![]() |
| CALIFORNIË |
| Proposition 65 Waarschuwing |
| De uitlaatgassen van de dieselmotor van dit product bevatten bestanddelen waarvan de staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kunnen veroorzaken. |
| Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen weet de staat Californië dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. Was uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest. |
| Gebruik van dit product kan u blootstellen aan chemische stoffen waarvan de staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen of schade aan de voortplantingsorganen veroorzaakt. |

. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.| Belangrijk |
|
Modelnummer:
|
Serienummer:
|

![]() |
Gevaar | |
![]() |
Waarschuwing | |
![]() |
Opgelet | |
te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van deze instructies kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.















| Belangrijk |

los waarmee de bedieningsarm
is vastgezet aan de bevestigingsbeugel
.|
1
|
Slanggeleider rechts vooraan
|
|
1
|
Slanggeleider links vooraan
|

en de dop
van elke hefarm van de maai-eenheid.
is gemonteerd aan het juiste uiteinde van de maai-eenheid volgens de instructies in de Gebruikershandleiding van de maai-eenheid.

is gemonteerd in het achterste gat van de stang van de compensatieveer, verwijder deze dan en steek deze in het gat naast
de beugel.
en 2 slotbouten (⅜" x 1¼")
waarmee de grascompensatiebeugel
bevestigd is aan het frame van de maai-eenheid.
waarmee de bout
van de grascompensatieveer is bevestigd aan de rechterlip
van het draagframe, en verwijder de compensatieveer van de maai-eenheid.
van de grascompensatieveer op de rechterlip
van het draagframe met de flensborgmoer (⅜")
.
van de linker slanggeleider uit met de gaten in het frame van de maai-eenheid en de grascompensatiebeugel
.
.
.

is gemonteerd in het achterste gat van de stang van de compensatieveer, verwijder deze dan en steek deze in het gat naast
de beugel.
en 2 slotbouten (⅜" x 1¼")
waarmee de grascompensatiebeugel
bevestigd is aan het frame van de maai-eenheid.
van de rechter slanggeleider uit met de gaten in het frame van de maai-eenheid en de grascompensatiebeugel
.
.

is gemonteerd in het achterste gat van de stang van de compensatieveer, verwijder deze dan en steek deze in het gat naast
de beugel.
en 2 slotbouten (⅜" x 1¼")
waarmee de grascompensatiebeugel
bevestigd is aan het frame van de maai-eenheid.
waarmee de bout
van de grascompensatieveer is bevestigd aan de rechterlip
van het draagframe, en verwijder de compensatieveer van de maai-eenheid.
van de grascompensatieveer op de rechterlip
van het draagframe met de flensborgmoer (⅜")
.
uit met de gaten in het frame van de maai-eenheid.
.
en 2 flensborgmoeren)
.
vast aan de kettingbeugel
met de borgpen
.


en de ring
waarmee het juk van het draaipunt
aan de hefarm
is bevestigd, en schuif de as uit de hefarm.
op de as van het draagframe
.
aan op het juk van het draaipunt, en lijn de openingen in het draagframe, de as, het juk van het draaipunt en de dop uit.
.
, en bevestig de as
met de lynchpen
en ring
aan de arm.
om te voorkomen dat de maai-eenheden naar beneden draaien wanneer u op een helling maait.
in het juk van het draaipunt om de maai-eenheid te vergrendelen.
voor een sturende maai-eenheid.
aan de kettingbeugel
met de borgpen
.
door deze rechtsom te draaien zodat de flenzen van motor vrij zijn van de bouten
.
| Belangrijk |
|
1
|
Kickstandaard van maaidek
|

zodat de moeren op het achtereind van de stelschroeven van de snijbalk niet op het werkvlak rusten.
aan de kettingbeugel
met de borgpen
.|
1
|
Motorkapsluiting
|
|
1
|
Pakking
|
|
1
|
Contramoer
|
|
1
|
Sluitring
|

uit de opening in de linkerkant van de motorkap.
op de motorkapsluiting
is gemonteerd
van de sluiting.
en moer.|
1
|
Sticker met productiejaar
|
|
1
|
CE-sticker
|
|
1
|
Sticker betreffende kantelgevaar
|

en laat de motorkap drogen. Gebruik hierbij schoonmaakalcohol en een schone doek.
en breng de sticker aan op de motorkap.
, en laat de beugel drogen. Gebruik hierbij schoonmaakalcohol en een schone doek.
en breng de sticker aan op de vloerbeugel.
schoon te maken, en laat de sticker drogen.
en breng de CE waarschuwingssticker aan over de bestaande sticker.









