Inleiding

Deze set is bedoeld om achtergebleven chemische stoffen te verwijderen uit spuittanks en slangen die met de stoffen in aanraking zijn gekomen. Het is een speciaal werktuig voor een gazonspuitvoertuig en is bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders en voor commerciële toepassingen.

De informatie in deze handleiding kan u en anderen helpen letsel en schade te voorkomen.

Figuur 1 geeft de plaats van het modelnummer en het serienummer van het product aan.

g014295

Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Waarschuwing

CALIFORNIË

Proposition 65 Waarschuwing

Gebruik van dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en andere schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.

Veiligheid

Lees de veiligheidsinstructies en gebruiksaanwijzingen in de Gebruikershandleiding van de machine.

Chemische veiligheid

Waarschuwing

Chemische stoffen die worden gebruikt in het spuitsysteem kunnen gevaarlijk en giftig voor de gebruiker, omstanders, dieren, planten, de bodem of eigendommen zijn.

  • U moet de waarschuwingsetiketten en de Veiligheidsinformatiebladen voor alle gebruikte chemische stoffen zorgvuldig lezen en in acht nemen en uzelf beschermen volgens de instructies van de fabrikant van de chemische stoffen. Bijvoorbeeld, draag geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen zoals gezichts- en oogbescherming, handschoenen of andere middelen ter bescherming tegen lichamelijk contact met chemische stoffen.

  • Denk eraan dat er meerdere chemische stoffen kunnen zijn gebruikt, en zorg ervoor dat u informatie over elke stof krijgt.

  • Weiger de machine te gebruiken of te bedienen als deze informatie niet beschikbaar is!

  • Voordat u een spuitsysteem in gebruik neemt, moet het systeem drie keer zijn gespoeld en geneutraliseerd volgens de instructies van de fabrikant(en) van de chemische stoffen.

  • Controleer of er voldoende water en zeep in de nabijheid is, en als u in contact komt met chemische stoffen, moet u deze onmiddellijk afspoelen.

  • Zorg ervoor dat een goede training hebt gekregen voordat u omgaat met chemische stoffen.

  • Gebruik de juiste chemische stof voor het werk.

  • Houd u aan de instructies van de fabrikant voor het veilig gebruik van de chemische stof.

  • Zorg voor een goede ventilatie van de ruimte waar u werkt met chemische stoffen.

  • Draag een veiligheidsbril of andere beschermende uitrusting volgens de instructies van de fabrikant van de chemische stoffen. Zorg ervoor dat uw huid zoveel mogelijk is bedekt als u chemische stoffen gebruikt.

  • Zorg ervoor dat er schoon water voorhanden is, in het bijzonder als u de spuittank vult.

  • Niet eten, drinken of roken als u met chemische stoffen werkt.

  • Was altijd uw handen en onbedekte lichaamsdelen zo snel mogelijk nadat u de werkzaamheden hebt beëindigd.

  • Voer ongebruikte chemische stoffen en verpakkingen voor chemische stoffen af volgens de instructies van de fabrikant en de plaatselijk geldende voorschriften.

  • Chemische stoffen en dampen in de tank zijn gevaarlijk; blijf altijd buiten de tank en houd uw hoofd nooit boven of in de opening.

  • Volg alle plaatselijke vereisten met betrekking tot het spuiten van chemische stoffen op.

Installatie

De machine gebruiksklaar maken

Het spuitsysteem gebruiksklaar maken

Voorzichtig

Chemische stoffen zijn gevaarlijk en kunnen lichamelijk letsel veroorzaken.

  • Lees de aanwijzingen op het fabrieksetiket voordat u gaat werken met chemische stoffen, en neem alle aanbevelingen en voorzorgsmaatregelen van de fabrikant in acht.

  • Zorg ervoor dat uw huid niet in contact komt met chemische stoffen. Als dit toch gebeurt, moet u de desbetreffende plek grondig afspoelen met zeep en schoon water.

  • Draag een veiligheidsbril of andere beschermende uitrusting volgens de aanbevelingen van de fabrikant van de chemische stoffen.

  1. Zet het voertuig op een horizontaal oppervlak, trap het rempedaal volledig in, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje.

