Veiligheid

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Informatieve en veiligheidsstickers zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers.

decal163-3509

Installatie

De machine gebruiksklaar maken

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

  2. Breng de maai-eenheden omlaag.

  3. Haal de parkeerrem aan.

  4. Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.

  5. Koppel de accu los; raadpleeg de Gebruikershandleiding die bij uw machine hoort.

    Waarschuwing

    Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Vonken kunnen accugassen tot ontploffing brengen en letsel veroorzaken.

    Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.

De verlichting monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Rechter koplamphouder1
Linker koplamphouder1
Rechter achterlichthouder1
Linker achterlichthouder1
Koplamp rechts1
Koplamp links1
Achterlicht2
Verlengbeugel van achterlicht2
Flensmoer (⅜")10
Zeskantbout (⅜" x 1")1
Zeskantbout (5/16" x 1")4
Zeskantbout (5/16" x ¾")4
Zeskantbout (⅜" x ¾")8
Flensmoer (5/16")4

De koplampen monteren

Note: De linker en rechter koplamp en de houders zijn verschillend. Zorg ervoor dat elke lamp en houder gemonteerd is aan de juiste kant.

  1. Ontkoppel de aansluitingen van de koplampen van het scherm en verwijder de bevestigingen waarmee het platformscherm is bevestigd aan het machineframe (Figuur 1).

    Bewaar de bevestigingen om het scherm aan de machine vast te maken.

    g238262
  2. Verwijder het scherm van het frame.

  3. Gebruik 5 zeskantbouten (⅜" x ¾") en 5 flensmoeren (⅜") om de linker koplamphouder aan de linker vloerbeugel te bevestigen (Figuur 2).

    g238155
  4. Gebruik 4 zeskantbouten (⅜" x ¾") en 4 flensmoeren (⅜") om de rechter koplamphouder aan de rechter vloerbeugel te bevestigen (Figuur 2).

  5. Bevestig de linker en rechter koplamp aan de koplamphouders (Figuur 3) met de meegeleverde bevestigingen.

    Note: Zorg ervoor dat de lens van de richtingaanwijzer van de koplamp naar de buitenkant van de tractie-eenheid is gericht.

    g252714
  6. Draai de borgmoer vast om de koplamp stevig vast te zetten tegen de koplampbeugel.

    Note: Draai de borgmoer niet te vast.

De achterlichten plaatsen

Note: De linker en rechter achterlichthouder zijn verschillend. Zorg ervoor dat elke houder gemonteerd is aan de juiste kant.

  1. Til de motorkap op; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw machine.

  2. Monteer de lichthouders; raadpleeg de volgende stappen naargelang uw machine:

    • Voor machinemodel 03674 (Reelmaster 5010-H), 03675 (Reelmaster 5410), en 03676 (Reelmaster 5510):

      1. Verwijder de bouten van de framerail aan elke kant van de machine (Figuur 4).

        g238255
      2. Gebruik de bouten die u eerder hebt verwijderd om de verlengbeugels van het achterlicht aan de framerail te bevestigen (Figuur 5).

        g238254
      3. Gebruik 4 bouten (5/16" x ¾") en 4 moeren (5/16") om de achterlichtsteunen aan de verlengbeugels te bevestigen (Figuur 5).

    • Voor alle andere machines:

      Note: Oudere machines kunnen een chassispoot hebben die uitsteekt voor het bevestigingsmateriaal van het radiateurframe. Verwijder de chassispoot, vijl het nieuwe chassisuiteinde en lak het (Figuur 6).

      g260849
      1. Verwijder het bestaande bevestigingsmateriaal aan beide kanten van het radiateurframe dicht bij de machineframerail (Figuur 7).

        g239057
      2. Gebruik 4 bouten (5/16" x ¾") en 4 moeren (5/16") om de achterlichtsteunen aan het radiateurframe te bevestigen (Figuur 8).

        g239132
  3. Monteer de achterlichten op de lichtsteunen met de bouten en moeren die bij elk licht zijn geleverd.

De claxon monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Claxon1
Claxonbeugel1
Zeskantbout (⅜" x 1")1
Flensmoer (⅜")1
  1. Gebruik het aanwezige bevestigingsmateriaal op de claxon om de claxon aan de claxonbeugel te bevestigen.

