op hellingen, nooit de helling op en neer. Werk niet op te steile of natte hellingen. Het niet goed neerzetten van de voeten kan ongevallen veroorzaken waarbij de gebruiker wegglijdt en ten val komt.

  • Spoor gevaren onderaan de helling op. Gebruik de machine niet in de buurt van steile hellingen, greppels, oevers, water of andere gevaren. De machine kan plotseling omslaan als een wiel over de rand komt of als de rand instort. Houd een veilige afstand tussen de machine en eventuele gevaren. Gebruik een handbediend apparaat in dergelijke gebieden.

  • Vermijd starten, stoppen of bochten maken op hellingen. Vermijd plotse veranderingen van snelheid of richting; verander traag en geleidelijk van richting.

  • Gebruik een machine nooit in omstandigheden waarbij u twijfelt over tractie, sturen of stabiliteit. Denk eraan dat de machine tractie kan verliezen doordat u bergafwaarts, op nat gras of dwars op een helling maait. Als de aandrijfwielen tractie verliezen, kunnen ze gaan slippen en kunt u niet meer remmen of sturen. De machine kan gaan schuiven, zelfs als u de aandrijving stilzet.

  • Verwijder of let op obstakels als sloten, gaten, geulen, hobbels, stenen of andere verborgen gevaren. In hoog gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar. De machine kan omslaan op oneffenheden in het terrein.

  • Als u de controle over de machine verliest, moet u wegstappen van de richting waarin de machine rijdt.

  • Hou de machine altijd in versnelling bij het naar beneden rijden op een helling. Laat de motor niet in vrijloop als u naar beneden rijdt (alleen van toepassing voor eenheden met tandwielaandrijving).

De machine starten

Note: Voor afbeeldingen en beschrijvingen van de bedieningsorganen die worden genoemd in dit hoofdstuk, zie het hoofdstuk Bedieningsorganen.

  1. Zorg ervoor dat de aansluiting met T-handgreep van de hoofdkabelboom is aangesloten op de hoofdstroomaansluiting

  2. Zorg dat de koppelingsstang is vrijgezet.

  3. Draai het contactsleuteltje naar de stand AAN.

Het InfoCenter lcd-scherm gebruiken

Het InfoCenter lcd-scherm toont informatie zoals de huidige spanning van de accu, de snelheid en diverse diagnostieken en andere informatie over de machine en het accupack. Figuur 18 is een weergave van het InfoCenter en het hoofdinformatiescherm.

g017282
  • Stroomlamp/storingsindicator – gaat branden als u de machine inschakelt. Het lampje gaat ook knipperen als er zich een storing in de machine voordoet.

  • Indicator accustatus – als de accu volledig opgeladen is, zijn alle vakjes van de indicator zwart. Naarmate de accu afloopt, worden de vakjes van rechts naar links een voor een wit. Als er nog maar 1 vakje zwart is, is de accu bijna leeg; de machine gaat een energiebesparingsmodus in waarbij de gasinstelling met 25% wordt verminderd. U dient onmiddellijk de accu te gaan opladen.

  • Indicator storingslogboek – dit icoontje betekent dat er een storing gemeld wordt.

  • Instelling snelheidsregelaar – hoe hoger de snelheidsinstelling, hoe meer vakjes van links naar rechts zwart gekleurd worden. Als alle vakjes wit zijn, is de machine ingesteld op de nulstand.

  • Knop menu/terug – druk op deze knop om naar de menu's van het InfoCenter te gaan. De knop dient ook om het huidige menu te verlaten.

  • Knop naar beneden – gebruik deze knop om naar beneden door menu's te bewegen.

  • Knop naar rechts – gebruik deze knop als een pijl aangeeft dat er nog andere opties in het menu zijn.

Note: De knoppen kunnen verschillende functies vervullen afhankelijk van wat op dat moment nodig is. Voor elke knop is er een icoon dat de huidige functie weergeeft.

De menu's gebruiken

Druk in het hoofdscherm op de menuknop om naar het InfoCenter menusysteem te gaan. U gaat naar het hoofdmenu. Raadpleeg de volgende tabellen voor een overzicht van de opties die u hebt in de menu's:

Hoofdmenu
Menu-optieBeschrijving
StoringenHet menu Storingen bevat een lijst met de recente machinestoringen. Raadpleeg de Onderhoudshandleiding of een erkende Toro distributeur voor meer informatie over het menu Storingen.
OnderhoudHet menu Onderhoud bevat informatie over de machine, zoals bedrijfsuren, accuverbruik en accustatus.
Diagnostisch systeemHet menu Diagnostisch systeem geeft een overzicht van de verschillende huidige statussen van de machine. U kunt dit menu gebruiken om sommige problemen op te lossen. In het menu ziet u namelijk welke onderdelen in- en uitgeschakeld zijn.
InstellingenIn het menu Instellingen kunt u het InfoCenter-scherm aan uw voorkeuren aanpassen.
MachineIn het menu Machine ziet u het modelnummer, het serienummer en de versie van de software op uw machine.
Onderhoudsmenu
Menu-optieBeschrijving
UrenHet totale aantal bedrijfsuren van de machine.
MaaitijdHet totale aantal bedrijfsuren van de messenkooi.
StroomverbruikHet vermogen dat de accu op dit moment levert, uitgedrukt in Watt.
AccuspanningDe huidige spanning van de accu, als percentage van de volledige capaciteit.
AccustroomDe stroom die de accu op dit moment levert, uitgedrukt in Ampère.
AccuvoltageHet accupotentiaal in volt.
Totaal gebruikDe totale hoeveelheid accugebruik, uitgedrukt in ampère-uur.
CapaciteitDe huidige accucapaciteit uitgedrukt in ampère-uur.
OplaadcycliHet totale aantal accuoplaadcycli. Een oplaadcyclus wordt gedefinieerd door het aansluiten en afkoppelen van de lader.
Accu-urenDe totale hoeveelheid bedrijfsuren van de accu.
Backlap (Wetten)Hiermee zet u de machine in de wetmodus.
EnergieDe totale hoeveelheid energie die de accu al geleverd heeft, in wattuur.
Menu diagnostiek
Menu-optieBeschrijving
Sleutel aanGeeft aan of het contactsleuteltje zich in de stand aan of uit bevindt.
Grendel parkeerremGeeft aan of de vergrendeling van de parkeerrem ingeschakeld is.
EZ-TurnGeeft aan of het circuit van de EZ-draaifunctie open of gesloten is.
TractieGeeft aan of de tractiehendel in- of uitgeschakeld is.
MessenkooiGeeft aan of de messenkooi ingeschakeld is.
GashendelGeeft de snelheidsinstelling aan in Volt (wordt gebruikt om het doeltoerental te berekenen).
DoeltoerentalHet gewenste motortoerental zoals aangegeven door de instelling van de snelheidsregelaar.
MotortoerentalHet huidige motortoerental.
12V-toevoerSensortoevoerspanning nr. 1 van de regelaar.
5 V-toevoerSensortoevoerspanning nr. 2 van de regelaar.
CAN-busDe status van de communicatiebus van de machine.
Instellingen
Menu-optieBeschrijving
TaalGebruik deze instelling om de taal van het InfoCenter in te stellen.
EenhedenGebruik deze instelling om de eenheden van het InfoCenter te kiezen. De opties zijn Engels en metrisch.
Schermverlichting lcdDe helderheid van het lcd-scherm instellen.
Contrast lcdHet contrast tussen donkere en verlichte velden op het lcd-scherm instellen.
Menu machine
Menu-optieBeschrijving
ModelHet modelnummer van de machine.
SerienummerHet serienummer van de machine.
Software revisieHet revisienummer van de machinesoftware.

Note: Als u de taal of het contrast per ongeluk verandert in een instelling die de tekst op het scherm onleesbaar of onbegrijpbaar maakt, neem dan contact op met een erkende Toro distributeur voor hulp bij het resetten van het scherm.

Tips voor bediening en gebruik

Important: Het grasmaaisel functioneert als een smeermiddel tijdens het maaien. Het te lang laten draaien van de maai-eenheid zonder grasmaaisel kan de eenheid beschadigen.

  • Maai greens door in een rechte lijn heen en weer te gaan.

  • Werk niet in een cirkel en keer de machine niet op de green om beschadiging van het gras te voorkomen.

  • Keer de machine buiten de green door de messenkooi omhoog te brengen (druk de duwboom naar beneden) en een druppelvormige draai te maken op de tractietrommel (Figuur 19).

    g271799
  • Maai bij een normale loopsnelheid. Een hogere snelheid spaart weinig tijd en leidt tot een lagere maaikwaliteit.

  • Om ervoor te zorgen dat u het gazon in een rechte lijn maait en de machine op een gelijke afstand van de rand van de vorige maaibaan blijft, moet u de markeringsstrepen op de grasmand gebruiken (Figuur 20).

    g341513

De machine gebruiken bij geringe verlichting

Gebruik de ledlampset als de machine bij weinig licht wordt ingezet. Neem contact op met uw erkende Toro distributeur om deze set aan te schaffen.

Important: Gebruik geen andere lichtsystemen met deze machine: deze kunnen het accupack en het elektrische systeem beschadigen.

De bedieningsorganen gebruiken tijdens het maaien

  1. Start de machine, zet de snelheidsregeling in op een lage snelheid, druk de handgreep omlaag om het maaidek omhoog te brengen en schakel de tractieaandrijving in om de machine op de kraag of naar de voorgreen te transporteren.

  2. Stop de machine op de kraag of voorgreen.

  3. Gebruik de snelheidsregeling om de snelheid van de machine te verhogen, het maaidek in te schakelen, de tractie-aandrijving in te schakelen om de machine de green op te rijden, het maaidek tot op de grond neer te laten en te starten met maaien.

De machine afzetten

  1. Laat de koppelingsstang los.

  2. Zet de snelheidsregeling op LANGZAAM.

  3. Draai het sleuteltje naar de stand UIT en verwijder het.

Na gebruik

Veiligheid na het werk

Algemene veiligheid

  • Zet de machine uit, verwijder het contactsleuteltje (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht.

  • Verwijder gras en vervuiling van de machine om brandgevaar te verminderen.

  • Laat de machine afkoelen voordat u de machine binnen stalt.

  • Sla de machine niet op op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of andere toestellen) aanwezig kunnen zijn.

Veiligheid van accu en lader

Algemeen

  • Onjuist gebruik of onderhoud van de acculader kan letsel tot gevolg hebben. Om dit risico te verminderen, dient u zich aan al de veiligheidsinstructies te houden.

  • Gebruik uitsluitend de bijgeleverde lader om de accu op te laden.

  • Controleer de gangbare netspanning in uw land alvorens de lader te gebruiken.