en breng de stuurkolom omlaag of omhoog naar een comfortabele bedieningspositie.

waarschuwt u wanneer de hydraulische filters moeten worden vervangen.
is geschikt voor 12 V elektrische apparaten.




worden in combinatie met de maai-/hefhendel gebruikt om de messenkooien te wetten.|
Specificatie:
|
Reelmaster 5410-D
|
Reelmaster 5510-D
|
|---|---|---|
|
Transportbreedte
|
228 cm
|
233 cm
|
|
Maaibreedte
|
254 cm
|
254 cm
|
|
Lengte
|
282 cm
|
282 cm
|
|
Hoogte
|
160 cm
|
160 cm
|
|
Gewicht (inclusief vloeistoffen en maaidekken met 8 messen)
|
1.339 kg
|
1.373 kg
|
|
Motor
|
Yanmar 36 pk
|
Yanmar 36 pk
|
|
Inhoud brandstoftank
|
53 liter
|
53 liter
|
|
Transportsnelheid
|
0 tot 16 km/uur
|
0 tot 16 km/uur
|
|
Maaisnelheid
|
0 tot 13 km/uur
|
0 tot 13 km/uur
|
| Belangrijk |
|
Type
|
Gebruik zomerdieselbrandstof (nr. 2-D) bij temperaturen boven -7°C en winterdieselbrandstof (nr. 1-D of nr. 1-D/2-D-mengsel)
bij temperaturen beneden -7°C. Gebruik van winterdieselbrandstof bij lage temperaturen biedt een lager vlampunt en een lager
stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en vermindert de kans dat de filters verstopt raken.
Zomerdieselbrandstof gebruiken bij temperaturen boven -7°C draagt bij aan een langere levensduur van de pomp en meer vermogen
dan winterdieselbrandstof.
|
|
|
Zwavelgehalte
|
Ultralaag (<15 ppm)
|
|
|
Minimaal cetaangetal
|
45
|
|
|
Opslag
|
Koop alleen de hoeveelheid verse dieselbrandstof biodiesel in binnen 180 dagen wordt verbruikt. Gebruik geen brandstof die
langer dan 180 dagen is opgeslagen.
|
|
|
Olie en toevoegingen
|
Niet toevoegen aan de brandstof
|
|
|
Dieselbrandstof moet voldoen aan:
|
Norm
|
Locatie
|
|
ASTM D975
|
VS
|
|
|
Nr. 1-D S15
|
||
|
No. 2-D S15
|
||
|
EN 590
|
EU
|
|
|
ISO 8217 DMX
|
Internationaal
|
|
|
JIS K2204 Grade No. 2
|
Japan
|
|
|
KSM-2610
|
Korea
|
|
|
Type
|
Deze machine kan ook gebruik maken van een dieselmengsel tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80% aardoliediesel).
De aardoliediesel in het mengsel moet een ultralaag zwavelgehalte (<15 ppm) hebben.
Gebruik B5 (biodieselinhoud 5%) of mengsels met een lager percentage in koud weer
|
|
|
Minimaal cetaangetal
|
40
|
|
|
Biodiesel voorzorgsmaatregelen
|
Gelakte oppervlakken kunnen worden beschadigd door biodiesel.
Controleer afdichtingen, slangen en pakkingen, die in contact met brandstof komen, omdat zij in de loop der tijd hierdoor
kunnen worden aangetast.
De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop van tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt op een biodieselmengsel.
Neem voor meer informatie contact op met uw erkende Toro distributeur.
|
|
|
Opslag
|
Koop alleen de hoeveelheid verse dieselbrandstof biodiesel in binnen 180 dagen wordt verbruikt. Gebruik geen brandstof die
langer dan 180 dagen is opgeslagen.
|
|
|
Olie en toevoegingen
|
Niet toevoegen aan de brandstof
|
|
|
Biodieselbrandstof moet voldoen aan:
|
Norm
|
Locatie
|
|
ASTM D6751
|
VS
|
|
|
EN 14214
|
EU
|
|
|
Mengbrandstof moet voldoen aan:
|
ASTM D975
|
VS
|
|
EN 590
|
EU
|
|
|
JIS K2204
|
Japan
|
|

