Inleiding

Deze maai-eenheid is bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders en voor commerciële toepassingen. De machine is voornamelijk ontworpen voor het maaien van gras van goed onderhouden gazons in parken, golfbanen en sportvelden. Dit product gebruiken voor andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor u of voor omstanders.

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Ga naar www.Toro.com voor documentatie over productveiligheid en bedieningsinstructies, informatie over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren.

Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

g308510

Deze handleiding wijst u op mogelijke gevaren en bevat veiligheidswaarschuwingen die u kunt herkennen aan het waarschuwingspictogram (Figuur 2), dat wijst op een gevaar dat ernstig letsel of de dood kan veroorzaken indien u nalaat de voorgeschreven maatregelen te treffen.

g000502

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Raadpleeg de inbouwverklaring achterin deze uitgave voor meer informatie.

Veiligheid

Algemene veiligheid

Dit product kan handen of voeten afsnijden. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig letsel te voorkomen.

  • Lees deze Gebruikershandleiding en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de machine start.

  • Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders kunt u verwondingen oplopen of kan eigendom worden beschadigd.

  • Houd handen en voeten uit de buurt van de bewegende onderdelen van de machine.

  • Gebruik de machine niet als er schermen of andere beveiligingsmiddelen ontbreken of als deze niet naar behoren werken.

  • Blijf uit de buurt van afvoeropeningen.

  • Houd omstanders en kinderen uit de buurt van het werkgebied. Hou omstanders en kinderen uit de buurt van het werkgebied. Laat kinderen nooit de machine bedienen.

  • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat:

    • Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

    • Maai-eenheid/maai-eenheden neerlaten.

    • Schakel de aandrijvingen uit.

    • Stel de parkeerrem in werking (indien aanwezig).

    • Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.

    • Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.

Onjuist gebruik of onderhoud van deze machine kan letsel tot gevolg hebben. Om het risico op letsel te verkleinen, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool Graphic te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van deze instructies kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.

Veiligheid van de maai-eenheid

  • De maai-eenheid is slechts een volledige machine wanneer deze gemonteerd is op een tractie-eenheid. Lees de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid zorgvuldig voor de volledige instructies over het veilig gebruik van de machine.

  • Stop de machine, verwijder het sleuteltje (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u het werktuig controleert nadat u een voorwerp heeft geraakt of de machine abnormaal begint te trillen. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt.

  • Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat verkeren en alle bevestigingselementen stevig vastzitten. Vervang versleten of beschadigde stickers.

  • Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde accessoires, werktuigen en onderdelen.

Veiligheid van de messen

Een versleten of beschadigd mes kan breken en een stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de richting van de bestuurder of omstanders en ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.

  • Controleer op gezette tijden het maaimes op slijtage of beschadigingen.

  • Wees voorzichtig als u de messen controleert. Omwikkel de maaimessen of draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden aan de maaimessen verricht. De maaimessen mogen alleen worden vervangen of geslepen, probeer ze nooit recht te maken of er aan te lassen.

  • Let op dat bij machines met meerdere maaimessen andere messen kunnen gaan draaien doordat u 1 mes draait.

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers.

decal120-9570
decal137-9706

Montage

De voorrol monteren

Het maaidek wordt geleverd zonder voorrol. Schaf een rol aan via uw erkende Toro- dealer en monteer deze als volgt op de maai-eenheid:

  1. Verwijder de ploegbout, ring en flensmoer waarmee één van de maaihoogtearmen aan de zijplaat van het maaidek is bevestigd (Figuur 3).

    g310842
  2. Zet de rolmontagebouten in de maaihoogtearmen los.

  3. Schuif de rolas in de maaihoogtearm, aan het uiteinde tegenover de maai-eenheid.

  4. Schuif de maaihoogtearm over de rolas.

  5. Bevestig de rol losjes op het maaidek met de maaihoogtearm en het eerder verwijderde bevestigingsmateriaal.

  6. Centreer de rol tussen de maaihoogtearmen.

  7. Draai de montageschroeven van de rol vast.

  8. Stel af op de gewenste maaihoogte en draai het montagebevestigingsmateriaal van de maaihoogtearmen vast.

Het maaidek op de tractie-eenheid monteren

Monteer de maai-eenheid op de tractie-eenheid; raadpleeg de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid voor montage-instructies.