  2. Gebruik een zeskantbout (⅜" x 1") en een flensmoer (⅜") om de claxon en de claxonbeugel aan de rechter vloerbeugel te bevestigen (Figuur 9).

    g238169

De achterste verlichtingsplaat monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Bevestiging voor licht1
Verlichtingsplaat1
Flensmoer (⅜")2
Borgmoer (nr. 10)2
Flensbout (⅜")2
Schroef (nr. 10)2
  1. Open het achterscherm; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw machine.

  2. Lijn de bevestiging voor het licht uit met de onderkant van het machineframe.

  3. Markeer de locatie van de openingen in de bevestiging voor het licht op het frame, verwijder de verlichtingsplaat en boor 2 gaten (⅜") in het frame.

  4. Gebruik 2 flensbouten (⅜") en 2 flensmoeren (⅜") om de bevestiging voor het licht vast te maken aan het machineframe.

    g237977
  5. Gebruik 2 schroeven (nr. 10) en 2 borgmoeren (nr. 10) om de verlichtingsplaat aan de bevestiging voor het licht vast te maken.

    g237978
  6. Sluit het achterscherm.

De kolombeugel monteren op de stuurkolom

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Houder voor kolombeugel1
Knipperlichtmodule1
Aan-uit-aan tuimelschakelaar1
Zwaailichtschakelaar1
Peddelschakelaar1
Claxonschakelaar1
Claxonknop1
Inbusschroef met bolkop1
Plaatmoer2
Stuurkolombeugel1
Slotbout (⅜ x 1")2
Flensmoer (⅜")2
  1. Plaats de onderdelen zoals wordt getoond in Figuur 12.

  2. Monteer de houder voor de kolombeugel op de stuurkolom; gebruik de montagebeugel, 2 slotbouten en 2 flensmoeren (Figuur 13).

    Important: Zorg dat de bovenkant van de stuurkolombeugel 21 mm onder de bovenkant van de stuurkolom komt.

    Important: Draai de bevestigingen vast met 19 tot 24 N·m. Draai de slotbouten niet te vast; anders kan de stuurkolombeugel vervormd raken.

    g034342
    g238180

De kabelboom monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Kabelboom1
Kabelboomadapter (lang)1
Bindklem1
Kabelboomadapter (kort)2
Bevestiging van zekeringhouder1
Flensmoer (5/16")2
Flensbout (M6)2
Flensbout (5/16" x 1")2
Zekeringensticker1

Overzicht kabelboom

Gebruik de volgende instructies en illustraties om de kabelboom te leiden en aan te sluiten. Raadpleeg Figuur 14 voor een overzicht van de kabelboom.

g253589

De kabelboom leiden naar de achterkant van de machine

  1. Til de motorkap op; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw machine.

  2. Gebruik 2 flensbouten (5/16" x 1") en 2 flensmoeren (5/16") om de bevestiging voor de zekeringhouder vast te maken aan het bevestigingsframe van de motor aan de rechterkant van de machine (Figuur 15).

    g525257
  3. Gebruik 2 flensbouten (M6) om de zekeringhouder aan de beugel voor de zekeringhouder te vast te maken (Figuur 15).

  4. Breng de zekeringensticker aan op het deksel van de zekeringhouder (Figuur 15).

  5. Leid de kabelboom naar de linkerzijde van de machine; zie Figuur 16.

    g253588
  6. Verbind het kabelboomgedeelte voor de aarding van de motor met het aardingsblok (Figuur 16).

  7. Sluit de kabelboom aan op het linker en rechter achterlicht (Figuur 16).

  8. Plaats een bindklem in de achterste opening van het rechter achterlicht (Figuur 17).

    g253590
  9. Gebruik de lange kabelboomadapter om de kabelboom aan te sluiten op de kentekenplaatverlichting. (Figuur 16 en Figuur 18).

    Raadpleeg Figuur 18 voor de geschikte bevestigingslocatie van de magneet op de machine. Plaats 1 magneet aan de binnenkant van de kentekenplaathouder. Leid de kabelboomadapter door de bindklem die u hebt gemonteerd in de vorige stap.

    g253614
  10. Blijf de kabelboom leiden langs de rechter framerail (Figuur 16).

