Haven robotmaaier 3000 m2 of 5000 m2

Uitsluitingen en informatie m.b.t. regelgeving
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.
 
CALIFORNIË
 
Proposition 65 Waarschuwing
 
Het netsnoer van dit product bevat lood, een chemische stof waarvan de staat Californië weet dat ze geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kan veroorzaken. Was uw handen nadat u met dit onderdeel in aanraking bent geweest.
 
Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen weet de staat Californië dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. Was uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest.
 
­FCC

 
 
 
Inleiding
 

Waarschuwing
Als u nalaat de bedieningsinstructies op te volgen of geen goede training krijgt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
  • Om de veiligheid en de prestaties van deze machine te optimaliseren en een juist gebruik ervan te garanderen, moet u de inhoud van deze Gebruikershandleiding zorgvuldig lezen en volledig begrijpen.
  • Ga naar www.Toro.com voor meer informatie over veilige bediening, inclusief veiligheidstips en trainingsmaterialen.
 

Bedoeld gebruik

Deze robotmaaier is bedoeld om te worden gebruikt door particulieren voor autonome, programmeerbare gazonverzorging. De machine is voornamelijk ontworpen voor het maaien van gras op goed onderhouden particuliere gazons. Dit is een gazonmaaier voor onderhoud die de hoogte van het gras consistent houdt. Het gebruik van de maaier, de accu, het laadstation en de voeding voor andere doeleinden dan waarvoor ze bedoeld zijn, kan u en omstanders in gevaar brengen.
Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om letsel en schade aan de machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Hulp zoeken

Graphic
G489469
Ga naar www.Toro.com voor documentatie over productveiligheid en bedieningsinstructies, informatie over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren.
Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met Toro de klantenservice. U dient hierbij altijd het model- en het serienummer van het product te vermelden. Deze nummers bevinden zich op het plaatje met het serienummer op uw product . U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.
Belangrijk  
U kunt met uw mobiele apparaat de QR-code op het plaatje met het serienummer (indien aanwezig) scannen om toegang te krijgen tot de garantie, onderdelen en andere productinformatie.
 
Modelnummer:
Serienummer:
Haven hulpcentrum
Graphic
G445734
Bezoek het Haven hulpcentrum (pubs.toro.com/helpcenter) om instructievideos, FAQs, helpartikelen, de Gebruikershandleiding, de volledige productveiligheidsinhoud en de productgarantie te bekijken.

Handleidingconventies

Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd met het volgende veiligheidssymbool, dat duidt op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Graphic
G405934
Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.
Classificaties voor veiligheidswaarschuwingen
Het waarschuwingssymbool dat wordt getoond in deze handleiding en op de machine geeft belangrijke veiligheidsinformatie aan die u moet opvolgen om ongelukken te voorkomen.
Het waarschuwingssymbool wordt weergegeven boven informatie die u waarschuwt voor onveilige acties of situaties en wordt gevolgd door het woord GEVAAR, WAARSCHUWING, of VOORZICHTIG.
Gevaar
Gevaar: een direct gevaarlijke situatie die, als deze niet wordt voorkomen, altijd zal leiden tot de dood of ernstig letsel.
 
Waarschuwing
Waarschuwing: een mogelijk gevaarlijke situatie die, als deze niet wordt voorkomen, kan leiden tot de dood of ernstig letsel.
 
Opgelet
Voorzichtig: een mogelijk gevaarlijke situatie die, als deze niet wordt voorkomen, kan leiden tot licht of middelmatig letsel.
 

 
 
 
Veiligheid
 

Algemene veiligheid

  • De bestuurder/supervisor van de machine is verantwoordelijk voor ongevallen of schade aan andere personen of hun eigendommen.
  • Lees, begrijp en volg al deze instructies op voordat u de machine gebruikt.
  • Onjuist gebruik of onderhoud van de machine kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Om dit risico te verminderen, dient u alle veiligheidsinstructies op te volgen.
  • Laat kinderen of personen die geen instructie hebben ontvangen dit apparaat niet gebruiken of er onderhoudswerkzaamheden aan verrichten. Laat enkel mensen die verantwoordelijk en getraind zijn en die bovendien vertrouwd zijn met de instructies en fysiek ertoe in staat zijn het apparaat bedienen of er onderhoudswerkzaamheden aan verrichten.

FCC

Waarschuwing
De gebruiker die veranderingen of wijzigingen aanbrengt die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door The Toro Company kan de bevoegdheid van de gebruiker om het apparaat te gebruiken ongeldig maken.
 
Opmerking: Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor een digitaal apparaat van klasse B volgens Part 15 van de FCC-regelgeving. Deze limieten zijn bedoeld om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij montage in een woonwijk. Dit apparaat genereert, gebruikt en kan radio-frequentie-energie uitstralen en, als het niet geïnstalleerd en gebruikt wordt volgens de instructies, schadelijke interferentie veroorzaken aan radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat in een specifieke installatie geen interferentie op zal treden. Als dit apparaat schadelijke interferentie veroorzaakt in de ontvangst van radio en televisie, hetgeen kan worden bepaald door het apparaat aan en uit te zetten, wordt de gebruiker aangemoedigd om de interferentie te corrigeren door het nemen van een van de volgende maatregelen:
  • Heroriënteer of verplaats de ontvangstantenne.
  • Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
  • Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een ander circuit dan dat waarop de ontvanger is aangesloten.
  • Raadpleeg de dealer of een ervaren radio-/tv-technicus voor hulp.
Waarschuwing
La realización de cambios o modificaciones no expresamente autorizados por The Toro Company podría invalidar el derecho del usuario para utilizar el equipo.
 
