Onderhoud
Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Aanbevolen onderhoudsschema
| Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
|---|---|
| Na het eerste bedrijfsuur |
|
| Na de eerste 2 bedrijfsuren |
|
| Bij elk gebruik of dagelijks |
|
| Om de 100 bedrijfsuren |
|
| Jaarlijks |
|
| Jaarlijks of vóór stalling |
|
De machine veilig onderhouden
Lees de volgende veiligheidsmaatregelen voordat u onderhoudswerkzaamheden verricht aan de machine:
-
Voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert of de machine afstelt, moet u de motor uitschakelen en het sleuteltje verwijderen. Als er ooit grote herstellingen nodig zijn, neem dan contact op met een erkende servicedealer.
-
Controleer regelmatig of alle bevestigingen vast zitten en het veilig is om de machine te gebruiken.
-
Verander de instellingen van de motor niet.
-
Gebruik ter vervanging uitsluitend originele onderdelen en accessoires van Toro.
Het motoroliepeil controleren
| Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
|---|---|
| Bij elk gebruik of dagelijks |
|


De glijders controleren en instellen
| Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
|---|---|
| Jaarlijks |
|
Controleer de glijders; de vijzel mag de verharde ondergrond niet raken. Stel de glijders af zoals vereist om slijtage te compenseren (Figuur 19).
-
Maak de bouten van de glijder los.
-
Schuif een plank van 5 mm onder de schraper.
Note: Het gebruik van een dunnere plank resulteert in een agressievere schraper; het gebruik van een dikkere plank resulteert in een minder agressieve schraper.
-
Laat de glijders neer op de grond.
Note: Zorg ervoor dat de glijders plat op de grond liggen.
-
Maak de bouten van de glijder vast.


De werpranden inspecteren
| Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
|---|---|
| Jaarlijks |
|
Controleer de werpranden voor elke sessie op slijtage. Als een werprand tot aan de slijtage-indicator is afgesleten, laar dan een erkende servicedealer de werpranden vervangen (Figuur 20).

Motorolie verversen
| Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
|---|---|
| Na de eerste 2 bedrijfsuren |
|
| Jaarlijks |
|
Voordat u de olie ververst, moet u de motor indien mogelijk enkele minuten laten lopen zodat de olie warm wordt. Warme olie is vloeibaarder en voert vervuilingen beter mee.
| Motoroliecapaciteit | 0,70 liter |
| Olieviscositeit | Zie Figuur 22. |
| API-classificatie | SJ of hoger |
-
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
-
Plaats een olieopvangbak onder de olieaftapplug, verwijder de olieaftapplug en kantel de machine naar achteren en laat de gebruikte olie in de olieopvangbak weglopen (Figuur 21).

-
Nadat de gebruikte olie is afgetapt, zet u de maaimachine terug in de werkstand.
-
Plaats de olieaftapplug en draai ze stevig vast.
-
Maak de omgeving van de olievuldop schoon.
-
Gebruik Figuur 22 om te bepalen wat de beste olieviscositeit is voor het verwachte bereik van de buitentemperatuur:



Bougie vervangen
| Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
|---|---|
| Om de 100 bedrijfsuren |
|
Waarschuwing
Als u de bougie vervangt terwijl de motor nog warm is, kan dit leiden tot brandwonden.
Wacht totdat de motor koud is om de bougie te vervangen.
Gebruik een Toro bougie of een gelijkwaardige bougie (Champion® RN9YC of NGK BPR6ES).
De kabel van de vijzel afstellen
| Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
|---|---|
| Na de eerste 2 bedrijfsuren |
|
| Jaarlijks |
|
Als de aandrijfriem slipt of piept onder zware belasting, stel dan de kabel van de vijzel af.
-
Draai de moer los op de klem van de onderste kabelklem, maar verwijder deze niet (Figuur 26).

-
Trek de kabel omhoog om wat speling te verwijderen (Figuur 26).
Important: Haal niet alle speling van de kabel. Als u alle speling van de kabel haalt, zal de vijzel niet goed stoppen.
-
Houd de kabel op zijn plaats en draai de moer vast (Figuur 26).
De kabel van de transmissie afstellen
| Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
|---|---|
| Na de eerste 2 bedrijfsuren |
|
| Jaarlijks |
|
Als de wielen gemakkelijk vastlopen of als de wielen rijden zonder dat u de hendel voor de zelfaandrijving inschakelt, moet u de kabel van de transmissie afstellen.
-
Draai de moer los op de bovenste kabelklem, maar verwijder deze niet (Figuur 27).

-
Trek de kabel naar beneden om de meeste speling van de kabel te halen (Figuur 27).
Important: Haal niet alle speling van de kabel. Als u alle speling van de kabel haalt, kunnen de wielen gaan rijden zonder dat de hendel voor zelfaandrijving wordt ingeschakeld.
-
Draai de moer vast (Figuur 27).
Bandenspanning controleren
| Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
|---|---|
| Jaarlijks |
|





