  2. Maak de spuitmachine schoon; raadpleeg het hoofdstuk De spuitmachine reinigen in de Gebruikershandleiding van de machine.

    Note: Wees voorzichtig als u slangen afkoppelt tijdens de installatie van deze set, en zorg ervoor dat u een emmer bij de hand hebt om oplossingen die in de slang achtergebleven zijn op te vangen.

De accu afkoppelen

Waarschuwing

Vonken kunnen accugassen tot ontploffing brengen en lichamelijk letsel veroorzaken.

Als accukabels verkeerd worden geleid, kan dit schade aan de spuitmachine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken.

  • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.

  • Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.

Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan.

  • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of installeren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine.

  • Voorkom dat metalen gereedschappen kortsluiting veroorzaken tussen de accupolen en metalen onderdelen van de machine.

  • Zorg ervoor dat de accuhouder altijd op zijn plaats zit om de accu te beschermen en vast te zetten.

  1. Verwijder het accudeksel en maak de negatieve (zwarte) aardingskabel los van de accupool (Figuur 2 en Figuur 3).

    g014029
    g029414
  2. Maak de pluskabel (rood) los van de accupool (Figuur 3).

De spoeltank voorbereiden

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Slang – 1,9 x 73,7 cm1
Spoeltank1
Tankdop1
Tussenschotfitting1
Doorzichtige pakking1
Plastic flensmoer1
90°-fitting1
Bevestigingsvork1
Slangklem1

De slang inkorten

  1. Meet 20,3 cm vanaf het uiteinde van de slang van 1,9 x 73,7 cm en breng op deze plaats een teken aan (Figuur 4).

    g219388
  2. Snij met een afbreekmes de slang door op de markering zodat u slangen verkrijgt met de volgende lengtes:

    • 20,3 cm

    • 53,3 cm

De spoeltank in elkaar zetten

  1. Monteer de tussenschotfitting als volgt op de opening onderaan de spoeltank:

    1. Monteer een doorzichtige pakking op de tussenschotfitting; zie Figuur 5.

      g206390
    2. Bevestig een draad van ongeveer 122 cm lang door 1 van de gaten voor de bevestigingsvork in de tussenschotfitting; zie Figuur 5.

      g014228
    3. Verwijder de dop (indien aanwezig) van de spoeltank (Figuur 6).

    4. Laat de draad zakken door de opening in het tankvulgat en leid hem door het gat onderaan de tank (Figuur 5 en Figuur 6).

    5. Gebruik de kabel om de tussenschotfitting naar het gat onderaan de tank te leiden (Figuur 7).

      g014229
    6. Beweeg de fitting van het schot op zijn plaats en zorg ervoor dat de doorzichtige pakking op zijn plaats zit tegen de binnenwand van de spoeltank (Figuur 7).

  2. Bevestig de schotfitting aan de spoeltank met een kunststof flensmoer (Figuur 8).

    g014230
  3. Plaats een fitting van 90° op de tussenschotfitting en zet de 90°-fitting vast met een bevestigingsvork (Figuur 9).

    g014260
  4. Draai de fitting zo dat ze naar achteren wijst.

  5. Breng de slang van 53,3 cm die u hebt afgesneden in De slang inkorten aan op de 90°-fitting; gebruik hiervoor een slangklem en zet de klem handmatig vast (Figuur 9).

    g206662

De spoeltank plaatsen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Houder (spoeltank)2
Bout (⅜" x 1½")2
Ring (⅜")4
Flensborgmoer (⅜")2

De spuittank voorbereiden

  1. Zet de 4 flenskopbouten (⅜" x 1") en 4 flensborgmoeren (⅜") los waarmee de klepbevestiging aan het tankframe is bevestigd (Figuur 11).

    g206427
  2. Beweeg de klepbevestiging naar achteren (Figuur 11).

    Note: Door de klepbevestiging te verplaatsen, ontstaat er ruimte om de spoeltank te plaatsen.

  3. Draai de 4 flenskopbouten (⅜" x 1") en 4 flensborgmoeren (⅜") vast met een torsie van 37 tot 45 N·m.

  4. Verwijder de bevestigingsvork waarmee de 90° slangpilaar van de toevoerslang bevestigd is aan de behuizing van het aanzuigfilter (Figuur 12).

    g206426
  5. Maak de slangpilaar van 90° los van de behuizing en zet de toevoerslang opzij.