Este equipo ha sido probado y se ha verificado que cumple los límites de un dispositivo digital de la Clase B, conforme con la Parte 15 de la normativa FCC. Estos límites están diseñados para proporcionar una protección razonable contra interferencias dañinas en una instalación residencial. El equipo genera, utiliza y puede radiar energía de radiofrecuencia, y si no es instalado y utilizado con arreglo a las instrucciones, puede causar interferencias dañinas para las radiocomunicaciones. No obstante, no hay garantía alguna de que no pueda haber interferencias en una instalación determinada. Si este equipo provoca interferencias dañinas en la recepción de radio o televisión (lo que podrá comprobar apagando y encendiendo el equipo), se recomienda al usuario que corrija la interferencia aplicando una o varias de las siguientes medidas:
  • Reorientar o reposicionar la antena receptora.
  • Aumentar la separación entre el equipo y el receptor.
  • Conectar el equipo a una toma de corriente de un circuito eléctrico diferente al del que esté conectado el receptor.
  • Raadpleeg de dealer of een ervaren radio-/tv-technicus voor hulp.
  • Dirigirse al concesionario o a un técnico experto en radio/televisión para asistencia técnica.
Vereisten voor antenne:
Deze radiozender FCC ID: OF7-OCB IC: 3575A-OCB is goedgekeurd door Innovation, Science and Economic Development Canada om te werken met de hieronder genoemde antennetypes, met de maximaal toegestane aangegeven versterking. Antennes die niet in deze lijst zijn opgenomen en een grotere versterking hebben dan de maximale versterking die voor een van de genoemde types is aangegeven, zijn ten strengste verboden voor gebruik met dit toestel.
Le présent émetteur radio FCC ID: OF7-OCB IC: 3575A-OCB a été approuvé par Innovation, Sciences et Développement économique Canada pour fonctionner avec les types d'antenne énumérés ci-dessous et ayant un gain admissible maximal. Les types d'antenne non inclus dans cette liste, et dont le gain est supérieur au gain maximal indiqué pour tout type figurant sur la liste, sont strictement interdits pour l'exploitation de l'émetteur.
Fabrikant
Antenne
Beschrijving
Type
Maximale versterking (dBi)
The Toro Company
118-6999
PCB-trace
Integraal
2,5
Microchip
Chip
Chip van antenne
Integraal
1,63

Veiligheids- en instructiestickers

Image
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers.
Sticker onderdeel: 133-8061
Graphic
s_decal133-8061
Sticker onderdeel: 137-9705
Graphic
s_decal137-9075
  1.  Waarschuwing Lees de Gebruikershandleiding.
Sticker onderdeel: 140-4055
Graphic
decal140-4055
  1. Maaibreedte
  2. Waarschuwing Lees de Gebruikershandleiding.
  3. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd Schakel de maaier uit voordat u er onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
  4. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
  5. Gevaar van weggeslingerde objecten Houd omstanders op een afstand.
  6. Handen en voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd Rijd niet op de maaier.
  7. Maaier ingeschakeld
  8. Maaier uitgeschakeld

 
 
 
Productoverzicht
 

Maaier:
Graphic
G468383
  1. Stopknop
  2. Maaierbehuizing
  3. Laadpoort van maaier
  4. Lens/beeldvormingssysteem
  5. Wiel
  6. Maaisysteem
  7. Voedingsschakelaar
  8. Zonnescherm/kap
  9. Opening voor telefoon
  10. Duwboom van de maaier
  11. Schroef van mes
  12. Mes
Laadstation:
Graphic
G468384
  1. Laadstation
  2. Inbusschroeven
  3. Inbussleutel
  4. Laagspanningskabel
  5. Voeding
Hub:
Graphic
G468385
  1. Hub
  2. Ethernetsnoer
  3. Stroomsnoer
Voorbeeld eigendom:
Graphic
G469078
  1. Wifirouter
  2. Hub
  3. Doorgangspad
  4. Laadstation
  5. Maaidek
  6. Lens/beeldvormingssysteem
  7. Omtrek werkgebied
  8. Smartphone

Overzicht robotmaaier

De robotmaaier is een gazonmaaier die de hoogte van het gras consistent houdt. Wanneer de maaier uw gazon niet maait, keert hij terug naar het laadstation om op te laden voordat hij verder gaat met de volgende geplande maaitaak.
Als de robotmaaier een voorwerp raakt of een grens bereikt, verandert hij van richting.
SmartZone maaipatroon
SmartZone maximaliseert de maai-efficiëntie door geleidelijk naar ongemaaide delen van het gazon te gaan in plaats van te lang in één maaizone te blijven.
De robotmaaier volgt geen normaal patroon, maar een willekeurig patroon.
Overzicht laadstation
Als de lading van de accu van de maaier te laag is om te maaien of als de maaier het einde van een maaitaak bereikt, gaat hij naar het laadstation om op te laden.
Tijdens het opladen knippert het indicatielampje op de maaier groen. Nadat hij volledig opgeladen is, brandt het lampje ononderbroken groen.
Na het opladen zal de maaier het laadstation verlaten en automatisch doorgaan met de volgende geplande maaitaak of hij zal in het laadstation blijven als er geen geplande taak is nadat hij volledig is opgeladen.
Opmerking: Als de indicatielampjes op zowel het laadstation als de maaier niet gaan branden wanneer de maaier in het laadstation gaat, wordt de maaier niet opgeladen.
Graphic
G430093
Graphic
G430560

Overzicht hub

Met de hub kan u vanaf elke plek in uw huis en tuin communiceren met uw maaier. Hij gebruikt uw router om veilig verbinding te maken met het internet.
De hub communiceert via een versleuteld radiosignaal en biedt een veilig communicatiepad en bijna drie keer de communicatieafstand van een gewone wifirouter.
Graphic
G430561

De werkgebieden aanmaken

Belangrijk  
Volg de instructies in de app met uw smartphone.
 
Raadpleeg het volgende voorbeeld van een eigendom.
U kunt de volgende voorwerpen in kaart brengen zoals getoond in de onderstaande afbeelding.
Graphic
G530257
  1.  Maaizone
  2.  Uitsluitingszone
  3.  Doorgangspad
  4.  Laadstation
  5.  Werkgebied
Procedureoverzicht voor het aanmaken van een werkgebied
Belangrijk  
Volg de instructies in de app met uw smartphone.
 