  • Als u de lader buiten de VS aansluit op het stroomnet dient u mogelijk een adapterstekker van het juiste type te gebruiken.

  • Laat de lader niet nat worden; bescherm hem tegen regen en sneeuw.

  • Het gebruik van een accessoire dat niet aanbevolen of verkocht wordt door Toro kan leiden tot brandgevaar, elektrische schok of letsel.

  • Om het gevaar op ontploffing van de accu te verminderen, moet u deze instructies in acht nemen, alsook de instructies van apparatuur die u in de buurt van de lader gaat gebruiken.

  • Accu's kunnen explosieve gassen uitstoten als ze danig overladen worden.

Instructie

  • Laat kinderen of personen die geen instructie hebben ontvangen de acculader nooit gebruiken of er onderhoudswerkzaamheden aan verrichten. Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene die met de machine werkt. Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene die met de machine werkt. De eigenaar is verantwoordelijk voor de instructie van alle bestuurders en technici.

  • U moet alle instructies op de lader en in de handleiding lezen en begrijpen vóór u de lader in gebruik neemt, en deze instructies uitvoeren. Zorg ervoor dat u weet hoe u de lader dient te gebruiken.

Voorbereiding

  • Hou omstanders en kinderen uit de buurt tijdens het laden.

  • Draag tijdens het laden geschikte kleding, waaronder oogbescherming, een lange broek en stevige schoenen met een gripvaste zool.

  • Schakel de machine uit en wacht 5 seconden tot de machine volledig zonder stroom is gevallen alvorens te laden. Als u dit niet doet, kan een vlamboog ontstaan.

  • Zorg voor een goede ventilatie tijdens het opladen.

  • Lees alle voorzorgsmaatregelen voor het laden en volg deze op.

  • De lader is alleen bedoeld voor gebruik met circuits met een nominale wisselstroomspanning van 120 of 240 V, en beschikt over een aardingsstekker voor 120 V wisselstroom. Als u de lader wilt gebruiken met 240 V-circuits dient u uw erkende Toro distributeur te vragen om het juiste stroomsnoer.

Bediening

  • Geen bevroren accu opladen.

  • Wees voorzichtig met het snoer. Draag de lader nooit bij het snoer en ruk nooit aan het stroomsnoer om de lader uit het stopcontact te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen.

  • Koppel de lader rechtstreeks aan op een geaard stopcontact. Gebruik de lader niet met een ongeaard stopcontact, zelfs niet als u een adapter gebruikt.

  • Maak geen aanpassingen aan het meegeleverde stroomsnoer of de stekker.

  • Maak geen aanpassingen aan het meegeleverde stroomsnoer of de stekker.

  • Vermijd dat er metalen gereedschap in de buurt van of op de accu valt; dit kan vonken of kortsluiting van een elektrisch onderdeel veroorzaken en tot een explosie leiden.

  • Neem metalen voorwerpen zoals ringen, armbanden, kettingen en horloges af voordat u met een lithiumionaccu gaat werken. Een lithiumionaccu kan voldoende stroom produceren om ernstige brandwonden te veroorzaken.

  • Gebruik de lader nooit in een slecht verlichte omgeving of als u de hem door een andere omstandigheid niet goed kunt zien.

  • Gebruik een geschikt verlengsnoer.

  • Als het stroomsnoer beschadigd raakt bij het aansluiten, haal het snoer dan uit het stopcontact en neem contact op met een erkende Toro distributeur voor een vervangsnoer.

  • Haal de lader uit het stopcontact als u hem niet gebruikt, voordat u hem verplaatst, of voordat u onderhoud uitvoert.

Onderhoud en opslag

  • Bewaar de lader binnen op een droge, veilige plaats buiten het bereik van onbevoegde personen.

  • De lader niet demonteren. Laat een erkende Toro distributeur de lader nakijken als onderhoud of herstelling vereist is.

  • Koppel het stroomsnoer af van het stopcontact voordat u onderhoud uitvoert of de lader gaat schoonmaken; zo verkleint u het risico op elektrische schokken.

  • Zorg ervoor dat de veiligheids- en instructiestickers in goede staat zijn en vervang ze indien nodig.

  • Gebruik de lader niet als het snoer of de stekker beschadigd is. Vervang een beschadigde kabel of stekker onmiddellijk.

  • Als de lader een stevige klap gekregen heeft, gevallen is of op een andere manier beschadigd, gebruik hem dan niet; breng hem naar een erkende Toro distributeur.

De bedieningsorganen gebruiken na het maaien

  1. Rijd de machine van de green af, druk de handgreep omlaag om het maaidek uit te schakelen, laat de koppelingsstang los, schakel het maaidek uit en schakel de machine uit.

  2. Verwijder de grasmand en maak deze leeg.

  3. Monteer de grasmand op de machine en transporteer de machine naar de opslag.

De machine transporteren

Na het maaien: transporteer de machine van de werkplek, zie De machine transporteren met de transportwielen of De machine transporteren op een aanhanger.

De transportwielen monteren

  1. Zet de kickstandaard in de stand voor ONDERHOUD AAN DE TRANSPORTWIELEN; raadpleeg Kickstandaard

  2. Schuif een wiel op een as (Figuur 21).

    g273510
  3. Draai de wielsluitklem (Figuur 21) weg van het midden van het wiel, zodat het wiel verder op de as kan schuiven.

  4. Draai het wiel naar voren en achteren totdat het wiel helemaal op de as schuift en de sluitklem vastzit in de sleuf op de as.