De spoeltank plaatsen

  1. Plaats de spoeltank op de machine; zie Figuur 13.

    g206448
  2. Lijn de houder uit met de uitsparing bovenaan de spoeltank (Figuur 14).

    g206469
  3. Lijn de sleuf in de houder uit met de opening in de klepbevestiging (Figuur 14).

  4. Bevestig de houder losjes op de klepbevestiging; gebruik hiervoor een bout (⅜" x 1½"), 2 ringen (⅜") en een flensborgmoer (⅜").

  5. Herhaal stap 2 tot en met 4 voor de andere houder aan de andere uitsparing in de spoeltank (Figuur 14).

  6. Draai de bouten en de flensmoeren voorzichtig aan met de hand.

    Important: De spoeltank moet stevig vastzitten maar de houder mag de tank niet vervormen of verwringen.

  7. Plaats de toevoerslang opnieuw achteraan de tank en zet vast met de bevestigingsvork die u eerder verwijderd hebt.

Note: Wanneer u de spoeltank voor het eerst hebt gevuld, dient u de houders en de spoeltank te controleren op speling (het gewicht van het water in de tank kan ervoor zorgen dat de tank dichter tegen het frame aan gaat zitten). Draai de bout(en) en flensborgmoer(en) indien nodig vaster tot de houders tegen de spoeltank aan zitten – vervorm de spoeltank niet; zie De houders van de spoeltank controleren.

De toevoerslang monteren

  1. Lijn de 90° slangpilaar van de toevoerslang uit met de behuizing van het aanzuigfilter (Figuur 15).

    g206490
  2. Bevestig de slangpilaar van 90° aan de behuizing (Figuur 15); gebruik hierbij de bevestigingsvork die u verwijderd hebt in stap 4 van De spuittank voorbereiden.

De spoelmonden monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Spoelmond2
Tussenschotfitting2
Pakking1
Borstbout2
Draaibus2
Spoelklep2
Plastic flensmoer2
90°-fitting2

De spuittank boren

  1. Open het deksel van de tank en verwijder de zuigkorf (Figuur 16).

    g206491
  2. Zoek de 2 boorpunten op de hoofdtank (Figuur 17).

    Note: Op de boorpunten bevinden zich voorgevormde kuiltjes in de tank.

    g206492
  3. Ga naar het boorpunt achter het tankdeksel.

    Note: Plaats een opvangbak in de tank, onder de plaatsen waar u gaat boren, om vuil op te vangen.

    Important: Afval dat in de tank achterblijft kan het spuitsysteem verstoppen en beschadigen tijdens bedrijf.

  4. Gebruik een gatenzaag om een gat van 4,5 cm te boren op het boorpunt (Figuur 18).

    g206493
  5. Verwijder scherpe randen die u bij het zagen in de tank hebt gemaakt.

  6. Verwijder ook vuil dat in de hoofdtank is gevallen.

  7. Herhaal stap 4 tot en met 6 voor het voorste boorpunt (Figuur 19).

    g206494

De spoelmonden in elkaar zetten

Voor deze procedure hebt u teflontape nodig

  1. Plaats de spoelklep en draaibus over de borstbout (Figuur 20).

    g207947
  2. Plaats de spoelklep, draaibus en borstbout op de spoelmond (Figuur 20).

  3. Breng teflontape aan op de schroefdraden van de spoelmond.

  4. Monteer de spoelmond op de tussenschotfitting en draai handmatig vast (Figuur 20).

  5. Monteer de pakking over de tussenschotfitting (Figuur 20).

  6. Herhaal stap 1 tot en met 4 voor de andere spoelmond.

De spoelmonden monteren

Voor deze procedure hebt u teflontape nodig

  1. Breng van binnenuit de tank door de opening van 41 cm de spoelmond door het gat van 4,5 cm dat u geboord hebt in De spuittank boren; zie Figuur 21.

    g206558
  2. Monteer de plastic flensmoer op de schroefdraad van de tussenschotfitting bovenaan de tank, en draai de flensmoer handmatig vast (Figuur 21).

  3. Herhaal aan het voorste gat van 4,5 cm in de spuittank stap 1 tot 2 voor de andere spoelmond (Figuur 22).

    g206557
  4. Breng teflontape aan op de schroefdraden van de beide 90°-fittings.