Om uw maaier uw gazon te laten kennen, moet hij een 3D-kaart van uw gazon maken. Dit wordt het werkgebied genoemd. Volg de instructies in de app om een kaart van uw werkgebied te maken.
  1. Duw de maaier rond de volledige omtrek van uw eigendom.
  2. Duw de maaier rond de binnenkant van uw eigendom met zigzaggende lijnen die ongeveer 1,8 tot 2,4 m uit elkaar liggen.
    Opmerking: Als uw gazon smalle doorgangen bevat, zoals een poort, duw de maaier dan door de doorgang in een 8 zoals hieronder getoond.
Image
Maaien op hellingen
De maaier kan maaien op hellingen tot 25° zolang er geen grenzen van de maaizone op die helling zijn. Gebruik een uitsluitingszone om te voorkomen dat de maaier op hellingen maait die steiler zijn dan toegestaan.
Grenzen van maaizones mogen alleen op hellingen van minder dan 15° worden geplaatst. Anders bestaat het risico dat de maaier vast komt te zitten tijdens het draaien op de grens. Als de grens echter op de top van een helling ligt, of als er permanente obstakels op de grens zijn waar de maaier tegenaan kan botsen, zoals hekken of dichte hagen, kunnen er grenzen worden toegevoegd aan hellingen van meer dan 15°, maar minder dan 25°.
Image
Niet-geleerde obstakels
De maaier kan tegen niet-geleerde obstakels botsen, zoals stenen of wortels, die hoger zijn dan 15 cm zonder de maaier te beschadigen. De maaier zal wegdraaien na een botsing met dit soort objecten en er hoeft geen uitsluitingszone in kaart worden gebracht.
Het wordt echter aanbevolen om uitsluitingszones te gebruiken voor vaste objecten om een stille werking te garanderen en te voorkomen dat de maaier aan objecten komt vast te zitten.
Objecten die korter zijn dan 15 cm moeten worden uitgesloten door middel van een uitsluitingszone of uit uw gazon worden verwijderd. De maaier kan proberen om over deze objecten heen te maaien en de messen kunnen beschadigd raken.
Graphic
G529201
  1.  Object hoger dan 15 cm - geen uitsluitingszone nodig.
  2.  Object korter dan 15 cm - uitsluitingszone nodig.
Bedieningspaneel
Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen voordat u de maaier start en gebruikt.
Graphic
G484159
  1. Homeknop
  2. Accu-indicator
  3. Indicator voor verbinding met hub
  4. Statusindicator
  5. Knop 'spelen(bediening hervatten)
  6. Indicator vergrendelen/ontgrendelen
  7. Stopknop
  8. Numeriek toetsenbord/codeknoppen
Stopknop
De stopknop stopt de maaier handmatig.
Graphic
G430095
Homeknop
De Homeknop stuurt de maaier naar het laadstation tot de volgende geplande maaitaak.
Knop 'spelen' (bediening hervatten)
De knop Spelen (bediening hervatten) hervat de activiteit van de maaier volgens de eerder actieve functie in de app (d.w.z. gepland maaien, ongepland maaien, terugkeren naar het laadstation).
Numeriek toetsenbord/codeknoppen
Voer met het numeriek toetsenbord uw 4-cijferige code in om de bediening van de maaier te ontgrendelen.
Indicator voor verbinding met hub
De indicator voor verbinding met hub licht groen op wanneer de maaier kan communiceren met de hub of rood wanneer de maaier niet kan communiceren met de hub.
Accu-indicator
De accu-indicator licht groen op als de accu goed is opgeladen, of rood als de accu moet worden opgeladen.
Statusindicator
Als de statusindicator groen oplicht, werkt de maaier naar behoren. Als de indicator rood oplicht, is er een actieve fout.
Als een fout zich voordoet, opent u de app om de fout te bekijken.
Bezoek het Haven robotmaaier hulpcentrum voor hulp.
Als u de fout niet kunt verhelpen, moet u contact opnemen met uw erkende servicedealer.
Indicator vergrendelen/ontgrendelen
Nadat u de 4-cijferige code hebt ingevoerd, brandt de indicator vergrendelen/ontgrendelen groen als de maaier ontgrendeld is of rood als de 4-cijferige code die u hebt ingevoegd niet juist was, waardoor de maaier vergrendeld blijft.
Inbedrijflampje
Graphic
G477896
Het inbedrijflampje brandt aan de bovenkant van de maaier wanneer deze autonoom maait.
Specificaties
Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Maaier:
 
3000 m2 modellen
5000 m2 modellen
Breedte
54 cm
54 cm
Lengte
81 cm
81 cm
Hoogte
34 cm
34 cm
Gewicht
18,5 kg
18,9 kg
Laadstation:
Breedte
62 cm
Lengte
93 cm
Hoogte met het zonnescherm gemonteerd
60 cm
Hoogte zonder het zonnescherm gemonteerd
30 cm
Maaier gedokt in het laadstation:
Breedte
62 cm
Lengte
96 cm
Hoogte met het zonnescherm gemonteerd
60 cm
Hoogte zonder het zonnescherm gemonteerd
34 cm

Hulpstukken/accessoires

Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met uw erkende servicedealer of een erkendeToro distributeur, of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires.
Om de beste prestaties te verkrijgen en ervoor te zorgen dat de veiligheidscertificaten van de machine blijven gelden, moet u ter vervanging altijd originele Toro onderdelen en accessoires aanschaffen.

 
 
 
Configuratie
 

De app downloaden en de maaier toevoegen

  1. Download de MyToro-app in de app store van uw smartphone.
    Afbeelding 1 Apple download:
    Graphic
    G430242
    Graphic
    G362110
    Afbeelding 2 Android Google Play Store download:
    Graphic
    G430241
    Graphic
    G387030
  2. Tik op Log in (aanmelden) als u al een account hebt.
    1. Tik op Create account (account aanmaken) als u nog geen account hebt.
      Graphic
      G445461
  3. Tik in het hoofdscherm op Add Equipment (apparatuur toevoegen).
    Graphic
    G445462
  4. Schakel de camera van uw smartphone in.
    Opmerking: U kan uw nieuwe apparatuur ook handmatig invoeren.
    Graphic
    G445465
    Graphic
    G445467
  5. Scan de QR-code die zich op uw maaier bevindt of voer de informatie handmatig in met uw smartphone.
    Graphic
    G489469
  6. Bevestig het model- en serienummer en voer de aankoopdatum in.
    Graphic
    G445464
  7. Voer uw persoonlijke gegevens in en tik op Register (registreren).
    Graphic
    G445466

De hub aansluiten

Vereiste onderdelen
1
Hub
1
Ethernetkabel
1
Stroomsnoer
1
Antenne
  1. Plaats de antenne in de coaxiale aansluiting.
  2. Draai de antenne rechtsom tot ze vast zit.
  3. Steek de ethernetkabel in de LAN-aansluiting.
  4. Steek het stroomsnoer in de 5 V1 A-aansluiting.
    Graphic
    G473652
  5. Steek de stekker in een stopcontact.
  6. Sluit de hub aan op de router en deze zal automatisch verbinding maken met het internet. Wanneer het wereldbolsymbool op de hub continu groen oplicht, is de hub verbonden.
    Opmerking: Dit proces kan een aantal minuten duren.
    U hebt geen wifiwachtwoorden of netwerkmachtigingen nodig.
    Image