  5. Herhaal deze procedure aan de andere kant van de machine.

  6. Haal de machine voorzichtig van de kickstandaard.

De transmissie in- en uitschakelen

U kunt de trommel losmaken van de transmissie om te kunnen manoeuvreren met de machine. Schakel de transmissie uit wanneer u de machine moet verplaatsen zonder de machine te starten (bijv. Om onderhoud uit te voeren in een afgesloten ruimte).

Zorg ervoor dat u de transmissie inschakelt voordat u de machine bedient.

  1. De tractie-inschakelhendel bevindt zich op de versnellingsbak (Figuur 19).

    g343383
  2. Voer de volgende stap uit om de transmissie in- en uit te schakelen:

    • De transmissie uitschakelen: Draai de hendel naar de UITGESCHAKELDE stand.

    • De transmissie inschakelen: Draai de hendel naar de INGESCHAKELDE stand.

Het lithium-ion-accupack onderhouden

Waarschuwing

Het accupack staat onder een hoge spanning, wat gevaar op brandwonden of elektrocutie inhoudt.

  • Probeer het accupack niet te openen.

  • Steek nooit iets anders in de aansluiting van het accupack dan de kabelboomaansluiting die bij het product geleverd werd.

  • Wees uiterst voorzichtig bij het behandelen van een accupack met een gebarsten behuizing.

  • Gebruik alleen de lader die ontworpen is voor het accupack.

Het accupack transporteren

Volgens het Amerikaanse Department of Transportation en internationale transportorganisaties moeten lithium-ion-accu's worden getransporteerd in een speciale verpakking en alleen door transporteurs die daarvoor een certificaat hebben. In de VS is het u toegestaan om een accu te transporteren die gemonteerd is op een met een accu aangedreven machine, en dat onder bepaalde wettelijke vereisten. Neem contact op met het Department of Transportation in de VS of de bevoegde overheidsinstelling in uw land voor gedetailleerde voorschriften in verband met het transport van uw eFlex of eFlex accu.

Neem voor gedetailleerde informatie over het verzenden van een accu contact op met uw erkende Toro distributeur.

Onderhoud van het accupack

De lithium-ion-accu heeft voldoende spanning om het werk waarvoor deze bedoeld is gedurende diens levensduur uit te voeren. Na verloop van tijd wordt de totale hoeveelheid arbeid die een accu kan verrichten in één laadbeurt geleidelijk kleiner. De volgende tabel geeft een overzicht van de geschatte arbeid die de machine ongeveer zou moeten kunnen uitvoeren in de eerste 4 jaar van gebruik:

JaarGemaaid oppervlak per laadbeurt
113.809 m2
223.623 m2
333.252 m2
443.066 m2

Note: Deze oppervlakte kan variëren naargelang de afstand die u moet afleggen om te beginnen werken, de contactinstelling van het ondermes en andere factoren die in dit hoofdstuk aan bod komen.

Om uw accu een maximale levensduur te geven en deze zo lang mogelijk te gebruiken, dient u de volgende maatregelen te treffen:

  • Open het accupack niet. Er bevinden zich geen door de gebruiker te onderhouden onderdelen in het accupack. Als u het accupack opent, vervalt de garantie. Het accupack is beveiligd door inrichtingen die moeten voorkomen dat de gebruiker er ingrepen aan uitvoert.

  • Stal/parkeer de machine in een schone, droge garage of stalruimte, vermijd direct zonlicht en hittebronnen. Niet stallen op een plaats waar het kouder wordt dan -30 °C of warmer dan 60 °C. Temperaturen buiten deze limieten brengen schade toe aan uw accu. Hoge temperaturen tijdens de stallingsperiode verkorten de levensduur van de accu, vooral als deze onder grote spanning staat.

  • Als u de machine gedurende langer dan 10 dagen wilt stallen, moet u de machine op een koele plaats zetten met minstens 50% lading. Vermijd direct zonlicht.

  • Als u in warme omstandigheden of in direct zonlicht maait, kan de accu oververhit raken. In dat geval verschijnt een temperatuurwaarschuwing op het InfoCenter lcd-scherm. In dit geval zal de machine niet meer werken met de messenkooi ingeschakeld, en de machine zal vertragen.

    Rijd de machine onmiddellijk naar een koele plaats buiten rechtstreeks zonlicht, schakel de machine uit en laat de accu volledig afkoelen voordat u terug aan het werk gaat.

  • Houd het deksel van het accupack schoon. De witte kleur kaatst zonlicht terug en vertraagt de opwarming van het accupack. Een vuil deksel verhoogt de temperatuur in het accupack elke dag en zorgt ervoor dat de capaciteit van de accu verkleint.

  • Stel het onderste mes zodanig af dat er slechts zeer licht contact is met de messenkooi. Zo heeft de messenkooi minder stroom nodig en kan de machine langer werken voordat u de accu moet herladen.

Belangrijke informatie over de acculader

Raadpleeg Figuur 23 voor een overzicht van de displays en snoeren van de acculader.

g251620g251632

Aansluiten op een vermogensbron

Om het gevaar op een elektrische schok te verkleinen, is deze lader uitgerust met een geaarde stekker met 3 contacten (type B). Als de stekker niet past in het stopcontact, zijn er andere geaarde stekkers beschikbaar; neem contact op met een erkende Toro distributeur.

Pas de lader of het stroomsnoer op geen enkele manier aan.

Gevaar

Contact met water terwijl de machine in bedrijf is kan elektrische schokken veroorzaken en letsel of de dood tot gevolg hebben.