  5. Plaats de 90°-fittings in de tussenschotfittings van de spoelmonden (Figuur 23).

    g206567
  6. Richt de slangribbel van de 90°-fittings naar de rechterkant van de machine (Figuur 23).

  7. Monteer de filterkorf en sluit het deksel van de spuittank.

De spoeltankpomp plaatsen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Spoeltankpomp1
Bout (¼" x 1¾")4
Ring (¼")4
Gekartelde flensmoer (¼")4
Deksel van de pomp1

De pomp monteren op de machine

Voor deze procedure hebt u teflontape nodig

  1. Lijn de openingen in de afstandsstukken van de montageflenzen van de spoeltankpomp uit met de openingen in de zittingplaat van het tankframe (Figuur 24).

    g206594g219470
  2. Monteer de spoeltankpomp op de zittingplaat (Figuur 24); gebruik hierbij 4 bouten (¼" x 1¾"), 4 ringen (¼") en 4 gekartelde flensmoeren (¼").

  3. Haal de bouten en de flensmoer aan met 10,17 tot 12,34 N·m.

  4. Koppel de stofplug af van de elektrische connector met 2 contacten van de machinekabelboom met aanduiding RINSE PUMP (spoelpomp) (Figuur 25).

    g219471
  5. Sluit de stekker met 2 pinnen van de kabelboom van de spoeltankpomp aan op de connector met 2 contacten van de machinekabelboom met aanduiding RINSE PUMP (spoelpomp) (Figuur 25).

Het deksel van de spoelpomp plaatsen

Lijn het deksel van de pomp uit over de spoeltankpomp; zie Figuur 26.

Note: Steek de lipjes niet in de sleuven in de zittingplaat.

g220000

De slangen en het filter plaatsen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Slang – 1,9 x 61 cm2
Slangklem9
T-fitting1
Slang – 1,9 x 180 cm1
Rechte slangpilaar2
Geassembleerd filter1
Gedraaide buis1
Kabelbinder2

Plaats de slangen van de spoelmonden

Note: Smeer de geribde kant van de slangfittings licht met een niet-aardoliegebaseerd smeermiddel zoals plantaardige olie om het montageproces te vergemakkelijken.

  1. Monteer 2 slangen van 1,9 x 61 cm en 2 slangklemmen op de 90°-fittings aan de spoelmonden, en zet de klemmen handmatig vast (Figuur 27).

    g206607
  2. Zet het andere uiteinde van de slangen van 1,9 x 61 cm losjes op de T-fitting; gebruik hierbij 2 slangklemmen zoals wordt afgebeeld in Figuur 27.

  3. Monteer de slangen van 1,9 x 180 cm en een slangklem op de T-fitting; zie Figuur 27.

  4. Draai de 3 slangklemmen waarmee de 3 slangen op de T-fitting bevestigd zijn handmatig vast.

De fittings op de spoeltankpomp monteren

Voor deze procedure hebt u teflontape nodig

  1. Wikkel teflontape rond de schroefdraad van de beide rechte slangpilaren.

  2. Monteer de 2 rechte slangpilaren in de 2 aansluitingen van de spoeltankpomp (Figuur 28).

    Note: Verplaats indien nodig het deksel van de pomp om bij de aansluitingen van de spoeltankpomp te kunnen komen.

    g220001

De slangen en het filter plaatsen

  1. Monteer de slang van 53,3 cm onderaan de spoeltank op de binnenste rechte slangpilaar van de spoeltankpomp; gebruik hierbij een slangklem en zet de klem handmatig vast (Figuur 27).

    g219999
  2. Monteer de slang van 20,3 cm die u gesneden hebt in De slang inkorten op de buitenste rechte slangpilaar van de spoeltankpomp; gebruik hierbij een slangklem en zet de klem handmatig vast (Figuur 30).

    g219997
  3. Bevestig de rechte slangpilaar aan de ingang van de filterkop (filtereenheid) losjes op de slang van 20,3 cm; gebruik een slangklem (Figuur 30).