De maai-eenheid afstellen

  1. Verkrijg toegang tot de maai-eenheid; zie Toegang verkrijgen tot de maai-eenheid.

  2. Stel het contact tussen ondermes en messenkooi af; zie Contact tussen ondermes en messenkooi afstellen.

  3. Stel de maaihoogte in; zie De maaihoogte instellen.

Algemeen overzicht van de machine

Compatibiliteit met tractie-eenhedenDeze maai-eenheden kunnen worden gemonteerd op de Greensmaster Flex of eFlex 1018 en 1021 tractie-eenheden met de gepaste grootte.
MaaibreedteModelnr. 04853 en 04854Modelnr. 04863, 04864
 46 cm 53 cm
MaaihoogteStel de voorrol af die op zijn plaats wordt gehouden door 2 verticale schroeven en moeren.
MaaihoogtebereikHet standaard maaihoogtebereik varieert van 1,6 tot 12,7 mm. Het standaard maaihoogtebereik met de set voor een hoge maaistand is 7 tot 25 mm. De werkelijke maaihoogte is afhankelijk van de toestand van het gras, het type ondermes, de rollen en de gemonteerde werktuigen.
Lagers van messenkooiEr zijn 2 afgedichte diepgroefkogellagers van roestvrij staal.
VoorrolDe voorrol heeft een diameter van 6,3 cm, met een verscheidenheid aan door de gebruiker te kiezen configuraties.
OndermesDeze machine is standaard uitgerust met een EdgeMax Microcut ondermes. Er zijn optionele ondermessen met een waaier van configuraties leverbaar. Het ondermes is met 13 schroeven bevestigd aan een machinaal bewerkte gietijzeren snijbalk.
Afstelling ondermesEr is een afstelling op de messenkooi met 2 schroeven; de klikstappen komen overeen met een verplaatsing van het ondermes van 0,018 mm.
GrasschermHet scherm zorgt ervoor dat gras in natte omstandigheden beter wordt afgevoerd van de messenkooi.
ContragewichtEen gietijzeren gewicht dat is geplaatst tegenover de aandrijflijn houdt de maai-eenheid in evenwicht.
NettogewichtModelnr. 04853Modelnr. 04854Modelnr. 04863Modelnr. 04864
34 kg35 kg35 kg36 kg
MaaisnelheidRaadpleeg de Gebruikershandleiding van uw tractie-eenheid.

Werktuigen/accessoires

Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of een erkende Toro distributeur, of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires.

Om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat de machine altijd veilig kan worden gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele Toro onderdelen en accessoires gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn. Dit kan ertoe leiden dat de garantie op het product komt te vervallen.

Gebruiksaanwijzing

U kunt gedetailleerde informatie over het gebruik van de machine vinden in de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid. Het ondermes moet iedere dag voor gebruik van de maai-eenheid worden ingesteld; zie Dagelijkse instelling van het ondermes. Controleer de maaikwaliteit door een proefstuk te maaien en na te gaan of dit aan de eisen voldoet voordat u het maaidek op de green gebruikt.

De maai-eenheid afstellen

De stopbalk afstellen

Stel de stopbalk af om ervoor te zorgen dat het maaisel op behoorlijke wijze wordt afgevoerd uit de omgeving van de messenkooi. Ga als volgt te werk:

Note: De balk kan worden aangepast om veranderingen in de gazonomstandigheden te compenseren. De afstand tussen de balk en de messenkooi moet worden verminderd als het gazon uitzonderlijk droog is. Als het gazon vochtig is, moet de afstand tussen de balk en de messenkooi echter vergroot worden. De balk moet evenwijdig aan de messenkooi zijn om de beste prestaties te verkrijgen. Stel deze af nadat de messenkooi is geslepen op een messenkooislijper.

  1. Draai de schroeven los waarmee de bovenste balk (Figuur 4) aan het maaidek is bevestigd.

    g014643
  2. Plaats een voelermaat van 1,5 mm tussen de bovenkant van de messenkooi en de balk en zet de schroeven dan vast.

    Important: Zorg ervoor dat de afstand tussen de balk en de messenkooi over de gehele lengte van de messenkooi gelijk is.

Instellen van het ondermes op de messenkooi

Dagelijkse instelling van het ondermes

Aan het begin van elke dag, of vaker indien nodig, moet u controleren of het ondermes en de messenkooi goed contact maken. Voer deze procedure uit, ook al is de maaikwaliteit voldoende.

Note: Deze procedure kan worden uitgevoerd wanneer de maai-eenheid gemonteerd is op de tractie-eenheid.

