Met de bevestigingsset voor vermogensuitbreiding kunt u 2 bijkomende HyperCell® accu’s monteren op een machine met 15 accu’s, zodat de machine in totaal met 17 accu’s is uitgerust.

Veiligheid

Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw tractie-eenheid voor informatie over de veiligheid van het elektrische systeem.

Installatie

De machine voorbereiden op de montage

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

  2. Zorg ervoor dat de parkeerrem is aangetrokken; raadpleeg de gebruikershandleiding van uw tractie-eenheid.

  3. Schakel de machine uit en verwijder het contactsleuteltje.

  4. Draai de afkoppelschakelaar van de accu op UIT.

  5. Til de motorkap op.

  6. Gebruik een digitale multimeter om de spanning over de positieve en negatieve busbars te meten.

    De spanning moet minder dan 1 VDC zijn. Als de spanning hoger is dan 1 VDC, controleer dan of de sleutelschakelaar én de accu-ontkoppelingsschakelaar in de UIT-STAND staan. Controleer de spanning daarna opnieuw. Als de spanning nog steeds hoger is dan 1 VDC, kan er een accustoring zijn; raadpleeg de onderhoudshandleiding van de tractie-eenheid of uw erkende Toro distributeur.

De accubak monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Accubak1
Slotbout (5/16")4
Zeskantige flensmoer4

Gebruik 4 slotbouten (5/16") en 4 zeskantige flensmoeren om de accubak te bevestigen aan het frame van de accubehuizing (Figuur 1).

g449607

De accu's monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

HyperCell accu (apart verkrijgbaar; raadpleeg uw erkende Toro distributeur)2
Zeskantbout (¼")4
Busbar2
Rode accukabel1
Zwarte accukabel1
Kabelboom (data-interface - 7½")1
Kabelboom (data-interface - 45½")1
Accudeksel1
Schuimrubberen kussentje2
Zeskantbout (5/16")4
Ring (5/16")4
Zeskantige flensmoer4
Druknagel1
Slotbout (¼")2
Ring (¼")2
Borgmoer2
Kabelbinder2

De accukabels monteren

  1. Plaats twee accu’s in de accubak (Figuur 2).

    g493451
  2. Gebruik 2 zeskantbouten (¼") om de busbars losjes aan de accu's te bevestigen (Figuur 3).

    g449620
  3. Gebruik 2 zeskantbouten (¼") om de rode en zwarte accukabels aan te sluiten op de busbars die u hebt gemonteerd in de vorige stap (Figuur 4).

    Important: Monteer de zeskantbouten losjes op de kabels en de busbars. U gaat de bouten in een latere stap aandraaien.

    g450071
  4. Controleer of de busbars goed vastzitten en draai de zeskantbouten (Figuur 3 en Figuur 4) vast met een torsie van 11 N·m.

  5. Leid de accukabels naar de achterkant van de accubak zoals getoond in Figuur 4 en Figuur 5.

    Important: Zorg ervoor dat de kabels uit de buurt van knelpunten of scherpe randen worden geleid.

    g493432
  6. Gebruik 2 slotbouten (¼"), ringen (¼") en 2 borgmoeren om de rode en zware accukabels aan te sluiten op de busbars aan de achterkant van de accubak zoals getoond in Figuur 6.

    Draai het bevestigingsmateriaal vast met een torsie van 10,8 N·m.

    Note: De zwarte accukabel in de set wordt gemonteerd bovenop de bestaande zwarte accukabel op de machine zoals getoond in Figuur 6.

    g492556

De kabelbomen monteren

  1. Sluit de kabelbomen aan op de accu’s zoals getoond in Figuur 7.

    g493637
  2. Leid de resterende connector van de data-interface kabelboom (45½") naar de achterkant van de accubak (Figuur 7).

  3. Verwijder de aanwezige kabelboom (CAN) van de D2-accupoort (Figuur 8). Bewaar de kabelboom.

    g459706
  4. Monteer de resterende connector van de data-interface kabelboom aan de D2-accupoort (Figuur 8).