  4. Monteer het vrije uiteinde van de slang van 1,9 x 180 cm over de rechte slangpilaar aan de uitgang van de filterkop; gebruik hierbij een slangklem (Figuur 31).

    g206824
  5. Stel de filterkop zo af dat de bak van het filter verticaal staat, en draai de 2 slangklemmen handmatig vast (Figuur 30 en Figuur 31).

  6. Monteer de ingesneden ribbelbuis over de slang van 43,3 cm, tussen de spoeltank en de spoeltankpomp, en bevestig de buis met 2 kabelbinders (Figuur 32).

    g206821

Het deksel van de spoelpomp monteren

Steek de 2 lipjes van het deksel van de spoelpomp in de 2 sleuven in de zittingplaat van het tankframe (Figuur 33).

g219998

De vertragingstimer en schakelaar voor het dashboard installeren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Vertragingstimer1
Borgmoer (nr. 10-24)2
Zekering (40 A)1
Relais1
Vermogenrelais1
Flenskopbout (nr. 10-24 x ½")2
Driestandenschakelaar (met indicatorlampje – spuitmachines uit 2015 en eerder)1
Driestandenschakelaar (zonder indicatorlampje – spuitmachines uit 2016 en later)1

De vertragingstimer, relais en zekering monteren

  1. Breng de bestuurdersstoel omhoog om bij de elektronische onderdelen onder de stoel te komen.

  2. Voor machines uit 2015 en eerder doet u het volgende:

    Important: Voor machines uit 2016 en later hebt u de vertragingstimer niet nodig.

    1. Monteer de vertragingstimer op de plaats die wordt getoond in Figuur 34 of Figuur 35; gebruik de borgmoer van het elektrisch bord.

    2. Verbind de timer met de connector met 2 contacten die aangeduid is met 'delay timer' (vertragingstimer) van de machinekabelboom (Figuur 34 of Figuur 35).

    g015113
    g035435
    g219469
  3. Plaats een 40 A-zekering in de vrije gleuf in de zekeringhouder zoals getoond in Figuur 34, Figuur 35 of Figuur 36.

    Note: Als er zich in de gleuf al een zekering met een lagere ampère bevindt, dient u deze te vervangen door de 40 A-zekering.

  4. Zoek het relais en het vermogenrelais die in lijn geschakeld zijn met de andere soortgelijke relais, en monteer ze met 2 flenskopbouten (nr. 10-24 x ½") en 2 borgmoeren (nr. 10-24) op het paneel (Figuur 34, Figuur 35 of Figuur 36).

  5. Zoek de connectors met 5 en met 4 contacten van de hoofdkabelboom en sluit ze aan op het relais (4 pinnen) en het vermogenrelais (5 pinnen); zie Figuur 34, Figuur 35 of Figuur 36.

De tuimelschakelaar op het dashboard monteren

  1. Verwijder de plug voor de schakelaar van de spoeltank uit het dashboardpaneel (Figuur 37 of Figuur 38).

    Note: Het is de tweede plug aan de rechterkant van de contactschakelaar.

    g034584
    g034585
  2. Zoek onder het dashboardpaneel de kabelbinder waarmee de connector met 8 contacten met aanduiding RINSE TANK (spoeltank) is bevestigd, en verwijder deze kabelbinder van de hoofdkabelboom.

  3. Leid de connector met 8 contacten naar de opening in het dashboard (Figuur 37 of Figuur 38).

  4. Verbind de driestandenschakelaar door het dashboardpaneel met de connector met 8 contacten (Figuur 37 of Figuur 38).

  5. Druk de driestandenschakelaar in de opening van het dashboardpaneel tot de grendel van de schakelaar vastklikt in het dashboard (Figuur 37 en Figuur 38).

De accu aansluiten

Waarschuwing

Vonken kunnen accugassen tot ontploffing brengen en lichamelijk letsel veroorzaken.

Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de spuitmachine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken.

  • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.

  • Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.

Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan.

  • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of installeren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine.

  • Voorkom dat metalen gereedschappen kortsluiting veroorzaken tussen de accupolen en metalen onderdelen van de machine.

  • Zorg ervoor dat de accuhouder altijd op zijn plaats zit om de accu te beschermen en vast te zetten.

  1. Sluit de pluskabel aan op de pluspool van de accu (Figuur 39).

    g207211
  2. Sluit de minkabel aan op de minpool van de accu (Figuur 39).