Raak de stekker of de acculader niet aan als u natte handen hebt of in water staat.

Important: Controleer het stroomsnoer regelmatig op gaten of scheuren in de isolatie. Een beschadigd snoer mag niet worden gebruikt. Laat het snoer niet door staand water of vochtig gras lopen.

  1. Sluit de stekker van het stroomsnoer aan op het overeenkomende voedingsstopcontact van de lader.

    Waarschuwing

    Als het snoer van de lader beschadigd is, kan dat elektrische schokken of vuur veroorzaken.

    Controleer het stroomsnoer grondig voordat u de lader gaat gebruiken. Als het snoer beschadigd is, mag u de lader niet gebruiken tot het snoer vervangen is.

  2. Sluit het uiteinde van het stroomsnoer met de muurstekker aan op een geaard stopcontact.

Het accupack opladen

  1. Parkeer de machine op het daartoe bestemde laadpunt.

  2. Stel de parkeerrem in werking.

  3. Schakel de machine uit en verwijder het contactsleuteltje.

  4. Koppel de aansluiting met T-greep los van de hoofdkabelboom naar de hoofdstroomaansluiting van de accubasis (Figuur 24).

    g340841
  5. Maak zowel het accupack als de contacten van de lader droog en schoon.

    Important: Gebruik geen sterke oplosmiddelen die het plastic van de aansluiting kunnen aantasten. Gebruik geen diëlektrisch smeervet op de contacten.

  6. Lijn de positieve aansluitingen (aangeduid met een '+') van de laadaansluiting en de hoofdstroomaansluiting met elkaar uit en duw deze tegen elkaar aan tot ze vergrendelen.

Aanbevolen laadbereik0 tot 45 °C
Oplaadbereik bij lage temperatuur (lagere stroom)-10° tot 0 °C
Oplaadbereik bij hoge temperatuur (lagere stroom)45 tot 60 °C

Het opladen controleren en problemen oplossen

Note: Het lcd-display geeft boodschappen weer tijdens het opladen. De meeste zijn routineuze boodschappen.

Als er een storing is, zal het foutindicatielampje oranje knipperen of ononderbroken rood branden. Er verschijnt een foutboodschap zal verschijnen op het LCD Scherm (Figuur 23), 1 cijfer tegelijk, met in het begin de letter E of F (bv. E-0-1-1).

Raadpleeg om een fout te corrigeren. Als geen van de oplossingen het probleem verhelpen, moet u contact opnemen met een erkende Toro distributeur.

De lader afkoppelen

  1. Koppel de aansluiting met T-greep van de lader los van de hoofdstroomaansluiting die op de accubak is bevestigd.

    Important: Trek niet aan de snoeren

  2. Plaats de T-handgreep van de lader en het snoer zodanig dat ze niet beschadigd kunnen worden.

Onderhoud

Waarschuwing

Als u de machine niet goed onderhoudt, kunnen systemen van de machine voortijdig defect raken en u of omstanders mogelijk letsel toebrengen.

U moet de machine goed onderhouden en in goede staat houden volgens deze instructies.

Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Veiligheid bij onderhoud

  • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat:

    • Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

    • Schakel de maai-eenheid/maai-eenheden uit.

    • Zorg dat de tractie in neutraal staat.

    • Stel de parkeerrem in werking.

    • Schakel de machine uit en verwijder het sleuteltje (indien van toepassing).

    • Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.

  • Laat de onderdelen van de machine afkoelen voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.

  • Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaamheden uit als de machine draait. Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.

  • Als de machine ingeschakeld moet zijn terwijl u onderhoud uitvoert, hou uw handen, voeten, kleding en andere lichaamsdelen dan uit de buurt van het maaidek, werktuigen en andere bewegende delen. Houd omstanders op een afstand.

  • Verwijder gras en vuil van het maaidek, de aandrijvingen, de motor en de accu om brand te voorkomen.

  • Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat verkeren. Vervang versleten, beschadigde en ontbrekende onderdelen en stickers. Zorg dat al het bevestigingsmateriaal goed vastzitten om te verzekeren dat de machine veilig kan worden gebruikt.

  • Controleer regelmatig de onderdelen van de grasmand en vervang indien nodig.

  • Om veilige en optimale prestaties van de machine te verkrijgen, moet u ter vervanging alleen originele Toro onderdelen gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn en de productgarantie hierdoor kan vervallen.

  • Indien belangrijke reparaties nodig zijn of hulp vereist is, moet u contact opnemen met een erkende Toro distributeur.

Aanbevolen onderhoudsschema

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Na elk gebruik
  • De machine reinigen.
  • Controlelijst voor dagelijks onderhoud

    Important: Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles.

    Gecontroleerd itemVoor week van:
    Ma.Di.Wo.Do.Vr.Za.Zo.
    De werking van de remvergrendeling controleren.       
    Controleren op ongewone geluiden tijdens het gebruik.       
    Afstelling van contact tussen ondermes en messenkooi controleren.       
    Maaihoogte-instelling controleren.       
    Beschadigde lak bijwerken.       
    De machine reinigen.       

    Aantekening voor speciale aandachtsgebieden

    Controle uitgevoerd door:
    ItemDatumInformatie
       
       
       
       
       
       
       
       

    Procedures voorafgaande aan onderhoud

    De machine klaar maken voor onderhoud

    Waarschuwing

    Terwijl u onderhoud pleegt aan de machine of deze aanpast, zou iemand de machine kunnen starten. Als de machine per ongeluk gestart wordt, kan dat u en andere omstanders ernstig verwonden.