Een plaats voor het laadstation bepalen

  1. Raadpleeg de volgende richtlijnen bij het kiezen van een plaats voor het laadstation:
    • Plaats het in de buurt van een buitenstopcontact.
    • Gebruik geen verlengsnoer.
    • Zorg ervoor dat het laadstation zich binnen 0,5 m van de grens van een maaizone bevindt en dat er ruimte is voor de maaier om voor het laadstation te navigeren.
      Graphic
      G529200
      1.  Grens van maaizone
    • Monteer het laadstation niet op een plek waar wel eens water staat of stroomt.
    • Monteer het laadstation niet op een planken vloer of een andere ontoegankelijke plek.
    • Zorg ervoor dat er zich minstens 2 referentieobjecten binnen 20 m van het laadstation bevinden. De muren van een huis of garage zijn geldige referentieobjecten.Image
    • Monteer het laadstation op een vlakke ondergrond, monteer het niet op een steile helling, want dan kan het laadstation verbuigen.Image
    • Het laadstation kan op verschillende ondergronden worden gemonteerd, maar het uiteinde van het laadstation moet in contact zijn met uw gazon.Image

De voeding en het laadstation monteren

Vereiste onderdelen
1
Voeding
1
Laagspanningskabel
1
Laadstation
4
Inbusschroef
Waarschuwing
Een voeding die is aangesloten op een stopcontact zonder aardlekschakelaar kan elektrische schokken veroorzaken.
Sluit de voeding enkel aan op een stopcontact met aardlekschakelaar met een uitschakelstroom van maximaal 30 mA.
 
Waarschuwing
Een slecht werkend(e) of beschadigd(e) laadstation, laagspanningskabel of voeding kan oververhit raken en een verhoogd risico op brand veroorzaken.
Monteer het laadstation, de laagspanningskabel of de voeding niet in de buurt van ontvlambare of brandbare materialen.
Als de voeding naar het laadstation niet goed werkt of beschadigd is, koppel de voeding dan los en neem contact op met een erkende servicedealer om deze te vervangen.
 
Belangrijk
Controleer of alles voldoet aan alle verordeningen en voorschriften voordat u de voeding monteert.
Voor het monteren van de voeding zijn mogelijk extra materialen en/of extra bevestigingsmateriaal nodig, afhankelijk van het type basismateriaal dat aanwezig is op de door u gekozen locatie.
 
Belangrijk
Leid het stroomsnoer naar het laadstation buiten het maaigebied, anders kan de maaier het snoer beschadigen.
 
  1. Monteer de voeding op uw gebouw op een hoogte van minimaal 30 cm.
    Opmerking: Zorg ervoor dat het stroomsnoer voldoende speling heeft om aan te sluiten op de laagspanningskabel.
  2. Graphic
    G430557
  3. Steek de mannelijke connector op de voeding in de vrouwelijke connector op de laagspanningskabel.
  4. Graphic
    G490295
  5. Gebruik de 4 inbusschroeven om het laadstation te bevestigen.
  6. Graphic
    G490294
  7. Steek het stroomsnoer in een stopcontact.
    Het indicatielampje op het laadstation moet groen branden.

Het gazon voorbereiden voordat u de robotmaaier gebruikt

  1. Om het gazon voor te bereiden voordat u de robotmaaier gebruikt, doet u het volgende:
    • Verwijder obstakels en/of afval van uw gazon.
    • Maai het gazon tot een hoogte van 83 mm voordat u uw robotmaaier gaat trainen.
    • Vul eventuele gaten in het gazon die de maaier kunnen tegenhouden.
    • Om het instelproces met behulp van de app te vergemakkelijken, maakt u een schets van de maaizone en alle obstakels, grenzen, paden en uitsluitingszones om het gemakkelijker te maken om het laadstation te installeren.

De ideale omstandigheden om de maaier te configureren

Bewolkte dagen, midden op de dag zijn ideale omstandigheden om uw maaier te configureren. Zorg ervoor dat u de configuratieprocedure 3 uur na zonsopgang start en dat u ze 3 uur voor zonsondergang voltooit. In deze omstandigheden kan de maaier uw gazon goed in kaart brengen.
Opmerking: U kunt het configureren van de maaier altijd de volgende dag hervatten als u de configuratieprocedure niet voltooit.

De maaier starten en opladen

    Graphic
    G530548
    Graphic
    G430093
  1. Om te starten met het instellen van de maaier, zet u de aan-uitschakelaar van de stand Uit naar de stand Aan.
  2. Trek de maaier in het laadstation.
    De maaier wordt geleverd met een acculading van ongeveer 30%. Voordat u kunt beginnen met het instelproces via de mobiele app, moet u de maaier tot minstens 85% opladen.
  3. Nadat u het juiste oplaadniveau hebt bereikt, kunt u de mobiele app gebruiken om de maaier te starten.

De maaiduwboom monteren

Graphic
G530208
  1. Til het deksel op.
  2. Openingen voor de duwboom
  3. Duwboom

De maaiduwboom verwijderen en opbergen in het laadstation

Graphic
G430160
  1. Knijp de vrijgavehendels naar binnen.
  2. Duwboom
  3. Aandrukhendel
  4. Inkeping in de duwboom
  5. Rechtop/verticale positie van de inkeping
  6. Zonnescherm/horizontale positie van de inkeping

 
 