  1. Schakel de tractie-eenheid uit.

  2. Verkrijg toegang tot de maai-eenheid; zie Toegang verkrijgen tot de maai-eenheid.

  3. Draai de messenkooi langzaam in de tegenovergestelde richting en luister of de messenkooi en het ondermes contact maken.

    • Als er geen contact is, stel het ondermes dan als volgt in

      1. Draai de instelschroeven van de snijbalk rechtsom (Figuur 5), met 1 klik per keer, totdat u een licht contact kunt horen en voelen.

        Note: De stelknop heeft klikstappen waarmee de stand van het ondermes telkens met 0,018 mm kan worden veranderd.

        g014595
      2. Plaats een lange strook maai-testpapier (Toro- onderdeelnummer 125-5610) tussen de kooi en het ondermes (Figuur 6), en draai de kooi dan langzaam naar voren; de kooi moet het papier afsnijden. Zo niet, herhaal dan stappen 1 en 2 tot het papier wel gesneden wordt.

    • Als het contact tussen het ondermes en messenkooi te zwaar wordt, moet u de voorrand van het ondermes vernieuwen of de maai-eenheid slijpen om de scherpe snijranden te krijgen die nodig zijn om met grote precisie te kunnen maaien (zie Toro- handleiding Slijpen van maaimachines met messenkooien en roterende messen, documentnr. 09168SL).

    Important: Zorg ervoor dat er altijd een licht contact tussen het ondermes en de messenkooi is. Als u niet voor een licht contact zorgt, zullen de randen van het ondermes en de messenkooi zichzelf onvoldoende slijpen en na enig gebruik bot worden. Als het contact te zwaar is zullen het ondermes en messenkooi snel en ongelijkmatig slijten waardoor de maaikwaliteit lager kan worden.

    Note: Bij eFlex maai-eenheden heeft het contact tussen messenkooi en ondermes een aanzienlijke invloed op het energieverbruik. Een heel licht contact is het beste voor de maaiprestaties en het accuverbruik.

    Note: Als de messen van de messenkooi voortdurend tegen het ondermes aan lopen, zal er op het oppervlak van de voorste snijrand van het ondermes over de gehele lengte een lichte braam ontstaan. Verwijder deze braam af en toe met een vijl die u langs de voorrand haalt. Dit verbetert het maaien.Na langdurig gebruik zal er uiteindelijk aan beide uiteinden van het ondermes een groef ontstaan. Deze groeven moet u afronden of gelijk vijlen met de snijrand van het ondermes ten behoeve van een soepele werking.

Contact tussen ondermes en messenkooi afstellen

Volg deze procedure bij de eerste instelling van het maaidek en na het slijpen, wetten of demonteren van de messenkooi. Dit is geen instelling die dagelijks moet worden uitgevoerd.

Note: Deze procedure kan worden uitgevoerd wanneer de maai-eenheid gemonteerd is op de tractie-eenheid.

Note: Bij eFlex maai-eenheden heeft het contact tussen messenkooi en ondermes een aanzienlijke invloed op het energieverbruik. Een heel licht contact is het beste voor de maaiprestaties en het accuverbruik.

  1. Schakel de tractie-eenheid uit.

  2. Verkrijg toegang tot de maai-eenheid; zie Toegang verkrijgen tot de maai-eenheid.

  3. Draai de messenkooi zodanig dat een mes de rand van het ondermes kruist tussen de eerste en de tweede schroefkop van het ondermes aan de rechterkant van de maai-eenheid.

  4. Breng een merkteken aan op het mes op de plaats waar dit de rand van het ondermes kruist.

    Note: Dit maakt latere instellingen eenvoudiger.

  5. Plaats een vulplaat van 0,05 mm (Toro onderdeelnr. 140-5531) tussen het mes en de rand van het ondermes op het punt dat in stap 4 gemerkt is.

  6. Draai aan de rechterafstelschroef van de snijbalk (Figuur 5) tot u een lichte druk (weerstand) voelt als u de vulplaat heen en weer schuift. Verwijder de vulplaat.

  7. Voor de linkerzijde van de maai-eenheid draait u de messenkooi langzaam tot het dichtstbijzijnde mes de rand van het ondermes kruist tussen de eerste en de tweede schroefkop.

