Note: Deze set is bedoeld voor het monteren van rollen op één maai-eenheid. Bestel rollensets voor elke maai-eenheid.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Sjabloon | 1 |
Het gebruik van snijgereedschap zonder het dragen van de geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), zoals oogbescherming en handschoenen, kan leiden tot licht of matig letsel.
Draag altijd de geschikte PBM wanneer u snijgereedschap gebruikt.
Note: Verwijder indien nodig de maai-eenheden van de machine. Als u de maai-eenheden niet verwijdert, vergrendel ze dan in de transportstand.
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, zet de motor af, blokkeer de wielen of stel de parkeerrem in werking als de machine aan een tractie-eenheid gekoppeld is, en neem het sleuteltje uit het contact.
Verwijder de bestaande rollen van de maai-eenheid.
Lijn het sjabloon uit en monteer een slotbout (Figuur 1).
Important: Zorg ervoor dat het sjabloon strak tegen de maai-eenheid ligt. De vierkante opening van het sjabloon moet uitgelijnd zijn met de vierkante opening van de maai-eenheid.
Markeer het gebied dat verwijderd moet worden, verwijder het sjabloon en verwijder het materiaal van de maai-eenheid (Figuur 1).

Herhaal deze procedure aan de andere kant.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Sticker | 4 |
Breng de stickers aan op elke glijder zoals getoond in Figuur 2.

Sticker
28,6 mm
33,3 mm
Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Rol | 2 |
| Linkerglijder | 1 |
| Rechterglijder | 1 |
| Platte ring | 4 |
| Moer (11/32") | 4 |
| Borgmoer | 4 |
| Stofkap | 4 |
| Conische lager | 4 |
| Flensmoer (⅜") | 16 |
| Naaf | 4 |
| Slotbout (⅜" x 1¼") | 16 |
| Borgpen | 4 |
| Smeernippel | 4 |
Monteer de smeernippels in de naven (Figuur 3).
Smeer de rollagers met vet.
Breng vet aan op de loopring van het lager en het binnenste gedeelte van de naven.
Monteer de naven aan elke glijder met 16 slotbouten (⅜" x 1¼") en 16 slotbouten (⅜" x 1¼"), zie Figuur 3.
Monteer een glijder aan de maai-eenheid.
Monteer de rollen aan de glijder met 2 rollagers, 2 platte ringen , 2 moeren (11/32") en 2 borgmoeren (Figuur 3).

Monteer de moer en de borgmoer aan één uiteinde van de rolas totdat er 9,5 mm is tussen de voorkant van de borgmoer en het uiteinde van de rolas (Figuur 4).

Monteer de borgpen nadat u de borgmoer hebt afgesteld (Figuur 3).
Monteer de rollen in de naven op de tegenoverliggende glijder en bevestig de glijder aan de maai-eenheid.
Monteer de rollen aan de glijder met 2 rollagers, 2 platte ringen , 2 moeren (11/32") en 2 borgmoeren (Figuur 3).
Monteer de moeren en borgmoeren tot de lagers en het bevestigingsmateriaal in de naaf zitten.
Stel met een momentsleutel met wijzerplaat het rolkoppel voor de moer en borgmoer op beide assen in op 1,3 tot 1,7 Nm.
Note: Draai de borgmoeren indien nodig een kwartslag om het juiste koppel te bereiken. Controleer het koppel nadat u de borgmoeren hebt afgesteld.
Monteer de borgpennen en zorg ervoor dat alle 4 borgmoeren in de borgmoeren grijpen (Figuur 3).
Als de borgpennen niet in de borgmoeren grijpen, moet u de borgmoeren afstellen en het rolkoppel controleren.
Smeer de nieuwe naven.
Plaats de stofkappen op elk uiteinde van de rollen (Figuur 3).