Deze set bevat onderdelen voor het plaatsen van de nieuwe HyperCell® accu’s (die de bestaande Samsung accu’s en bijbehorende onderdelen vervangen) in de Greensmaster eTriFlex 3370 tractie-eenheid.

Installatie

Voorzichtig

Het verwijderen of installeren van de accu’s kan leiden tot lichamelijk letsel en schade aan eigendommen.

Volg deze aanbevelingen wanneer u de accu's installeert of verwijdert:

  • Koppel altijd de hoofdstroomconnectoren los bij onderhoud aan producten met lithiumionaccu's.

  • Onderhoud lithiumionaccu’s altijd met de machine geparkeerd in de buurt van een servicedeur die groot genoeg is om het product of de accu in geval van nood naar buiten te verplaatsen, en houd een branddeken in de buurt. Gebruik geen brandblusser op lithiumionaccu's.

  • Zorg dat de accupolen of accukabels geen metalen onderdelen van de machine raken.

  • Voorkom dat metalen gereedschappen kortsluiting veroorzaken tussen de accupolen of accukabels en metalen onderdelen van de machine.

  • Bevestig nooit iets anders aan de accupool dan de accukabel of kabelboomconnector die bij het product geleverd werd.

  • Zorg ervoor dat de accuhouders en deksels altijd op hun plaats zitten om de accu's te beschermen en vast te zetten.

De machine voorbereiden op de montage

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

  2. Haal de parkeerrem aan.

  3. Breng de maai-eenheden omlaag.

  4. Schakel de machine uit en verwijder het contactsleuteltje.

  5. Koppel de hoofdstroomconnectoren los; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw machine.

  6. Krik de machine op; raadpleeg het onderdeel voorbereidingen voor het onderhoud van de Gebruikershandleiding van uw machine.

  7. Verwijder de 4 wielmoeren waarmee het wiel is bevestigd aan de wielnaaf en verwijder het wiel van de machine (Figuur 1).

    g293906

De Samsung accu's, accubakken en bijbehorende onderdelen verwijderen

De Samsung accu’s, kabels en kabelboom verwijderen

Raadpleeg het hoofdstuk De lithiumionaccu’s (model 04590) onderhouden in de Onderhoudshandleiding voor instructies om de Samsung accu’s, het middelste accudeksel, de accukabels en de accu-interface kabelboom te verwijderen.

Bewaar het middelste accudeksel voor latere montage.

Note: Labels voor de kabelboom en kabelaansluitingen zijn niet nodig.

De accubakken verwijderen

  1. Verwijder spanning op de veer van de remactuator door de moer los te draaien (Figuur 2) waarmee de oogbout is bevestigd aan de veerbeugel.

    g499402
  2. Verwijder de pennen waarmee de remactuator is bevestigd aan de zijdelingse accubak aan de rechterkant van de machine (Figuur 3).

    g499401
  3. Verwijder het bevestigingsmateriaal (Figuur 4) waarmee de zijdelingse accubakken aan het machineframe zijn bevestigd.

    g496825
  4. Verwijder het bevestigingsmateriaal waarmee de bovenste accubak aan het machineframe is bevestigd (Figuur 5).

    g496826
  5. Verwijder de moeren waarmee de TEC controller is bevestigd aan de accubak (Figuur 6). Bewaar de controller voor latere montage.

    g499400

De bovenste bevestigingsplaat monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Bovenste bevestigingsplaat1
Flensbout (5/16" x 1")2
Flensmoer (5/16")2
Flensbout (⅜" x 1")2
Schuimband - 19 cm55
Flensbout (¼" x 1¼")4
Plaatmoer (¼")4

Schuimbanden en de TEC controller aan de bovenste bevestigingsplaat monteren

  1. Monteer 5 schuimbanden (19 cm) aan de bovenste bevestigingsplaat (Figuur 7).

    g494748
  2. Gebruik 4 flensbouten (¼" x 1¼") en 4 plaatmoeren (¼") om de TEC controller (verwijderd van de Samsung accubak) te bevestigen aan de bovenste bevestigingsplaat (Figuur 8).

    g494889

De bovenste bevestigingsplaat aan de machine monteren

  1. Gebruik 2 flensbouten (5/16” x 1") en 2 flensmoeren (5/16") om de bovenste bevestigingsplaat vast te maken aan het machineframe (Figuur 9).

    Draai het bevestigingsmateriaal vast met een torsie van 19 tot 24 N·m.

    g496698
  2. Gebruik 2 flensbouten (⅜" x 1") om de bovenste bevestigingsplaat vast te maken aan de stuurbehuizing (Figuur 10).