 
Gebruik
 

Gebruiksveiligheid

  • Hou omstanders en kinderen uit de buurt van de machine, het laadstation en de voeding tijdens het gebruik van de machine.
  • Draag geschikte kleding, waaronder een lange broek en stevige schoenen met antislipzool wanneer u de machine handmatig bedient.
  • Gebruik de machine niet als er beveiligingsmiddelen ontbreken of als deze niet goed werken, of als er een stroomsnoer beschadigd of versleten is.
  • Controleer de omgeving waar u de machine gaat gebruiken. Verwijder alle voorwerpen die de werking van de machine kunnen beïnvloeden.
  • Gebruik alleen de accu en de voeding die door de fabrikant zijn goedgekeurd voor de machine. Gebruik geen accu die niet bedoeld is voor gebruik met de machine.
  • Gebruik geen beschadigde of aangepaste accu. Deze kan onverwacht gedrag vertonen, wat kan leiden tot brand, explosie of lichamelijk letsel.
  • De maaimessen zijn scherp; de maaimessen aanraken kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Druk op de stopknop en wacht tot alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de machine ontstopt, vervoert of er onderhoudswerkzaamheden aan uitvoert.
  • Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen op en onder de machine.
  • Reik niet te ver. Zorg dat u te allen tijde stevig en evenwichtig staat. Zo hebt u meer controle over de machine als zich onverwachte situaties voordoen. Loop, ren nooit wanneer u de machine aan het trainen bent.
  • Ga niet op de machine staan, zitten, of rijden en sta niet toe dat anderen dit doen.
  • Als de machine een voorwerp raakt en/of abnormaal begint te trillen, moet u de machine onmiddellijk uitschakelen en wachten totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de machine op schade onderzoekt. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt.
  • Druk op de stopknop op de machine, wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen en schakel de machine uit in de volgende situaties:
    • voordat u verstoppingen uit de machine verwijdert;
    • voordat u de machine (met name de messen) en het laadstation controleert, reinigt of onderhoudt;
    • nadat de machine een vreemd voorwerp heeft geraakt, een ongeluk heeft gehad of defect is geraakt; controleer de machine op schade en repareer deze voordat u de werkzaamheden hervat;
    • als de machine abnormaal begint te trillen; controleer de maaier op schade en repareer deze voordat u de werkzaamheden hervat.
  • Gebruik de machine en de randapparatuur niet in slechte weersomstandigheden, vooral wanneer er kans op bliksem.
  • Plaats geen voorwerp op de machine, het laadstation of de voeding.
  • Breng geen wijzigingen aan aan de machine, de software, het laadstation, de hub of de voeding.
  • Breng geen wijzigingen aan aan de bedieningsorganen van de machine, de veiligheidsinrichtingen of de voeding.
  • Gebruik geen gewijzigde machine, voeding of gewijzigd laadstation.
  • We raden aan om de machine niet te gebruiken tijdens het besproeien of irrigeren van het werkgebied.
  • Gebruik alleen accessoires die door Toro zijn goedgekeurd om het risico van brand, elektrische schokken of letsel te voorkomen.
  • Druk op de stopknop van de machine en wacht tot de messen volledig tot stilstand zijn gekomen voordat u de machine hanteert. Draag de machine met het mes/de messen van uw lichaam af.
    Graphic
    G430092
  • Gebruik of laad een beschadigde, vervormde of te hete accu niet op. Een beschadigde accu kan warmte produceren, scheuren, lekken, ontbranden of exploderen.
  • Gebruik de accu alleen waarvoor ze bedoeld is.
  • De accu kan ontvlambare gassen uitstoten bij overbelasting.
  • Stel de accu niet bloot aan mechanische schokken.
  • Gebruik of bedien geen beschadigd(e) of niet goed werkend(e) laadstation of voeding.
  • Sluit het laadstation of de voeding niet aan op een stekkerdoos of verlengsnoer.
  • Gebruik geen laadstation of voeding die een scherpe of zware klap heeft gekregen.
  • Gebruik geen ander laadstation dan het station dat is ontworpen voor de machine; raadpleeg de Gebruikershandleiding voor de juiste laadinstructies.
  • Sluit geen beschadigd stroomsnoer aan. Raak een beschadigd snoer onder spanning niet aan.

Gedeelten van het gazon trimmen waar de robotmaaier niet bij kan

De maaimessen komen niet tot aan de rand van het maaierscherm, dus u moet regelmatig ten minste 10 cm ongemaaid gras trimmen.
Voorbeelden van gebieden die u moet trimmen zijn de volgende:
  • Tussen het gazon en een hek, oprit, stoep, enz.
  • Rond een boom, vuurplaats, enz.
Graphic
G474711
  1. Gat tussen de maaischijf en de rand van het maaierscherm 10 cm
  2. Ongemaaid gras

De maaier herpositioneren als hij vastzit op een obstakel

Opmerking: Verwijder indien mogelijk het obstakel (vul de opening, verwijder het spelgoed, de tak, enz.). Als u het obstakel niet kunt verwijderen, maak dan een uitsluitingszone rond het obstakel om te voorkomen dat dit opnieuw gebeurt.
Doe het volgende als de maaier vast komt te zitten op een obstakel:
    Graphic
    G469079
  1. Druk op de stopknop op de maaier.
  2. Terwijl u de maaier draagt met de messen van uw lichaam af, verplaatst u de maaier handmatig weg van het obstakel naar een ander deel van de maaizone.
  3. Graphic
    G530441
  4. Voer de 4-cijferige code in.
  5. Druk op de knop 'spelen om verder te gaan met maaien of druk op de homeknop om de maaier naar het laadstation te sturen.

De maaier handmatig stoppen en starten

Wanneer u de maaier handmatig stopt, worden de autonome functies uitgeschakeld. Voer de 4-cijferige code in om de maaier in te schakelen.
  1. Druk op de stopknop op de maaier.
  2. Voer de 4-cijferige code in.
  3. Druk op de knop 'spelen' om verder te gaan met maaien of druk op de homeknop om de maaier naar het laadstation te sturen.

De maaier dokken in het laadstation en opladen

  1. Druk terwijl de maaier is ingeschakeld op de homeknop op het bedieningspaneel om de maaier handmatig naar het laadstation te sturen.
    De maaier zal in het laadstation blijven tot hij volledig opgeladen is of tot de volgende geplande maaitaak.
    Opmerking: De maaier wordt automatisch in het laadstation gedokt als de laadstatus van de accu te laag is.
    Graphic
    G431603
    Graphic
    G430093

Het optionele antidiefstaltoestel monteren

Opmerking: Een antidiefstaltoestel is niet inbegrepen bij de robotmaaier. De maaier maakt echter automatisch een alarmgeluid als hij uit het werkgebied wordt verwijderd of als hij wordt vervoerd zonder de pincode in te voeren.
Antidiefstaltoestellen zijn apart verkrijgbaar.
  1. Verwijder de schroeven van het deksel.
  2. Plaats het antidiefstaltoestel op de schuimrubberen bekleding .
  3. Bevestig het deksel met de 2 eerder verwijdere schroeven.
    Graphic
    G464079

 
 
 
Onderhoud
 

Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval
Onderhoudsprocedure
Maandelijks
De lensbeschermers reinigen (vaker in stoffige, vuile of natte omstandigheden.)
Om de 2 tot 4 weken
Vervang de messen of draai ze om (hangt af van de frequentie van het maaischema)
Om de 3 maanden
Jaarlijks
De lensbeschermers vervangen (vaker in stoffige, vuile of natte omstandigheden.)