  5. Monteer de kabelboom (CAN) die u hebt verwijderd in stap 3 aan de D2-accupoort op de bovenste accu in de accubak (Figuur 9).

    g493638
  6. Gebruik een druknagel om de accukabels en de data-interface kabelboom aan de accubak te bevestigen (Figuur 10).

    g464840
  7. Breng de schuimrubberen kussentjes aan op het accudeksel zoals getoond in Figuur 11.

    g455121
  8. Gebruik 4 zeskantbouten (5/16"), 4 ringen (5/16") en 4 zeskantige flensmoeren om het accudeksel te bevestigen aan de accubak (Figuur 12).

    g455142

De kabelbinders aan de kabelboom en accukabels aanbrengen

Important: Voordat u de kabelbinders aanbrengt, moet u ervoor zorgen dat de kabelboom en de kabels uit de buurt van bewegende of scherpe onderdelen worden geleid.

Gebruik 2 kabelbinders om de kabelboom en accukabels aan elkaar vast te maken op de plaatsen die worden getoond in Figuur 13.

g493679

Toro DIAG gebruiken om de accu-instellingen te configureren en te controleren

Voorbereiding op het gebruik van Toro DIAG

U moet Toro DIAG gebruiken om het aantal uitgeruste accu’s op de machine te configureren en hun softwareversie te controleren.

  1. Draai de afkoppelschakelaar van de accu op UIT.

  2. Verwijder de kap van de oplaadkabel (Figuur 14).

    g479462
  3. Verwijder de DC-connector van de oplader (Figuur 15).

    g479463

Toro DIAG gebruiken om de accu-instellingen te configureren

  1. Sluit Toro DIAG aan op de machine; raadpleeg de Gebruikershandleiding voor Toro DIAG commerciële producten.

  2. Zorg ervoor dat de softwareversie voor de accu’s bijgewerkt is door de knop REPROGRAM (herprogrammeren) in Toro DIAG te selecteren; raadpleeg de Gebruikershandleiding van de Toro DIAG software.

  3. Draai de afkoppelschakelaar van de accu op AAN.

  4. Selecteer PRIMARY CONTROLLER (primaire controller) in Toro DIAG, ga naar het tabblad CONFIG en voer het aantal uitgeruste accu’s op de machine in in het veld NUMBER OF BATTERIES (aantal accu’s).

  5. Maak Toro DIAG los van de machine.

De accu-instellingen controleren

  1. Draai de afkoppelschakelaar van de accu op UIT.

  2. Sluit de DC-connector aan op de oplader (Figuur 15).

  3. Monteer de kap van de oplaadkabel (Figuur 14).

  4. Draai de afkoppelschakelaar van de accu op AAN.

  5. Laad de accu’s op; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw machine.

  6. Voer de volgende stappen uit om het aantal actieve accu's van de machine te controleren:

    1. Gebruik het weergavescherm van de machine om naar het menu DIAGNOSTIEK te gaan.

    2. Ga naar het menu-item ACCU’S, selecteer OUTPUTS en selecteer dan AANTAL ACCUPACKS.

    3. Controleer of het getoonde aantal in het scherm AANTAL ACCUPACKS overeenkomt met het aantal accu’s van de machine.

De montage voltooien

  1. Controleer of de accu-ontkoppelingsschakelaar AAN staat.

  2. Controleer of er geen foutcodes worden weergegeven op het display van de machine.

    • Als op het display een U1311-foutcode wordt weergegeven, komt de accusoftware niet overeen met de software van de machine en moet de software opnieuw worden geprogrammeerd met de huidige versie van TORO DIAG.

    • Als op het display een U1151-foutcode wordt weergegeven, komt het aantal accu's van de machine niet overeen met het aantal accu's die met Toro DIAG werden geconfigureerd. Sluit de machine aan op Toro DIAG en zorg ervoor dat het aantal accu's van de machine overeenkomt met het aantal accu's dat in Toro DIAG wordt vermeld.

    Neem voor hulp contact op met uw erkende Toro verdeler.