    Draai de bouten vast met een torsie van 32,5 tot 40,5 N·m.

    g496699

De HyperCell accu's installeren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

HyperCell accu55
Bovenste band1
Onderste basisplaat1
Schuimband - 19 cm4
Flensbout (⅜" x 1")12
Flensmoer (⅜")12
Busbar6
Bout (¼" x ¾")10
Data-interface kabelboom (63,5 cm)1
Data-interface kabelboom (19 cm)3
Zwarte accukabel1
Rode accukabel1
Rode/zwarte accukabel1
Onderste bevestigingsplaat1
Sticker model 045931
Slotbout (⅜" x 1")4
Flensmoer (⅜")4
Schuimband - 37 cm2

De accu's aan de bovenste bevestigingsplaat monteren

  1. Monteer 5 schuimbanden (19 cm) aan de beugel van de bovenste band (Figuur 11).

    g494749
  2. Voer de volgende stappen uit om 3 accu's op de bovenste bevestigingsplaat te installeren:

    1. Verwijder de dop (Figuur 12) van de pluspolen.

      g496126
    2. Lijn de buitenste accu’s zo uit dat ze zich tegen de linker- en rechterkant van de bovenste bevestigingsplaat bevinden (Figuur 13).

      g495891
    3. Lijn de middelste accu zo uit dat de accupolen naar achteren wijzen, en laat de middelste accu in de bovenste bevestigingsplaat zakken, tussen de buitenste accu’s in (Figuur 13).

  3. Gebruik 6 flensbouten (⅜" x 1") en 6 flensmoeren (⅜") om de bovenste band aan de bovenste bevestigingsplaat vast te maken (Figuur 14).

    Draai het bevestigingsmateriaal vast met een torsie van 32,5 tot 40,5 N·m.

    g495892

De busbars, accukabels en data-interface kabelbomen aan de bovenste accu's monteren

  1. Monteer 2 data-interface kabelbomen (19 cm) in de accupoorten zoals getoond in Figuur 15.

    g495893
  2. Monteer een uiteinde van de data-interface kabelboom (63,5 cm) in de accupoort met aanduiding D2 zoals getoond in Figuur 15.

  3. Gebruik 6 bouten (¼" x ¾") om de volgende items aan de accupolen te bevestigen (Figuur 16).

    • 4 busbars

    • Rode (+) accukabel

    • Zwarte (-) accukabel

    • Rode (+) accukabel op de rode/zwarte accukabel

    g502392
  4. Haal de bouten (¼" x ¾") aan met een torsie van 10,7 tot 11,8 N·m.

De onderste accu's installeren

  1. Verwijder de dop (Figuur 17) van de pluspolen van de 2 resterende accu’s.

    g496126
  2. Monteer de 2 accu’s op de onderste basisplaat zoals getoond in Figuur 18.

    g499781
  3. Monteer 2 schuimbanden (37 cm) aan de onderste bevestigingsplaat (Figuur 19).

    g494747
  4. Breng de sticker model 04593 aan op de onderste bevestigingsplaat zoals getoond in Figuur 20.

    g501480
  5. Gebruik 6 flensbouten (⅜" x 1") en 6 flensmoeren (⅜") om de onderste bevestigingsplaat losjes vast te maken aan de onderste basisplaat (Figuur 21).

    g499782
  6. Zorg ervoor dat de accu's gecentreerd zijn in de basisplaat en draai het bevestigingsmateriaal vast met een torsie van 32,5 tot 40,5 N·m.

  7. Gebruik een vloerkrik om het geheel met de onderste basisplaat, accu's en onderste bevestigingsplaat als volgt te monteren:

    1. Plaats het geheel op een vloerkrik.

      Important: De accu's en basisplaat wegen ongeveer 34 kg. Laat iemand u helpen om ervoor te zorgen dat de accu’s en basisplaat gecentreerd zijn op de vloerkrik. Houd het midden van de accu’s en basisplaat op één lijn met de krik om te voorkomen dat de accu’s vallen.

    2. Gebruik 4 slotbouten (⅜" x 1") en 4 flensmoeren (⅜") om de accu aan het machineframe te bevestigen (Figuur 22).

      Draai het bevestigingsmateriaal vast met een torsie van 32,5 tot 40,5 N·m.

      g502234

De remactuator aan de onderste bevestigingsplaat monteren

  1. Gebruik de eerder verwijderde cilinderpen en borgpennen om de remactuator aan de onderste bevestigingsplaat vast te maken (Figuur 23).

    g505918
  2. Draai de moer van de oogbout vast voor de veer van de remactuator zodat de veerlengte 11,4 cm is; zie Figuur 24.

    g389185

De busbars, accukabels en data-interface kabelbomen aan de onderste accu's monteren

  1. Gebruik de 4 bouten (¼" x ¾") om de volgende items aan de accupolen te bevestigen (Figuur 25):

    • 2 busbars

    • Rode (+) accukabel

    • Zwarte (-) accukabel

    • Zwarte (-) accukabel op de rode/zwarte accukabel

    g496132
  2. Plaats een data-interface kabelboom (19 cm) in de accupoorten zoals getoond in Figuur 25.