  3. Lijn het accudeksel uit met de accubak en bevestig het deksel met de band (Figuur 39).

Gebruiksaanwijzing

De spoelset gebruiken

Als u de spoelset gebruikt, ontstaat een spoelresidu, een verdunde oplossing van achtergebleven chemische stoffen. Vaak kan het geen kwaad om het spoelresidu te gebruiken op de behandelde zone(s). Vraag bij de fabrikant van de chemische stof evenwel na of het gebruik van een verdunde oplossing op de behandelde zone(s) geen ongunstige invloed heeft op de werking van het product.

Important: De spoelset is niet bedoeld voor het losmaken van spuitpoeder of in water oplosbare chemische stoffen die samengeklonterd zijn doordat chemische stoffen niet op de juiste manier in de hoofdtank zijn gebracht.

Bediening

De spoelset wordt bediend met behulp van een driestandenschakelaar (Figuur 40 of Figuur 41).

  • De spoeltankpomp wordt in getimede spoelbeurt geschakeld wanneer u de driestandenschakelaar in de bovenste stand vergrendelt – de vertragingstimer activeert de pomp.

    Note: Op machines uit 2015 en eerder licht de schakelaar op.

  • De spoeltankpomp is uitgeschakeld wanneer u de driestandenschakelaar in de middelste stand zet.

  • De spoeltankpomp wordt kortstondig ingeschakeld wanneer u de driestandenschakelaar in de onderste stand houdt.

    Note: Op machines uit 2015 en eerder licht de schakelaar op.

g034586
g034587

Beschrijving van de werking

De driestandenschakelaar gebruiken voor een getimede spoeling

Zet de driestandenschakelaar omhoog om een getimede spoelbeurt te starten. De pomp wordt gedurende 110 seconden geactiveerd en pompt ongeveer een derde van de inhoud van de spoeltank naar de hoofdtank. Gedurende deze spoeling blijft de schakelaar in de bovenste stand.

Note: Als u een machine uit 2015 of eerder hebt, zal het lichtje op de driestandenschakelaar branden ten teken dat de pomp actief is.

Na 110 seconden wordt de pomp uitgeschakeld.

Note: Als u een machine uit 2015 of eerder hebt, zal het lichtje op de driestandenschakelaar doven ten teken dat de pomp uitgeschakeld wordt.

De driestandenschakelaar blijft in de bovenste stand tot u hem in de middelste of de NEUTRAALSTAND zet. Als de schakelaar zich in de MIDDELSTE STAND BEVINDT, KRIJGT DE POMP GEEN STROOM EN STAAT DE SPOELSET UIT.

Note: Als u een machine uit 2015 of eerder hebt, zal het lichtje op de driestandenschakelaar uitgeschakeld blijven in de NEUTRAALSTAND.

De driestandenschakelaar gebruiken voor een handmatig geactiveerde spoeling

Zet de driestandenschakelaar omlaag om tijdelijk het spoelpompcircuit te activeren. De pomp wordt van stroom voorzien zolang de schakelaar in de onderste stand wordt gehouden.

Note: Als u een machine uit 2015 of eerder hebt, zal het lichtje op de driestandenschakelaar gaan branden en de pomp zal actief blijven zolang u de schakelaar in de ONDERSTE stand houdt.

Als u de driestandenschakelaar loslaat, gaat deze terug naar de NEUTRAALSTAND. Het vermogen van de pomp wordt uitgeschakeld.

Note: Als u een machine uit 2015 of eerder hebt, zal het lichtje op de driestandenschakelaar doven.

De tank vullen

Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de spuitpomp uit, zet de motor af en verwijder het sleuteltje.

Verwijder de dop van de spoeltank en vul de tank met ongeveer 113 l schoon water. Plaats vervolgens de dop terug.

Important: De spoeltank van 113 l mag alleen gevuld worden met schoon water. De spoeltank vullen met een andere stof kan gevaarlijk zijn en/of de machine beschadigen.

De spoelcyclus gebruiken

Zodra de spoeltankpomp 38 l water naar de spuittank heeft gepompt, kan de gebruiker de mengschakelaar gebruiken om schoon water in de mengcyclus te brengen. Na afloop kan het spoelresidu langs de monden van de spuitboom worden gespoten of manueel afgevoerd uit de tank. Dit laat de machine toe te rijden tijdens het spoelproces.