van de brandstoftank.![]() |
Opgelet | |
| Belangrijk |

![]() |
Onderhoud is noodzakelijk.
|
![]() |
Temperatuur van de motorkoelvloeistof (°C of °F)
|
|
![]() |
Motortoerental/status – het toerental van de motor (tpm)
|
![]() |
De aftakas is ingeschakeld.
|
|
![]() |
Urenteller
|
![]() |
Start de motor.
|
|
![]() |
Brandstofpeil
|
![]() |
Motor
|
|
![]() |
Het brandstofpeil is laag.
|
![]() |
Pincode
|
![]() |
De gloeibougies werken.
|
![]() |
Een geparkeerde of herstelregeneratie wordt gevraagd.
Voer de regeneratie onmiddellijk uit.
|
|
![]() |
De maaidekken zijn omhooggebracht of worden opgetild.
|
![]() |
Een regeneratie wordt bevestigd en het verzoek wordt verwerkt.
|
|
![]() |
De maaidekken zijn omlaaggebracht of worden neergelaten.
|
|
Een regeneratie is bezig en de uitlaattemperatuur is hoger.
|
|
![]() |
Neem plaats op de bestuurdersstoel.
|
|
Defect van besturingssysteem van stikstofdioxide; de machine heeft onderhoud nodig.
|
|
![]() |
De parkeerrem is ingeschakeld.
|
![]() |
Accuspanning
|
|
![]() |
Opwarmmodus
|
![]() |
Tractie of tractiepedaal
|
|
![]() |
Storing/waarschuwing
|
![]() |
Waarde verhogen
|
|
![]() |
Vergrendeld
|
![]() |
Waarde verlagen
|
|
![]() |
De cruisecontrol is ingeschakeld.
|
![]() |
Omhoog/omlaag scrollen
|
|
![]() |
Actief
|
![]() |
Naar links/rechts scrollen
|
|
![]() |
Inactief
|
![]() |
Menu
|
|
![]() |
Volgend scherm
|
![]() |
Vorig scherm
|
Beveiligd menu – Enkel toegankelijk met de pincode|
Menu-item
|
Beschrijving
|
|---|---|
|
Storingen
|
Het menu Storingen bevat een lijst met de recente machinestoringen. Raadpleeg de Onderhoudshandleiding of neem contact op met een erkende Toro distributeur voor meer informatie over het menu Storingen en de informatie die het bevat.
|
|
Onderhoud
|
Het menu Onderhoud bevat informatie over de machine, zoals bedrijfsurentellers en andere cijfergegevens van die aard.
|
|
Diagnostiek
|
Het menu Diagnostiek geeft de status van elke machineschakelaar, sensor en bedieningsoutput aan. U kunt dit menu gebruiken
om sommige problemen op te lossen. In het menu ziet u namelijk welke onderdelen in- en uitgeschakeld zijn.
|
|
Instellingen
|
In het menu Instellingen kunt u de configuratieparameters in het display aan uw voorkeur aanpassen en wijzigen.
|
|
Machine-instellingen
|
In het menu Machine-instellingen kunt u de drempels voor acceleratie, snelheid en tegengewicht bepalen.
|
|
Machine
|
In het menu Machine ziet u het modelnummer, het serienummer en de versie van de software op uw machine.
|
|
Menu-item
|
Beschrijving
|
|---|---|
|
Hours
|
Het totale aantal bedrijfsuren van de machine, motor en aftakas, alsook het aantal uren dat de machine getransporteerd is
geweest en de tijd tot het volgende onderhoudsinterval.
|
|
Counts
|
Een overzicht van talrijke tellingen die de machine heeft uitgevoerd.
|
|
DPF-regeneratie
|
De optie regeneratie van dieselpartikelfilter en DPF-submenu’s
|
|
Tractiepedaal