    Laat de tractiestang los, stel de parkeerrem in werking, verwijder het sleuteltje en koppel de accu los voordat u onderhoudswerkzaamheden gaat uitvoeren.

    Voer de volgende taken uit voordat u de machine gaat onderhouden, reinigen of er aanpassingen aan gaat uitvoeren:

    1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

    2. Stel de parkeerrem in werking.

    3. Schakel de machine uit.

    4. Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden gaat uitvoeren of de machine gaat stallen.

    5. Koppel de accu los door de aansluiting met T-greep van de hoofdstroomaansluiting af te trekken (Figuur 25).

      g340841

    Onderhoud elektrisch systeem

    Veiligheid van het elektrisch systeem

    • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht.

    • Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken en open vuur. Haal de oplader uit het stopcontact voordat u de accu aan- of loskoppelt. Draag beschermende kleding en gebruik geïsoleerd gereedschap.

    Onderhoud van het accupack

    De etiketten zijn de enige onderdelen van de accu die onderhoud van de gebruiker vereisen. Als u het hoofdcompartiment van het accupack of de hoofdbedieningseenheid tracht te openen, vervalt uw garantie. Neem contact op met een erkende Toro distributeur als u problemen ondervindt met uw accupack.

    Waarschuwing

    Het accupack staat onder een hoge spanning, wat gevaar op brandwonden of elektrocutie inhoudt.

    • Probeer het accupack niet te openen.

    • Steek nooit iets anders in de aansluiting van het accupack dan de kabelboomaansluiting die bij het product geleverd werd.

    • Wees uiterst voorzichtig bij het behandelen van een accupack met een gebarsten behuizing.

    • Gebruik alleen de lader die ontworpen is voor het accupack.

    De accu afvoeren

    De lithium-ion-accu moet worden afgevoerd of gerecycled in overeenstemming met de plaatselijke en nationale regelgeving.

    Onderhoud van de acculader

    Important: Elektrische herstellingen mogen alleen worden uitgevoerd door een erkende Toro distributeur.

    De gebruiker kan weinig onderhoudstaken zelf uitvoeren, tenzij de lader beschermen tegen beschadiging en de weerselementen.

    De snoeren van de acculader onderhouden

    • Maak de snoeren telkens na gebruik schoon met een vochtige doek.

    • Rol de snoeren op als u ze niet gebruikt.

    • Controleer de snoeren regelmatig op schade en vervang indien nodig met erkende Toro onderdelen.

    De behuizing van de acculader reinigen

    Maak de behuizing telkens na gebruik schoon met een vochtige doek.

    Zekeringen vervangen

    Als u de machine niet kunt inschakelen, zelfs na een laadbeurt, controleer dan de zekeringen op de volgende manier:

    1. Schakel de machine uit en koppel het accupack af.

    2. Verwijder de 4 schroeven (Figuur 26) waarmee het deksel van het accupack is bevestigd en verwijder het deksel.

      g341636
    3. Controleer de zekeringen in de zekeringhouder (Figuur 27).

      g300604
    4. Als een zekering gesprongen is, moet u deze vervangen door een zekering met het juiste voltage en ampère (Figuur 27). Raadpleeg de Onderhoudshandleiding van de tractie-eenheid voor specifieke onderdeelnummers van de zekeringen.

      Important: Alle zekeringen op de machine zijn geschikt voor 80 V. Gebruik geen autozekeringen van 12 V.

    Onderhoud aandrijfsysteem

    Transmissie vloeistof verversen

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure

    Note: Raadpleeg Figuur 28 voor deze procedure.

    g340874
    1. Verwijder de ontluchtingsventilatie-opening en adapter van de transmissie.

    2. Laat een tweede persoon de machine naar achteren kantelen en een opvangbak onder de transmissie plaatsen.

      Note: Gebruik de opvangbak om de transmissievloeistof op te vangen.

    3. Verwijder de aftapplug uit de transmissie en laat de vloeistof eruit lopen.

    4. Plaats de aftapplug terug.

    5. Draai de aftapplug aan tot 4 tot 5 Nm.

    6. Vul 473 ml Dexron VI synthetische transmissievloeistof bij via de ventilatieopening van de adapter.

    7. Monteerde ontluchtingsventilatie-opening en adapter en draai dit vast met 12 tot 15 Nm.

    Onderhoud bedieningsysteem

    De bedrijfs-/parkeerrem afstellen

    Stel de bedrijfs-/parkeerrem af als deze slipt tijdens bedrijf.

    1. Zet de parkeerrem vrij.

    2. Meet de speling aan het uiteinde van de parkeerremhendel (Figuur 29).

      De vrije speling mag tussen de 12,7 en 25,4 mm bedragen. Als de vrije speling niet binnen deze specificaties valt, ga dan verder met stap 3 om de remkabel aan te passen.

      g373542
    3. Voer de volgende stappen uit om de spanning van de remkabel aan te passen:

      • Draai om de kabelspanning te verhogen de voorste contramoer losser en de achterste contramoer vaster (Figuur 30). Herhaal stap 2 en stel de spanning af indien nodig.

      • Draai om de kabelspanning te verminderen de achterste contramoer losser en de voorste contramoer vaster (Figuur 30). Herhaal stap 2 en stel de spanning af indien nodig.

    g343382

    Onderhoud van de maai-eenheid

    Veiligheid van de messen

    • Wees voorzichtig bij het controleren van de messenkooi van het maaidek. Draag handschoenen en wees voorzichtig als u aan de messenkooi werkt.