De machine veilig onderhouden

  • Voordat u onderhoudswerkzaamheden aan de machine verricht, draait u de aan-uitschakelaar onder de machine naar de stand Uit.
  • Laat kinderen de machine niet schoonmaken of onderhouden.
  • Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen op en onder de machine.
  • De maaimessen zijn scherp; de maaimessen aanraken kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
    • Schakel de machine uit.
    • Draag snijbestendige handschoenen als u onderhoudswerkzaamheden verricht aan de messen.
    • U mag de messen niet repareren of er wijzigingen aan uitvoeren.
  • Controleer de machine vaak om er zeker van te zijn dat de messen niet versleten of beschadigd zijn.
  • Zorg ervoor dat de veiligheids- en instructiestickers in goede staat zijn en vervang ze indien nodig.
  • Haal de stekker van de voeding uit het stopcontact voordat u onderhoud uitvoert of de voeding schoonmaakt om het gevaar op elektrische schokken te verkleinen.
  • Probeer het laadstation of de voeding niet te repareren, te openen of uit elkaar te halen.
  • Breng het laadstation naar een erkende servicedealer voor onderhoud of reparatie. Demonteer het laadstation niet.
  • Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen en accessoires van Toro voor de beste prestaties. Gebruik nooit andere vervangingsonderdelen en accessoires, omdat dit gevaarlijk kan zijn en ertoe kan leiden dat de garantie op het product komt te vervallen.

Veiligheid bij het omgaan met de batterij en het laadstation

  • Reinig de laadpoort op de maaier en het laadstation met een niet-geleidend gereedschap (doek of zachte borstel); anders kan er schade ontstaan.
  • Veeg de oplaadterminals op het laadstation en de maaier schoon met een schone, droge doek als ze vuil zijn.
  • Draag geen sieraden en draag lang haar niet los wanneer u onderhoudswerkzaamheden verricht aan de accu.
  • Haal de accu niet uit elkaar en open hem niet.
  • Houd de accu schoon en droog.
  • Gebruik de maaier niet of laad hem niet op als hij ongewoon heet is of rook of een ongewone geur afgeeft.
  • Lekkende accuvloeistof kan huid- en oogirritatie of chemische brandwonden veroorzaken.
  • Als de accu lekt, mag de vloeistof in de accu niet in contact komen met de huid of de ogen. Als er toch contact is geweest, spoel het betreffende lichaamsdeel dan met een grote hoeveelheid water en zoek medische hulp.
  • Gebruik een inert absorberend middel zoals zand om gemorste accuvloeistof op te ruimen.
  • Voer een oude accu op de juiste manier af.
  • De accu niet verbranden. De cel kan ontploffen. Controleer of er plaatselijke voorschriften gelden om de accu af te voeren.
  • OPGELET Een verkeerd behandelde accu kan brand, een explosie of chemische brandwonden veroorzaken.
    • Demonteer de accu niet.
    • Vervang de accu alleen door een goedgekeurde accu, het gebruik van een andere soort accu kan leiden tot brand of letsel.
    • Bewaar de accu buiten het bereik van kinderen.

Onderhoud van de accu

De accu afkoppelen
  1. Zet de aan-uitschakelaar naar de stand Uit.
  2. Graphic
    G433890
  3. Gebruik een 7 mm dopsleutel om de 8 schroeven en het accudeksel te verwijderen.
  4. Graphic
    G433889
  5. Verwijder de schroeven waarmee de accu bevestigd is.
  6. Graphic
    G433983
  7. Koppel de 5 kabelboomconnectoren los van de accu.
De accu aansluiten
  1. Sluit de 2 kabelboomconnectoren aan op de accu.
  2. Graphic
    G433995
  3. Bevestig de accu met de schroeven die u eerder verwijderd hebt.
  4. Plaats het accudeksel.
  5. Zet de aan-uitschakelaar naar de stand Aan.
  6. Plaats de maaier in het laadstation om op te laden.

De wielen vervangen

De wielen verwijderen
  1. Druk op de stopknop en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
  2. Graphic
    G430568.svg
  3. Gebruik een schroevendraaier met platte kop om de dop van het wiel te verwijderen.
  4. Verwijder de 3 bouten .
  5. Verwijder het wiel .
De wielen monteren
Graphic
G430569

De maaimessen vervangen

Maai altijd met scherpe messen. Scherpe messen snijden het gras goed af zonder het te scheuren of te rafelen.
Waarschuwing
De maaimessen zijn scherp; de maaimessen aanraken kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Draag snijbestendige handschoenen en wees voorzichtig wanneer u de messen vervangt of reinigt.
 
  1. Zet de aan-uitschakelaar naar de stand Uit.
  2. Graphic
    G542513
  3. Kantel de maaier.
  4. Draai de maaischijf tot de openingen in de maaischijf uitgelijnd zijn met de schroeven.
  5. Gebruik een kruiskopschroevendraaier om de schroeven van het mes en de messen te verwijderen.
  6. Verwijder vuil van het maaisysteem.
  7. Als het onderhoudsinterval voor een set messen voor de eerste keer is bereikt, kunt u de messen omdraaien en opnieuw op de maaier monteren met de bestaande schroeven.
    Opmerking: Beide kanten van de messen hebben scherpe randen die gebruikt kunnen worden om te maaien. Eén set messen mag maar één keer worden omgedraaid.
  8. Als u nieuwe messen monteert of beide kanten van de messen hebt gebruikt, monteer de messen dan met de bijgeleverde schroeven.
    Opmerking: Gooi de bestaande messen en schroeven weg nadat beide kanten van de messen gebruikt zijn, of als de messen beschadigd zijn.
  9. Draai de maaier om.
  10. Zet de aan-uitschakelaar naar de stand Aan.
  11. Druk op de knop 'spelen(bediening hervatten) op het bedieningspaneel.

Reinigen

De maaier en het laadstation reinigen
Belangrijk  
Reinig de maaier niet met een hogedrukreiniger. Het water kan de elektronica beschadigen.
Gebruik perslucht om de maaier te reinigen.
 
Belangrijk
Reinig de laadpoort op de maaier en op het laadstation met een niet-geleidend gereedschap (doek of zachte borstel); anders kan er schade ontstaan.
 
Opgelet
Als metalen voorwerpen tegelijkertijd in contact komen met de positieve en negatieve pool, kan dit kortsluiting veroorzaken in het accupack. Het accupack of de geleider kunnen oververhit raken en u verbranden, wat kan leiden tot licht of middelmatig zwaar letsel.
Gebruik geen metalen voorwerpen om rond de accu schoon te maken.
 