![]() |
Kalibreert het tractiepedaal.
|
|
Tractiepomp
![]() |
Kalibreert de tractiepomp.
|
|
Virtuele snelheidssensor
![]() |
Kalibreert de virtuele snelheidssensor.
|
|
Menu-item
|
Beschrijving
|
|---|---|
|
Tractie
|
Geeft de invoer en uitvoer van het tractiepedaal weer.
|
|
Maai-eenheden
|
Geeft de invoer, bepalende factoren en uitvoer voor het optillen en neerlaten van de maaidekken aan.
|
|
Aftakas
|
Geeft de invoer, bepalende factoren en uitvoer voor het inschakelen van het aftakascircuit aan.
|
|
Motor
|
Geeft de invoer, bepalende factoren en uitvoer voor het inschakelen van de motor aan.
|
|
CAN statistieken
|
Geeft de invoer en uitvoer voor het CAN weer.
|
|
Menu-item
|
Beschrijving
|
|---|---|
|
Code invoeren
|
Geeft een door uw bedrijf geautoriseerde persoon (toezichthouder/mecanicien) toegang tot de beveiligde menu's met een pincode.
|
|
Achtergrondverlichting
|
Bepaalt de helderheid van het lcd.
|
|
Taal
|
Bepaalt de taal die gebruikt wordt op het display*.
|
|
Lettergrootte
|
Bepaalt de lettergrootte op het display.
|
|
Eenheden
|
Bepaalt de eenheden die gebruikt worden op het display (Amerikaans of metrisch).
|
|
Instellingen beveiligen
![]() |
Hiermee kunt u de beveiligde instellingen aanpassen.
|
|
Menu-item
|
Beschrijving
|
|---|---|
|
Front Backlap
|
Bepaalt de snelheid van de voorste messen in wetmodus.
|
|
Rear Backlap
|
Bepaalt de snelheid van de achterste messen in wetmodus.
|
|
Maaisnelheid
![]() |
Regelt de maximumsnelheid in maaimodus (laag bereik). Dit wordt gebruikt om het toerental van de messenkooi te bepalen.
|
|
Transportsnelheid
![]() |
Regelt de maximumsnelheid in transportmodus (hoog bereik).
|
|
Aantal messen
![]() |
Bepaalt het aantal messen van de messenkooi voor het messenkooitoerental.
|
|
Maaihoogte
![]() |
Regelt de maaihoogte om het messenkooitoerental te bepalen.
|
|
Toerental voorste messenkooi
![]() |
De berekende toerentalstand van de voorste messenkooien. De messenkooien kunnen ook handmatig worden ingesteld.
|
|
Toerental achterste messenkooi
![]() |
De berekende toerentalstand van de achterste messenkooien. De messenkooien kunnen ook handmatig worden ingesteld.
|
|
Energiezuinige modus
![]() |
Als de Energiezuinige modus geactiveerd is, wordt het motortoerental tijdens het maaien verlaagd zodat de machine stiller
en zuiniger werkt. Het toerental van de messenkooi verandert niet, maar de maaisnelheid neemt af als de maaistop niet overeenkomstig
wordt aangepast.
|
|
Smart Power
![]() |
Smart Power in- en uitschakelen.
|
|
Acceleratie
![]() |
Lage, medium en hoge instellingen bepalen hoe snel de tractiesnelheid reageert wanneer u het tractiepedaal indrukt.
|
|
Menu-item
|
Beschrijving
|
|---|---|
|
Model
|
Het modelnummer van de machine.
|
|
Serienummer
|
Het serienummer van de machine.
|
|
Softwareversie
|
De softwareversie van de hoofdcontroller.
|
|
Softwareversie InfoCenter
![]() |
De softwareversie van het InfoCenter.
|