    • Versleten of beschadigde messen of ondermessen kunnen breken en een stuk ervan kan naar u of naar omstanders worden uitgeworpen en zo ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.

    • Controleer op gezette tijden de maaimessen en ondermessen op overmatige slijtage en beschadigingen.

    • Wees voorzichtig als u de messen controleert. Draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de messenkooien. De maaimessen en ondermessen mogen alleen worden vervangen of gewet; probeer ze nooit te rechten of eraan te lassen.

    • Wees er tijdens onderhoud van de maaimessen bewust van dat de messen nog kunnen bewegen nadat u de voeding hebt losgekoppeld.

    Maai-eenheid monteren

    1. Zet de kickstandaard in de stand voor ONDERHOUD AAN HET MAAIDEK ; raadpleeg Kickstandaard.

    2. Verwijder het bevestigingsmateriaal waarmee de aandrijving van de messenkooi aan de zijplaat is bevestigd (Figuur 31).

      g333187
    3. Verwijder de aandrijving van de messenkooi, platte ringen, veerringen en afstandsstukken van de zijplaat (Figuur 31).

    4. Lijn het maaidek uit met het frame.

    5. Gebruik 4 inbusschroeven om het maaidek op het frame te bevestigen (Figuur 32).

      g343380
    6. Gebruik de eerder verwijderde inbusschroeven, ringen en afstandsstukken om de messenkooiaandrijving te bevestigen aan de zijplaat van het maaidek (Figuur 33).

      Verzeker u ervan dat de messenkooiaandrijving aan de transmissie-aandrijfaskoppeling is bevestigd (Figuur 33).

      g333165

    Het maaidek verwijderen

    1. Zet de kickstandaard in de stand voor MAAIDEKONDERHOUD; raadpleeg Kickstandaard.

    2. Verwijder de grasmand (indien gemonteerd).

    3. Verwijder de messenkooiaandrijving van het maaidek (Figuur 34) en bewaar het bevestigingsmateriaal.

      g333165
    4. Verwijder de inbusschroeven waarmee het maaidek aan het frame is bevestigd (Figuur 35).

      g343380
    5. Het maaidek van het frame verwijderen.

    Wetten van het maaidek

    Voer 1 van de volgende opties uit om het maaidek te wetten:

    • Monteer de wetset (model 139-4342) en gebruik een wetmachine. Neem contact op met uw erkende Toro distributeur om deze set aan te schaffen.

    • Gebruik het InfoCenter om de wetmodus in te schakelen.

      Om de wetmodus in te schakelen, selecteert u BACKLAP (Wetten) in het ONDERHOUDSMENU. Volg de instructies van het InfoCenter om het maaidek te wetten.

      Note: Zodra u de stang loslaat, wordt de wetmodus uitgeschakeld. U kunt de stangvergrendelvork (meegeleverd in de zak met losse onderdelen) gebruiken om de stang in de vergrendelde stand vast te zetten.Verwijder de stangvergrendelvork nadat het wetten is voltooid.

      g283627

    Reiniging

    De machine reinigen

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Na elk gebruik
  • De machine reinigen.
  • Was de machine telkens na gebruik met een mild reinigingsmiddel en water wassen. Was de machine nooit met een hogedrukreiniger. Gebruik niet te veel water, vooral niet in de buurt van de schakelhendelplaat, het InfoCenter, de elektrische hoofdkast en de stroomaansluiting van de machine. Reinig de motor zodat deze naar behoren kan afkoelen tijdens het werk. Hou ook het accupack zo schoon mogelijk om ervoor te zorgen dat het wit blijft. Op die manier wordt zonlicht weerkaatst en raakt de accu niet oververhit door zonlicht.

    Important: Gebruik geen brak of teruggewonnen water om de machine schoon te maken.

    Important: Stal en parkeer de machine altijd op plaatsen waar geen direct zonlicht valt; verhitting door de zon verkort de levensduur van het accupack.

    Stalling

    Veiligheid tijdens opslag

    • Zet de machine uit, verwijder het contactsleuteltje (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht.

    • Sla de machine niet op op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of andere toestellen) aanwezig kunnen zijn.

    De machine stallen

    1. De machine reinigen; raadpleeg De machine reinigen.

      Important: U kunt de machine met een mild reinigingsmiddel en vers, schoon water wassen. Maak de machine niet schoon met een hogedrukreiniger. Gebruik niet te veel water, vooral niet in de buurt van de schakelhendelplaat, het InfoCenter, de elektrische hoofdkast en de stroomaansluiting van de machine.

    2. Controleer alle bevestigingen en zet ze vast. Versleten of beschadigde delen repareren of vervangen.

    3. Werk alle krassen of afgebladderde metaaloppervlakken bij met lak die verkrijgbaar bij uw erkende Toro distributeur.

    4. Gaat u de machine voor langere tijd stallen, volg dan de instructies voor opslag van de accu op; zie Voorschriften voor het bewaren van de accu.

    5. Dek de machine af om deze te beschermen en schoon te houden.

    Voorschriften voor het bewaren van de accu

    Note: U hoeft de accu niet van de machine te verwijderen als u deze gaat stallen.