  11. Verbind het ringcontact met de starter (Figuur 16).

  12. Sluit de kabelboom aan op het zwaailicht (Figuur 16).

  13. Sluit de kabelboom aan op de neutraalstand-schakelaar (Figuur 16).

De kabelboom leiden naar de voorkant van de machine

  1. Leid het voorste uiteinde van de kabelboom onder het bestuurdersplatform naar de voorkant van de machine (Figuur 19).

    g238237
  2. Draai de kabelboomaansluitingen door de overeenkomende koplampbeugel en sluit deze aan op de koplamp (Figuur 19).

    Niet-hybride machines: Gebruik de korte kabelboomadapter om de kabelboom aan te sluiten op elke koplamp.

  3. Koppel het kabelboomuiteinde met de 2 aansluitingen aan op de claxon (Figuur 19).

  4. Plaats het platformdeksel bovenop het frame.

  5. Steek de kabelboomaansluitingen van de verlichtingsset in de koplampen op het scherm (Figuur 19).

  6. Snijd een U-vormige inkeping in het scherm (Figuur 20).

    Note: Dankzij de U-vormige inkeping kunt u de kabelboom naar boven leiden naar de schakelaars op de stuurkolom.

    g252715
  7. Bevestig het scherm aan het frame met de bevestigingen die u eerder verwijderd hebt.

  8. Leid de kabelboom naar de kolombeugel op de stuurkolom (Figuur 19).

  9. Koppel de aansluitingen aan op de schakelaars van de knipperlichtmodule, claxon, richtingaanwijzers en gevarenlichten (Figuur 21).

    g034567
  10. Breng de kap aan op de kolombeugel; gebruik hierbij 2 inbusschroeven met bolkop zoals afgebeeld in Figuur 22

    g034566

De platen en het serienummerplaatje aanbrengen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Plaat3
Plaatje met het serienummer1
Snelheidsplaat1
U-bout1
Flensmoer (⅜")2
  1. Breng een plaat aan aan beide zijden van de machine (Figuur 23).

    g238046
  2. Gebruik een U-bout en 2 flensmoeren (⅜") om de snelheidsplaat aan de linkerzijde van de rolbeugel te bevestigen (Figuur 23).

  3. Breng een plaat aan aan de snelheidsplaat (Figuur 23).

  4. Hou het serienummerplaatje aan de rechterkant van de machine, 6 mm boven de onderrand (Figuur 24). Gebruik het serienummerplaatje als sjabloon en boor 4 gaten (3 mm).

    g238047
  5. Bevestig het serienummerplaatje met 4 popnagels.

  6. Breng het serienummer aan op het frame, vlak bij het serienummerplaatje (Figuur 24).

    Note: Gebruik een lettergrootte van 7 mm of groter.

De accu aansluiten

Sluit de accu aan; raadpleeg de Gebruikershandleiding die bij uw machine hoort.

Waarschuwing

Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de spuitmachine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Vonken kunnen accugassen tot ontploffing brengen en letsel veroorzaken.

Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.

Gebruiksaanwijzing

Bedieningsorganen

g034583

Schakelaar voor gevarenverlichting

Druk de gevarenlichtschakelaar (Figuur 25) op AAN om de voorste en achterste waarschuwingsknipperlichten in te schakelen.

Richtingaanwijzerschakelaar

Druk de linkerkant van de richtingaanwijzerschakelaar naar beneden (Figuur 25) om de linker richtingaanwijzer te activeren. De middelste positie is de Uit-stand.

Druk de rechterkant van de richtingaanwijzerschakelaar naar beneden (Figuur 25) om de rechter richtingaanwijzer te activeren. De middelste positie is de Uit-stand.

Zwaailichtschakelaar (optioneel)

Druk de zwaailichtschakelaar in (Figuur 25) om het zwaailicht in te schakelen.

Claxonknop

Druk op de claxonknop (Figuur 25) om de claxon te activeren.

Koplampen richten

  1. Draai de montagemoeren los en plaats elke koplamp zo, dat deze recht vooruit wijst.

  2. Draai alle montagemoeren precies vast genoeg om de koplamp in positie te houden.

  3. Plaats een plat stuk metaal over de kop van de koplamp.

  4. Monteer een magnetische protractor op de plaat.

  5. Terwijl u de installatie op zijn plaats houdt, kantelt u voorzichtig de koplamp 3 graden en draait dan de moer weer vast.

  6. Doe hetzelfde met de andere koplamp.