.
tot het eerste gewenste cijfer verschijnt. Druk dan op de rechter navigatieknop
om naar het volgende cijfer te gaan. Herhaal deze stap tot het laatste cijfer ingevoerd is.
.
(Uit).
(Aan). Stel vervolgens de pincode in, en draai het contactsleuteltje Uit en daarna weer Aan.

regelt de snelheid vooruit en achteruit van de machine en het dynamisch remmen wanneer u het pedaal laat terugkeren naar
de neutraalstand.

vergrendelt u de machine in cruisecontrol zodat de gewenste grondsnelheid behouden wordt. Druk op de achterzijde van de schakelaar
om de cruisecontrol uit te schakelen. Met de middelste stand van de schakelaar wordt de cruisecontrol ingeschakeld en met
de voorzijde van de schakelaar kan de gewenste rijsnelheid worden ingesteld.
op het display geeft aan wanneer de opwarmmodus actief is. Gebruik de machine pas na de opwarmperiode.| Belangrijk |
zorgt ervoor dat het gewicht van de voorste naar de achterste rol wordt verplaatst. Dit voorkomt dat er een golfpatroon in
de grasmat ontstaat, ook wel bekend als 'bobbing'.| Belangrijk |

in de achterste opening in de veerstang
.
op het voorste uiteinde van de veerstang vast totdat de lengte van de samengedrukte veer 12,7 cm bedraagt op de maaidekken
van 12,7 cm of 15,9 cm op de maaidekken van 17,8 cm.| Belangrijk |
![]() |
Opgelet | |
| Pictogram | Betekenis van pictogram |
|---|---|
![]() |
Een geparkeerde of herstelregeneratie wordt gevraagd.
Voer de regeneratie onmiddellijk uit.
|
![]() |
Een regeneratie wordt bevestigd en het verzoek wordt verwerkt.
|
![]() |
Een regeneratie is bezig en de uitlaattemperatuur is hoger.
|
![]() |
Defect van besturingssysteem van stikstofdioxide; de machine heeft onderhoud nodig.
|
| Soort regeneratie | Omstandigheden die DPF-regeneratie veroorzaken | Beschrijving van de DPF-regeneratie |
|---|---|---|
|
Passief
|
Gedurende normaal bedrijf van de machine, bij een hoog toerental of hoge motorbelasting
|
|
|
Ondersteund
|
Doet zich voor door laag motortoerental, lage motorbelasting of nadat de computer heeft gedetecteerd dat het dieselpartikelfilter
verstopt raakt met roet
|
|
|
Reset
|
Eens om de 100 bedrijfsuren
Doet zich ook voor als de motor tijdens bedrijf de toegelaten hoeveelheid roetafzetting in het filter overschrijdt.
|
|
| Soort regeneratie | Omstandigheden die DPF-regeneratie veroorzaken | Beschrijving van de DPF-regeneratie |
|---|---|---|
|
Geparkeerd
|
Doet zich voor omdat de computer detecteert dat de automatische DPF-reiniging niet volstond.
Doet zich ook voor wanneer u een geparkeerde regeneratie start.
Kan zich voordoen omdat de Inhibit Regen (regeneratie verhinderd) geactiveerd werd en de automatische DPF-reiniging heeft
verhinderd.
Kan veroorzaakt worden door de verkeerde brandstof of motorolie te gebruiken
|
|
|
Herstel
|
Doet zich voor omdat de vraag om een geparkeerde regeneratie genegeerd werd en het DPF ernstig verstopt kan raken.
|
|


| Belangrijk |
| Belangrijk |
.
weergegeven in het InfoCenter.
![]() |
Opgelet | |

met het lange uiteinde in een buis of gelijkaardig voorwerp, en draai de veer rond de kraagbout
in de gewenste stand.

bevestigd is aan de schakelaarplaat
.| Belangrijk |
| Belangrijk |
| Belangrijk |