    Controleer in de volgende tabel de voorgeschreven temperatuur voor opslag:

    Temperatuurvoorschriften voor opslag

    Omstandigheden van opslagTemperatuurvoorschriften
    Normale omstandigheden-20 tot 45 °C
    Extreme hitte – maximaal 1 maand45 tot 60 °C45 tot 60 °C
    Extreme koude – maximaal 3 maanden-30 tot -20 °C

    Important: Temperaturen buiten dit bereik brengen schade toe aan de accu.De temperatuur waarbij de accu wordt opgeslagen heeft invloed op de levensduur ervan. Langdurige opslag bij extreme temperaturen verkort de levensduur van de accu. Stal de machine op een koele plaats waar het niet vriest.

    • Voordat u de machine stalt, moet u de accu laden of ontladen tot 40% à 60% van de maximale spanning (50,7 tot 52,1 V).

      Note: Een 50% geladen accu verzekert een maximale levensduur. Laadt u de accu voor 100% op voordat u deze stalt, dan verkort dat de levensduur.Verwacht u de machine voor langere tijd te stallen, laad de accu dan voor ongeveer 60%.

    • Na elke stallingsperiode van 6 maanden moet u het laadniveau van de accu controleren en zorgen dat dit 40 tot 60% bedraagt. AIs het laadniveau onder de 40% gezakt, laad de accu dan op tot 40 à 60%.

    • U kunt een multimeter gebruiken om het laadniveau van een uitgeschakelde machine te controleren. In de volgende tabel ziet u welke spanning overeenkomt met welk laadniveau.

      SpanningLaadniveau
      52,1 V60%
      51,4 V50%
      50,7 V40%
    • Haal de oplader dan uit het stopcontact als u klaar met het opladen van de accu. . Tijdens de opslagperiode moet u de voeding afkoppelen. Anders gaat de accu sneller leeglopen.

    • Laat u de oplader op de machine zitten, dan wordt deze uitgeschakeld zodra de accu volledig opgeladen is. Om de oplader opnieuw in te schakelen, moet u deze afkoppelen en opnieuw aansluiten.

    De lader opslaan

    1. Voer de procedure uit voor De lader afkoppelen.

    2. Koppel het stroomsnoer af van de lader en rol het nauwkeurig op.

    3. Controleer het stroomsnoer nauwkeurig op tekenen van slijtage of beschadiging. Vervang het snoer als het versleten of beschadigd is.

    4. Controleer de lader nauwkeurig op versleten, losse of beschadigde onderdelen. Neem contact op met een erkende Toro distributeur voor hulp bij het herstellen of vervangen van onderdelen.

    5. Bewaar de lader en het stroomsnoer op een schone, droge plaats waar ze geen klappen of schade kunnen oplopen en niet worden blootgesteld aan bijtende dampen.

    Problemen, oorzaak en remedie

    ProblemPossible CauseCorrective Action
    Code E-0-0-1, of E-0-4-7
    1. Hoge spanning accu
    1. Zorg ervoor dat de spanning van de accu juist is en dat de aansluitingen van de kabels stevig vastzitten; zorg ervoor dat de accu in goede staat is.
    Code E-0-0-4
    1. Accustoring vastgesteld
    1. Neem contact op met een erkende Toro distributeur.
    Code E-0-0-7
    1. Ah-limiet van accu overschreden
    1. Mogelijke oorzaken zijn een slechte toestand van de accu, een sterk ontladen accu, een accu die slecht aangesloten is en/of hoge parasitaire belastingen op de accu terwijl deze opgeladen wordt. Mogelijke oplossingen: Accupack vervangen. Controleer DC-aansluitingen. Koppel parasitaire belastingen los. Deze fout zal opgelost worden zodra de lader wordt gereset door gelijkstroom cyclisch te laten verlopen.
    Code E-0-1-2
    1. Fout omgekeerde polariteit
    1. De accu is niet juist aangesloten op de lader. Zorg ervoor dat de aansluitingen van de accu goed vastzitten.
    Code E-0-2-3
    1. Fout hoge AC-spanning (>270VAC)
    1. Sluit de lader aan op een AC-bron die een stabiele wisselstroom levert tussen 85-270 VAC / 45-65 Hz.
    Code E-0-2-4
    1. De lader kon niet starten
    1. De lader kon niet goed worden ingeschakeld. Koppel de wisselstroominput en de aansluiting van de accu gedurende 30 seconden los voordat u opnieuw probeert.
    Code E-0-2-5
    1. Fout lage AC-spanning oscillatie
    1. De AC-bron is onstabiel. Kan worden veroorzaakt door een te kleine generator of veel te kleine inputkabels. Sluit de lader aan op een AC-bron die een stabiele wisselstroom levert tussen 85-270 VAC / 45-65 Hz.
    Code E-0-3-7
    1. Herprogrammering is mislukt
    1. Mislukte software-upgrade of mislukt scriptgebruik. Zorg ervoor dat de nieuwe software correct is.
    Code E-0-2-9, E-0-3-0, E-0-3-2, E-0-4-6, of E-0-6-0
    1. Communicatiefout met accu
    1. Zorg ervoor dat de aansluiting van de signaaldraden aan de accu stevig vastzit.
    ProblemPossible CauseCorrective Action
    F-0-0-1, F-0-0-2, F-0-0-3, F-0-0-4, F-0-0-5, F-0-0-6, of F-0-0-7
    1. Interne fout lader
    1. Verwijder de AC-aansluiting en de accuaansluiting voor minstens 30 seconden en probeer opnieuw. Als het opnieuw mislukt, moet u contact opnemen met een erkende Toro distributeur.