  1. Zet de aan-uitschakelaar van de maaier naar de stand Uit en wacht tot alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.
  2. Haal de stekker van de voeding voor het laadstation uit het stopcontact.
  3. Draai de maaier om.
  4. Graphic
    G530537
  5. Reinig eventueel vuil of opgehoopt gras op de zwenkwielen en aandrijfwielen .
  6. Gebruik een natte doek of een zachte borstel om gras en vuil te verwijderen van de maaierbehuizing .
    Controleer of er geen obstakels zijn aan de bovenkant van de maaier (bv. een stok die vast is komen te zitten of vuilophoping)
  7. Graphic
    G530536
  8. Gebruik een droge doek of niet-geleidende zachte borstel om de laadpoort van de maaier schoon te maken.
  9. Graphic
    G530462
  10. Gebruik een droge doek of niet-geleidende zachte borstel om de terminals van het laadstation schoon te maken.
  11. Draai de maaier om.
  12. Zet de aan-uitschakelaar naar de stand Aan.
  13. Steek de stekker van de voeding voor het laadstation in het stopcontact.
De lensbeschermers reinigen of vervangen
Reinig de lensbeschermers met een droge borstel met zachte haren en/of een schone microvezeldoek.
Raadpleeg de onderstaande afbeelding voor de locatie van de lenzen en hoe u de lensbeschermers kunt vervangen.
  1. Vervang de lensbeschermers door de lensdoppen los te schroeven en de lensbeschermers te verwijderen.
Image

Afval afvoeren

  1. Accus zijn vervuilend voor het milieu. Verwijder deze volgens de plaatselijke voorschriften.

 
 
 
Opslag
 

De maaier veilig opbergen

Berg de maaier binnen op, op een droge, veilige plek buiten het bereik van kinderen of andere onbevoegde gebruikers wanneer u de maaier niet gebruikt.

Voorbereidingen voor winterstalling

Waarschuwing
Het onjuist opbergen van de maaier en zijn accu kan leiden tot een verhoogd risico op brand en/of elektrische schokken; dit kan lichamelijk letsel en/of materiële schade veroorzaken.
  • Koppel de accu los en verwijder hem uit de maaier voordat u de maaier en/of zijn accu in uw huis opbergt.
  • Volg de instructies voor het correct opbergen van de maaier.
 
Belangrijk
Berg de maaier op in een koele (0 °C tot 23 °C), droge ruimte (< 65% relatieve vochtigheid) die vrij is van overmatig stof en bijtende chemicaliën of gassen.
De temperatuur waarin de accu wordt bewaard heeft invloed op de levensduur ervan. Langdurige opslag bij extreme temperaturen verkort de levensduur van de accu.
 
Belangrijk
Berg de maaier, de voeding en het laadstation op buiten het bereik van kinderen, uit de buurt van bijtende stoffen zoals tuinchemicaliën en strooizout en stel ze niet langdurig bloot aan sneeuw en ijs. Berg de maaier, de voeding en het laadstation op in een koele, droge plaats wanneer de maaier langer dan een maand niet wordt gebruikt.
 
  1. Laad de maaier helemaal op.
  2. Druk op de stopknop op de maaier.
  3. Verwijder de maaier uit het laadstation.
  4. Zet de aan-uitschakelaar naar de stand Uit.
  5. Koppel de accu los en verwijder hem uit de maaier.
  6. Reinig de maaierbehuizing met een doek of zachte borstel en verwijder maaisel en vuil van de externe onderdelen van het scherm en de bovenkant van de maaierbehuizing.
  7. Om de maaier klaar te maken voor het volgende seizoen, controleert u de staat van de messen en vervangt u deze indien nodig.
  8. Voordat u het laadstation binnenshuis opbergt, koppelt u de voeding en laagspanningskabel los van het laadstation.

 
 
 
Problemen oplossen
 

De maaier start geen maaicyclus.
Mogelijke oorzaak
Corrigerende maatregel
De aan/uit-schakelaar onder de maaier staat in de stand Uit.
  1. Zet de aan/uit-schakelaar naar de stand Aan.
De duwboom is nog gemonteerd op de maaier.
  1. Verwijder de duwboom van de maaier en berg hem op in het laadstation.
De maaier zit vast aan een voorwerp.
  1. Beweeg de maaier weg van het voorwerp.
De maaier zit vast tegen voorwerp.
  1. Beweeg de maaier weg van het voorwerp.
De maaier bevindt zich op een te steile helling.
  1. Plaats de maaier op een helling van 25° of minder.
De maaier is vergrendeld.
  1. Als de indicator vergrendelen/ontgrendelen brandt op het bedieningspaneel, voer dan uw pincode in op het toetsenbord en druk vervolgens op de knop 'spelen(bediening hervatten) of de homeknop.
De maaier raakt een voorwerp en verandert niet van richting.
Mogelijke oorzaak
Corrigerende maatregel
Er zit een obstructie tussen het scherm en het chassis.
  1. Verwijder de obstructie tussen het scherm en het chassis.
De maaier beweegt niet.
Mogelijke oorzaak
Corrigerende maatregel
Er zit een ophoping van gras of modder op de aandrijfwielen.
  1. Verwijder de modder of het gras van de aandrijfwielen totdat het profiel op de aandrijfwielen blootligt.
Het laadstation heeft geen stroom.
Mogelijke oorzaak
Corrigerende maatregel
Er staat geen stroom op het stopcontact van het huis.
  1. Reset de schakelaar van het huis. Het ledlampje op het laadstation zal branden wanneer de stroomvoorziening is hersteld.
De voeding is niet aangesloten op het stopcontact van het huis.
  1. Sluit de voeding aan op het stopcontact van het huis. Het ledlampje op het laadstation zal branden wanneer de stroomvoorziening is hersteld.
De verbinding tussen de voeding en het laadstation is niet aangesloten.
  1. Sluit de voeding aan op het laadstation. Het ledlampje op het laadstation zal branden wanneer de stroomvoorziening is hersteld.
Een zwenkwiel werkt niet goed.
Mogelijke oorzaak
Corrigerende maatregel
Het zwenkwiel draait of rolt niet.
  1. Maak het zwenkwiel en het metalen draaipunt schoon.
Het lager van het zwenkwiel is beschadigd.
  1. Inspecteer de lagers op slijtage en controleer of ze vrij draaien. Vervang het lager indien dit nodig is.
De maaier maait niet gelijkmatig.
Mogelijke oorzaak
Corrigerende maatregel
De messen zijn bot.
  1. Vervang de 4 maaimessen.
Er is geen Bluetooth®-verbinding tussen de maaier en de smartphone.
Mogelijke oorzaak
Corrigerende maatregel
De Bluetooth-functie op uw smartphone is uitgeschakeld.
  1. Zet de Bluetooth-functie op uw smartphone aan.
Uw smartphone is niet verbonden met de maaier.
  1. Open de instellingen op uw smartphone.
  2. Vernieuw de lijst met verbonden apparaten op uw smartphone en zorg ervoor dat uw smartphone verbonden is met de hub/maaier.
  3. Als uw smartphone niet verbonden is met de hub/maaier, koppel uw smartphone dan met de hub/maaier.
Er is geen draadloze verbinding tussen de maaier en de hub.
Mogelijke oorzaak
Corrigerende maatregel
Er is geen draadloos signaal van de wifirouter.
  1. Start uw wifirouter opnieuw door het stroomsnoer van de router los te koppelen en opnieuw aan te sluiten.
    Wacht 30 tot 60 seconden voordat u het stroomsnoer opnieuw aansluit.
Er is geen draadloos signaal van de hub en het wereldbolsymbool op de hub brandt niet.
  1. Start uw hub opnieuw door het stroomsnoer van de hub los te koppelen en opnieuw aan te sluiten.
    Wacht 30 tot 60 seconden voordat u het stroomsnoer opnieuw aansluit.
De maaier bevindt zich buiten uw eigendomsgrens.
  1. Breng de maaier terug naar uw eigendom.
De maaier laadt niet op.
Mogelijke oorzaak
Corrigerende maatregel
Er zit een obstructie in het laadstation.
  1. Controleer het laadstation op obstructies. Verwijder eventuele obstructies.
Er zit een obstructie in de laadpoort van de maaier.
  1. Controleer de laadpoort van de maaier op obstructies. Verwijder eventuele obstructies.
De oplaadterminals op het laadstation zijn vuil.
  1. Reinig de oplaadterminals.
De aan/uit-schakelaar van de motor staat in de stand Uit.
  1. Zet de aan-uitschakelaar naar de stand Aan.
  2. Controleer of het indicatielampje op het laadstation groen brandt.
  3. Als de maaier in het laadstation gedokt is en het indicatielampje brandt rood, dan kan het zijn dat de magneet ontbreekt in het scherm van de maaier. Neem contact op met een erkende servicedealer.
Wanneer u de maaier met de hand duwt, voelt het aan alsof de duwboom los zit.
Mogelijke oorzaak
Corrigerende maatregel
De aandrukhendel op de duwboom zit los.
  1. Maak de aandrukhendel vast.