| Belangrijk |


op het verdeelstuk ingedrukt en pomp
drie keer op het verdeelstuk. Zodra er aanzienlijke weerstand is bij het pompen, wordt de rem losgelaten.| Belangrijk |
| Belangrijk |
| Belangrijk |
|
Onderhoud
Onderhoudsinterval |
Onderhoudsprocedure
|
Onderdeelnr. |
Aantal |
Beschrijving |
|---|---|---|---|---|
|
Na het eerste bedrijfsuur
|
- |
- |
- |
|
|
- |
- |
- |
||
|
- |
- |
- |
||
|
Na de eerste 10 bedrijfsuren
|
- |
- |
- |
|
|
- |
- |
- |
||
|
- |
- |
- |
||
|
127-2998 |
1 |
Riem van dynamo |
||
|
Voor elk gebruik of dagelijks
|
- |
- |
- |
|
|
- |
- |
- |
||
|
- |
- |
- |
||
|
121-6395
|
1 |
15W-40 Premium motorolie (5 gallon) |
||
|
121-6394
|
1 |
15W-40 Premium motorolie (55 gallon) |
||
|
- |
- |
- |
||
|
- |
- |
- |
||
|
- |
- |
- |
||
|
- |
- |
- |
||
|
- |
- |
- |
||
|
133-8086 |
1 |
PX Extended Life hydraulische vloeistof (5 gallon) |
||
|
133-8087 |
1 |
PX Extended Life hydraulische vloeistof (55 gallon) |
||
|
- |
- |
- |
||
|
- |
- |
- |
||
|
Om de 50 bedrijfsuren
|
108-1190 |
1 |
Premium universeel vet (14 oz) |
|
|
- |
- |
- |
||
|
- |
- |
- |
||
|
Om de 100 bedrijfsuren
|
- |
- |
- |
|
|
127-2998 |
1 |
Riem van dynamo |
||
|
Om de 250 bedrijfsuren
|
125-7025 |
1 |
Oliefilter |
|
|
121-6395
|
1 |
15W-40 Premium motorolie (5 gallon) |
||
|
121-6394
|
1 |
15W-40 Premium motorolie (55 gallon) |
||
|
- |
- |
- |
||
|
- |
- |
- |
||
|
- |
- |
- |
||
|
Om de 400 bedrijfsuren
|
108-3252145-3810 |
1 |
Luchtfilterelement |
|
|
125-2915 |
1 |
Waterfilter van het brandstofsysteem |
||
|
125-8752 |
1 |
Brandstoffilter |
||
|
- |
- |
- |
||
|
Om de 800 bedrijfsuren
|
- |
- |
- |
|
|
- |
- |
- |
||
|
Ververs de hydraulische vloeistof (als u de aanbevolen hydraulische vloeistof niet gebruikt, of het reservoir ooit hebt gevuld met een andere vloeistof).
|
133-8086 |
1 |
PX Extended Life hydraulische vloeistof (5 gallon) |
|
|
133-8087 |
1 |
PX Extended Life hydraulische vloeistof (55 gallon) |
||
|
Vervang het retourfilter voor de hydraulische vloeistof en het laadfilter voor de hydraulische vloeistof (als u de aanbevolen hydraulische vloeistof niet gebruikt, of het reservoir ooit hebt gevuld met een andere vloeistof).
|
75-1310 |
1 |
Hydraulisch filter |
|
|
94-2621 |
1 |
Hydraulisch filter |
||
|
Smeer de lagers van de achterwielen (raadpleeg de Onderhoudshandleiding).
|
108-1190 |
1 |
Premium universeel vet (14 oz) |
|
|
Om de 1.000 bedrijfsuren
|
Vervang het retourfilter voor de hydraulische vloeistof en het laadfilter voor de hydraulische vloeistof (als u de aanbevolen hydraulische vloeistof gebruikt).
|
75-1310 |
1 |
Hydraulisch filter |
|
94-2621 |
1 |
Hydraulisch filter |
||
|
Om de 2.000 bedrijfsuren
|
Ververs de hydraulische vloeistof (als u de aanbevolen hydraulische vloeistof gebruikt).
|
133-8086 |
1 |
PX Extended Life hydraulische vloeistof (5 gallon) |
|
133-8087 |
1 |
PX Extended Life hydraulische vloeistof (55 gallon) |
||
|
Om de 6.000 bedrijfsuren
|
Demonteer, reinig en monteer het roetfilter van het DPF (raadpleeg de Onderhoudshandleiding).
|
- |
- |
- |
|
Voorafgaand aan stalling
|
- |
- |
- |
|
|
Om de 2 jaar
|
Spoel het koelsysteem spoelen en ververs de vloeistof van het koelsysteem (ga naar een erkende (service)dealer of raadpleeg
de Onderhoudshandleiding).
|
- |
- |
- |
|
Vervang de hydraulische slangen (breng de machine naar een erkende servicedealer of distributeur of raadpleeg de Onderhoudshandleiding).
|
- |
- |
- |
|
|
Vervang de slangen van het koelsysteem (breng de machine naar een erkende servicedealer of distributeur of raadpleeg de Onderhoudshandleiding).
|
- |
- |
- |
|
Gecontroleerd item
|
Voor week van:
|
|||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Ma.
|
Di.
|
Wo.
|
Do.
|
Vr.
|
Za.
|
Zo.
|
||||
|
Werking van veiligheidssysteem controleren.
|
||||||||||
|
Werking van de remmen controleren.
|
||||||||||
|
Peil van de motorolie en brandstof controleren.
|
||||||||||
|
Brandstoffilter/waterafscheider aftappen.
|
||||||||||
|
Controleer de blokkage-indicator van het luchtfilter.
|
||||||||||
|
Radiateur en scherm controleren op vuil.
|
||||||||||
|
Controleren of motor ongewone geluiden maakt.1
|
||||||||||
|
Controleren op ongewone geluiden tijdens het gebruik.
|
||||||||||
|
Peil van het hydraulische systeem controleren.
|
||||||||||
|
De indicator van het hydraulische filter controleren.2
|
||||||||||
|
Hydraulische slangen en leidingen op schade controleren.
|
||||||||||
|
Controleren op lekkages.
|
||||||||||
|
Controleer de bandenspanning.
|
||||||||||
|
Werking van instrumenten controleren.
|
||||||||||
|
Afstelling van contact tussen ondermes en messenkooi controleren.
|
||||||||||
|
Maaihoogte-instelling controleren.
|
||||||||||
|
Controleren of de smeernippels moeten worden gesmeerd.3
|
||||||||||
|
Beschadigde lak bijwerken.
|
||||||||||
|
||||||||||
Zie de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. |
||||||||||
|
Controle uitgevoerd door:
|
||
|---|---|---|
|
Item
|
Datum
|
Informatie
|
|
1
|
||
|
2
|
||
|
3
|
||
|
4
|
||
|
5
|
||