  3. Monteer het resterende uiteinde van de data-interface kabelboom (63,5 cm) in de poort van de bovenste accu zoals getoond in Figuur 26.

    g420837
  4. Haal de bouten (¼" x ¾") aan met een torsie van 10,7 tot 11,8 N·m.

De rode/zwarte accukabel leiden

Leid het connectoruiteinde van de rode/zwarte accukabel naar de hoofdstroomconnector en de laderconnector aan de linkerkant van de machine zoals getoond in Figuur 27.

Zorg ervoor dat de druknagels op plaatsen die zijn aangegeven in Figuur 27 gemonteerd zijn.

g505298

De BMS-kabelboom en andere kabelboomconnectoren installeren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

BMS-kabelboom1
Kabelbinder6
  1. Verwijder de kap van de rechterkant van de machine (Figuur 28).

    g279712
  2. Leid de BMS-kabelboom naar de accupacks (Figuur 29) en langs de machinekabelboom onder de rechterkant van de machine (Figuur 30).

    Sluit de kabelboomconnectoren aan op de volgende poorten:

    Aanduiding van kabelboomconnectorConnector
    P02P12-connector (machinekabelboom)
    P03Accupoort D1 (buitenste accu links in de bovenste accustack)
    P06Accupoort D2 (onderste accu in onderste accustack)
    P04P65-connector (machinekabelboom)Verwijder de afsluitweerstand van de P65-connector voordat u de P04-connector van het BMS plaatst.
    P01P58-connector (machinekabelboom)Verwijder de afsluitweerstand van de P58-connector voordat u de P01-connector van het BMS plaatst.
    g500818
    g505664
  3. Bevestig de bestaande connectoren van de kabelboom met de aanduiding P02 en P03 aan de TEC controller (Figuur 31).

    g512184

Het onderste accudeksel monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Onderste accudeksel1
Borstbout6
Plaatmoer (5/16")6
  1. Monteer 6 plaatmoeren aan de lipjes op de bovenste bevestigingsplaat en de onderste bevestigingsplaat (Figuur 32).

    g500494
  2. Gebruik 6 borstbouten om het onderste accudeksel te bevestigen aan de onderste accuhouder (Figuur 33).

    g500459

De laderconnectoren installeren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Laderconnectoren1
Beugel van connector1
Bout (nr. 6)2
Borgmoer (nr. 6)2
Zekeringbeugel1

De bestaande onderdelen van het machineframe verwijderen

  1. Verwijder de linker zijkap van de machine (Figuur 34).

    g382143
  2. Verwijder en bewaar de zekeringen (zekeringen en kabels) van de zekeringbeugel (Figuur 35).

    g501602
  3. Verwijder de bestaande zekeringbeugel van het frame (Figuur 36). Bewaar het bevestigingsmateriaal.

    g501839
  4. Verwijder de bestaande laderconnector van het frame (Figuur 37). Bewaar de connector en het bevestigingsmateriaal.

    g501838

De laderconnectoren installeren

  1. Gebruik de eerder verwijderde flensbout (¼") en flensmoer (¼") om de beugel van de connector en de zekeringbeugel aan het frame te bevestigen (Figuur 38).

    g502027
  2. Bevestig de nieuwe laderconnectoren aan de bestaande laderconnectoren (Figuur 39).

    g502049
  3. Gebruik de nieuwe bouten (nr. 6) en borgmoeren (nr. 6) en de eerder verwijderde bouten (nr. 6) en borgmoeren (nr. 6) om de laderconnectoren aan het frame en de beugel van de connector te bevestigen (Figuur 39).

  4. Monteer de zekeringen aan de nieuwe zekeringbeugel (Figuur 35).

  5. Monteer de linker zijkap (Figuur 34).

De CAN-kabelboom, DC-DC-omzetter en de doppen van de connectoren plaatsen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

CAN-kabelboom1
DC-DC-omzetter1
Vastgemaakte dop1
Dop met 6 contacten1

De CAN-kabelboom en de DC-DC-omzetter plaatsen

  1. Koppel de kabelboomconnector los van de bestaande DC-DC-omzetter (Figuur 40) en verwijder de omzetter van het machineframe.