 
 
 
Verklarende woordenlijst
 

Melding
Een bericht dat de gebruiker op de hoogte brengt van een operationele fout of iets anders waardoor een taak kan pauzeren of stoppen en de gebruiker moet ingrijpen.
App
Een afkorting voor een softwareapplicatie. Een computerprogramma op een mobiel apparaat dat een of meer taken uitvoert. Ook wel applicatie of mobiele app genoemd.
Autonoom
Geautomatiseerde machinefuncties die autonoom werken tijdens alle bedrijfscycli van de machine
Grens
Iets dat een grens of omvang aangeeft of vastlegt. Voor een robot is dit de buitenste lijn van een werkgebied, doorgangspad of zone, of uitsluitingsgebied waar hij niet over mag rijden. Ook perimeter genoemd.
Stootsensor
Een elektronische sensor die wordt gebruikt voor het detecteren en registreren van fysieke aanraking. Ook wel tactiele sensor of aanraaksensor genoemd.
Laadstation
Een automatische acculaadvoorziening op of in het werkgebied.
Computervisie
De manier waarop een robot de wereld om zich heen ziet, door de sensorgegevens en de beelden die hij maakt samen te voegen om op zijn omgeving te reageren.
Uitsluitingszone
Een door de gebruiker vastgelegd gebied waar de robot niet mag komen.
Fout
Het resultaat van een mechanische, sensor- of softwarefout, die onderhoud of correctie van de machine, sensor of softwarecode vereist.
Taak
Het werk dat op een bepaald moment door een robot wordt uitgevoerd binnen een werkgebied.
Lokalisatie
Het proces om te bepalen waar een mobiele robot zich bevindt ten opzichte van zijn omgeving. Lokalisatie is een zeer fundamentele vaardigheid die een robot nodig heeft omdat de kennis van zijn locatie nodig is om beslissingen te nemen over toekomstige acties.
Maaizone
Een gebied waarin de robot autonoom kan rijden. Het gebied binnen een grens. Bedienen van de machine kan verwisselbaar zijn met werkwoorden die het werk beschrijven, zoals maaien, ruimen en sleuven graven.
Navigatie
Het vermogen van de robot om zijn eigen positie in zijn referentiekader te bepalen en vervolgens een pad naar een bepaalde doellocatie te plannen.
Obstakel
Een voorwerp of bodemgesteldheid die schade kan veroorzaken of wordt geschaad als het in aanraking komt of botst met de machine.
Vermijding van obstakels
Het proces van het vermijden van een botsing met een obstakel op het pad van een robot door om het obstakel heen te manoeuvreren.
Detectie van obstakels
Het proces van het detecteren van objecten of terreintypes die de beweging van een robot verhinderen. Een robot kan obstakelvermijding gebruiken om rond het obstakel te manoeuvreren.
Obstakelsensor
Een toestel dat detecteert wanneer de machine in contact komt met een persoon of een obstakel.
Pad
Een route die een robot geprogrammeerd is af te leggen. Als onderdeel van een taak kan een pad meerdere velden of andere paden met elkaar verbinden.
Robot
Een machine die ontworpen is om een of meer taken automatisch uit te voeren. Voorbeeld: een robot kan waarnemen, berekenen en handelen. Hij moet kunnen beschikken over sensoren die hem inputs en inzichten geven over de fysieke ruimte om hem heen. Hij moet kunnen berekenen om beslissingen te nemen op basis van zijn programmering en inputs. Om als robot te worden gedefinieerd, moet een robot op de een of andere manier kunnen bewegen in de fysieke wereld of deze kunnen veranderen.
Waarnemen
De feedback van de omgeving van de robot die de robot in staat stelt op zijn omgeving te reageren. Sensorische inputs kunnen afkomstig zijn van verschillende soorten sensoren.
Sensor
Een toestel dat reageert op fysische stimuli (zoals, maar niet beperkt tot warmte, licht, geluid, druk, magnetisme en beweging) en het resulterende signaal of de resulterende gegevens verzendt en een meting verricht, een besturing in werking stelt of beide. Een sensor kan bijvoorbeeld de toestand van een robot en zijn omgeving inschatten. Deze informatie wordt naar een controller gestuurd om het juiste gedrag mogelijk te maken. Een robot heeft uitgebreide informatie over zijn omgeving nodig om doeltreffend te kunnen functioneren.
Doorgangspad
Een autonome strook waarin niet wordt gemaaid. Deze strook wordt alleen gebruikt voor de robot om van de ene maaizone naar de andere te gaan. Een autonoom, exact pad dat door of over een ander doorgangspad, doorgangsgebied of werkgebied loopt of erop aansluit.
Werkgebied
Elk gedefinieerd gebied waarin de machine automatisch kan functioneren.