los en draai de motorkap open.
.
van de schermvergrendeling
.
aan door de schermvergrendeling
.
.
.
.
|
Pomp van aandrijfas (3)
|
![]() G452381
|
|
Cilinders van hefarm van maaidek (2 elk)
Draaipunten van hefarm (1 elk)
|
![]() G452355
|
|
Draagframe en draaipunt van maaidek (2 elk)
|
![]() G452356
|
|
Draaias van hefarm (1 elk)
|
![]() G452357
|
|
Draaipunt van asbesturing (1)
|
![]() G452379
|
|
Kogelverbindingen van stuurcilinder (2)
|
![]() G452380
|

aan het uiteinde van de luchtfilterbehuizing.

| Belangrijk |

| Belangrijk |
| Belangrijk |
| Belangrijk |




| Belangrijk |
| Belangrijk |
| Belangrijk |



.
.
.
; raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor meer informatie.
.
waarmee de kap van de brandstofsensor
is bevestigd aan de brandstoftank
, en verwijder de kap.
van de connector met 2 pinnen van de machinekabelboom
.
waarmee de slangen
zijn bevestigd aan de fittings
van de brandstofsensor naar binnen en verwijder de slangen van de fittings.
los.

vast op de brandstoftank.
op de fittings
van de brandstofsensor en bevestig de slangen met de klemmen
aan de fittings.
in de connector van de machinekabelboom
.
aan de brandstoftank
met de 5 schroeven
.| Belangrijk |
![]() |
Gevaar | |

van de accubak
door op de zijkanten van het accudeksel te drukken.
.
van de klem van de pluskabel van de accu en maak de pluskabel van de accu los.
aan op de positieve (+) accupool.
aan op de minpool (-) van de accu.
van het deksel in de sleuven
in de accubak.
bevindt zich onder de stoel.

.
.![]() |
Waarschuwing | |
![]() |
Waarschuwing | |


aan de uiteinden van de trommel van de tractiestang
los.
.| Belangrijk |
|
Ethyleenglycol vloeistoftype
|
Type corrosieremmer
|
|||
|---|---|---|---|---|
|
Extended life antivries
|
Organisch-zuurinhibitortechnologie (OAT, Organic-acid technology)
|
|||
Vertrouw niet op de kleur van de koelvloeistof om het verschil te bepalen tussen conventionele (groene) IAT-koelvloeistof
(inorganic-acid technology of anorganisch-zuurinhibitortechnologie) en extended life koelvloeistof.
Fabrikanten van koelvloeistof kunnen extended life koelvloeistof kleuren in een van de volgende kleuren: rood, roze, oranje,
geel, blauw, groenblauw, violet en groen. Gebruik koelvloeistof die voldoet aan de specificaties in de tabel met de normen
voor extended life koelvloeistof. |
||||
|
ATSM International
|
SAE International
|
|---|---|
|
D3306 en D4985
|
J1034, J814 en 1941
|
| Belangrijk |
![]() |
Opgelet | |


los en draai het achterscherm
open.
grondig met perslucht.
en de krukas in te drukken.
los.| Belangrijk |
| Belangrijk |

| Belangrijk |

. U ziet de indicator voor onderhoud van het filter door de opening in de bodemplaat. Terwijl de motor op bedrijfstemperatuur
draait, controleert u de kleur van de indicator als volgt:
aan de voorkant van de machine.
schoon.
aan de linkerkant van de machine.
schoon.
| Belangrijk |
![]() |
Waarschuwing | |

![]() |
Waarschuwing | |
![]() |
Gevaar | |
| Belangrijk |
| Belangrijk |

| Belangrijk |