    Bewaar het bevestigingsmateriaal (d.w.z. de 2 bouten en 2 moeren) waarmee de omzetter aan het frame is bevestigd.

    g495748
  2. Gebruik het aanwezige bevestigingsmateriaal om de nieuwe DC-DC-omzetter aan het machineframe te bevestigen (Figuur 41).

    g504535
  3. Monteer de CAN-kabelboomconnectoren als volgt (Figuur 42):

    • Connector voor de CAN-kabelboom met de aanduiding P04: Sluit aan op de connector van de DC-DC-omzetter.

    • Connector voor de CAN-kabelboom met de aanduiding P03: sluit aan op de connector van de machinekabelboom met de aanduiding P07 (de connector die u hebt losgekoppeld van de bestaande DC-DC-omzetter).

    g504523

De doppen van de connectoren plaatsen

  1. Zoek de kabelboomconnector met de aanduiding P09 dicht bij de middelste maai-eenheid, laderconnectoren en zekeringhouders (Figuur 43).

    g502573
  2. Verwijder de diode van de kabelboomconnector met de aanduiding P09 (Figuur 43) en plaats de vastgemaakte dop op de connector (Figuur 44).

    g502574
  3. Verwijder de isolatiemodule van de CAN-bus van de kabelboomconnector met de aanduiding P050 (Figuur 45) en verwijder de isolatiemodule van de machine.

    g512451
  4. Sluit de dop met 6 contacten aan op de kabelboomconnector met de aanduiding P50 (Figuur 46).

    g502599
  5. Monteer de kap aan de rechterkant van de machine (Figuur 47).

    g279712

Het middelste accudeksel monteren

Gebruik het eerder verwijderde bevestigingsmateriaal en de klemmen om het middelste accudeksel op zijn oorspronkelijke plaats te bevestigen (Figuur 48).

g512462

De krikbeugel monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Krikbeugel1
  1. Gebruik de bestaande bouten (7/16") van de stuurbehuizing (dicht bij de stuurinrichting) om de krikbeugel aan de stuurbehuizing te bevestigen (Figuur 49).

    g495890
  2. Draai de bouten vast met een torsie van 75 tot 81 N·m.

De motorkapvergrendeling monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Vergrendeling1
Afstandsstuk1
Plaat van vergrendeling1
Grendelbeugel1
Popnagel2

Voorzichtig

Een boor gebruiken zonder geschikte oogbescherming kan ertoe leiden dat vuil in de ogen belandt en letsel veroorzaakt.

Draag altijd oogbescherming wanneer u boort.

  1. Gebruik een boor (⅞") om een gat te boren in een gecentreerd gedeelte van de motorkap zoals getoond in Figuur 50.

    g501868
  2. Gebruik de grendelbeugel als een sjabloon en markeer en boor 2 gaten (boor van 3/16") in een gecentreerd gedeelte van het accudeksel (Figuur 51).

    g501988
  3. Gebruik de contramoer van de vergrendeling, een afstandsstuk en de plaat van de vergrendeling om de vergrendeling aan de motorkap te bevestigen (Figuur 52).

    g501482
  4. Gebruik 2 popnagels om de grendelbeugel aan het accudeksel te bevestigen (Figuur 53).

    g501837

Toro DIAG gebruiken om de software bij te werken

  1. Sluit Toro DIAG aan op de machine; raadpleeg de Gebruikershandleiding van de Toro DIAG software en de Gebruikershandleiding van het Toro DIAG commerciële product.

  2. Werk het modelnummer bij naar 04593 en het serienummer naar het juiste serienummer voor uw conversieset voor accu.

    Note: Deze stap wordt uitgevoerd terwijl Toro DIAG probeert het modelnummer en serienummer van de machine op te halen; raadpleeg het hoofdstuk Communicatie met de machine tot stand brengen in de Gebruikershandleiding van de Toro DIAG software.

  3. Zorg ervoor dat de softwareversie voor de accu’s bijgewerkt is door de knop REPROGRAM (herprogrammeren) in Toro DIAG te selecteren; raadpleeg de Gebruikershandleiding van de Toro DIAG software.

De accu's opladen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Acculader1

Gebruik de acculader om de accu’s op te laden; raadpleeg de instructies voor het opladen van de accu’s in de Gebruikershandleiding van de Greensmaster eTriFlex 3370 (model 04591).

Achterwiel monteren

Gebruik de 4 eerder verwijderde wielmoeren om het achterwiel aan de wielnaaf te bevestigen (Figuur 54).

g293906