  1. Schakel de spoeltankpomp in door een van de volgende dingen te doen:

    • Druk de driestandenschakelaar omhoog voor een getimede spoeling.

    • Hou de driestandenschakelaar voor de gewenste tijd naar beneden gedrukt.

  2. Zodra de spoeltankpomp 38 l water in de spuittank heeft gepompt, kunt u de mengschakelaar gebruiken om het schone water in de mengcyclus te laten circuleren.

  3. Pomp het spoelresidu uit de spuittank overeenkomstig de voorschriften die in uw land gelden. Ga op een van de volgende manieren te werk:

    • Spuit het spoelresidu door de spuitbomen tot de spuittank leeg is.

    • Laat de inhoud van de spuittank in een geschikte opvangbak vloeien en voer de verdunde oplossing af volgens de in uw land geldende voorschriften.

U kunt de spoelcyclus indien nodig herhalen of nog 2 getimede spoelcycli uitvoeren.

Onderhoud

Het filter inspecteren

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Na de eerste 5 bedrijfsuren
  • Inspecteer het filter
  • Om de 50 bedrijfsuren
  • Inspecteer het filter
    1. Draai het filter linksom om de bak van de filterkop te nemen (Figuur 42).

      g207171
    2. Controleer het filterelement op beschadiging, opgehoopt bezinksel en vuil (Figuur 42).

      Een beschadigd filterelement moet worden vervangen. Als er sprake is van opgehoopt bezinksel of vuil, reinig het element dan als volgt:

      1. Verwijder het filterelement van de filterkop (Figuur 42).

      2. Spoel het element met schoon water.

      3. Steek het filterelement in de filterkop (Figuur 42).

    3. Controleer de O-ring op beschadiging (Figuur 42).

      Vervang de O-ring als deze is beschadigd.

    4. Schroef de bak rechtsom in de filterkop en draai hem handmatig vast (Figuur 42).

    Het spoelsysteem controleren op lekken en schade

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Na de eerste 5 bedrijfsuren
  • Controleer de slangen op schade.
  • Bij elk gebruik of dagelijks
  • Controleer de slangen op lekken.
  • Om de 100 bedrijfsuren
  • Controleer de slangen en O-ringen op schade
  • Voor vervangende onderdelen neemt u contact op met uw erkende Toro dealer.

    De houders van de spoeltank controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Na het eerste bedrijfsuur
  • De houders van de spoeltank controleren.
  • Jaarlijks
  • De houders van de spoeltank controleren.
  • Zodra u de hoofdtank hebt gevuld met water, gaat u na of er speling is op de banden van de tank. Als de banden los zitten, zet u de bevestigingen aan de bovenste banden vaster tot ze gelijk zijn met de tank. Zet de bevestigingen niet te vast.

    1. Vul de spoeltank met schoon water (Figuur 43).

      g207207
    2. Controleer of er speling zit tussen de houders en de spoeltank (Figuur 43).

    3. Als er speling is tussen de houders en de spoeltank, draai de bout(en) en flensborgmoer(en) dan vast tot de houders stevig tegen de spoeltank aan zitten (Figuur 43).

      Note: Draai de bout(en) en borgmoer(en) van de houder(s) niet te vast, en zorg dat u de tank niet vervormt.

    Important: De bevestigingen van de tankbanden te vast zetten, kan vervorming en beschadiging van de houders veroorzaken.

    Stalling

    De machine minder dan 30 dagen stallen bij temperaturen boven 0 °C

    Laat de volgende componenten leeglopen:

    • Toevoerleiding van pomp

    • Uitgaande leiding van pomp

    • Filterleiding

    De machine langer dan 30 dagen stallen of bij temperaturen onder 0 °C

    Ga als volgt te werk voordat u de machine gaat stallen:

    1. Giet antivriesoplossing voor motorvoertuigen in de spoeltank.

    2. Laat de antivries door de spoelpomp lopen.

    Wanneer u de machine opnieuw in gebruik neemt, laat u de volgende componenten leeglopen.

    • Toevoerleiding van pomp

    • Uitgaande leiding van pomp

    • Filterleiding