  8. Herhaal stap 4 tot en met 6 voor de linkerzijde van de maai-eenheid en de linkerstelschroef van de snijbalk.

  9. Herhaal stap 5 en 6 totdat er een lichte druk is bij de contactpunten aan de linker- en rechterkant van het maaidek.

  10. Om een licht contact tussen het ondermes en de messenkooi te verkrijgen dient u elk van de stelschroeven van de snijbalk 3 klikstanden rechtsom te draaien.

    Note: Elke klikstand van de stelschroef van de snijbalk beweegt het ondermes 0,018 mm. Draai de stelschroeven niet te vast.Stelschroef rechtsom draaien: de rand van het ondermes beweegt naar de messenkooi toe. Stelschroef linksom draaien: de rand van het ondermes beweegt van de messenkooi af.

  11. Plaats een lange strook maai-testpapier (Toro- onderdeelnummer 125-5610) tussen de messenkooi en het ondermes, haaks op het ondermes (Figuur 6), en draai de messenkooi dan langzaam naar voren; de kooi moet het papier afsnijden. Zo niet, draai elke stelschroef van de snijbalk dan 1 klik rechtsom en herhaal deze stap totdat het papier wel gesneden wordt.

    g310820

Note: Als het contact tussen het ondermes en de messenkooi te zwaar wordt, kunt u de voorrand van het ondermes wetten of vernieuwen of de maai-eenheid slijpen om de scherpe snijranden te krijgen die nodig zijn om met grote precisie te kunnen maaien; (zie Toro handleiding Slijpen van maaimachines met messenkooien en roterende messen, documentnr. 09168SL).

Instellen van de hoogte van de achterrol

  1. Zet de beugels van de achterrol op de gewenste maaihoogte door de vereiste hoeveelheid afstandsstukken onder de montageflens van de zijplaat te plaatsen (Figuur 7) volgens Selectieschema’s voor de maaihoogte en het ondermes.

    g014405
  2. Breng de achterkant van het maaidek omhoog en plaats een blok onder het ondermes.

  3. Verwijder de 2 moeren waarmee de beugels van beide rollen en het afstandsstuk/de afstandsstukken zijn bevestigd aan de montageflens van beide zijplaten.

  4. Verwijder de beugel van de rol en de bouten uit de montageflenzen van de zijplaat en de afstandsstukken.

  5. Plaats de afstandsstukken op de bouten van de beugels van de rol.

  6. Zet de beugel van de rol en afstandsstukken vast aan de onderkant van de montageflenzen met de schroeven die u eerder hebt verwijderd.

    Note: Plaats ongebruikte afstandsstukken op de bovenkant van de montageflens van de zijplaat voor later gebruik.

Note: De stand van de achterrol ten opzichte van de messenkooi wordt bepaald door de bewerkingstolerantie van de gemonteerde onderdelen en evenwijdig stellen is niet nodig.

De maaihoogte instellen

Stel de maaihoogte in op de gewenste maaihoogte met een maaihoogtemeter en zorg ervoor dat uw maai-eenheid is uitgerust met een ondermes dat het best geschikt is voor uw gewenste maaihoogte; zie Selectieschema’s voor de maaihoogte en het ondermes.

De hoogtelat instellen

Voordat u de maaihoogte instelt moet de hoogtelat worden ingesteld:

  1. Draai de moer op de hoogtelat los en draai de stelschroef op de gewenste maaihoogte (Figuur 8).

    Note: De afstand tussen de onderkant van de schroefkop en de lat is de maaihoogte.

    g000489
  2. Draai de moer vast.

De maaihoogte instellen

Deze maai-eenheid is standaard uitgerust met het EdgeMax Micro-cut ondermes en standaard snijbalk. De werkelijke maaihoogte is afhankelijk van voorafgaande maaierconfiguraties en gazonomstandigheden (d.w.z. roltype, ondermes achter centrale afstand, zachte of harde greens, seizoensomstandigheden). Stel de oorspronkelijke maaihoogte 0,25 mm tot 0,38 mm hoger in dan de vorige greensmaaierinstelling en stel af naargelang de omstandigheden.

Raadpleeg Selectieschema’s voor de maaihoogte en het ondermes om te bepalen welk ondermes het best geschikt is voor de gewenste maaihoogte.

  1. Draai de borgmoeren los waarmee de maaihoogtearmen zijn bevestigd aan de zijplaten van de maai-eenheid (Figuur 9).

    g310831
  2. Haak de schroefkop van de hoogtelat aan de rechterkant van de snijrand van het ondermes en laat het achteruiteinde van de lat rusten op de achterrol (Figuur 10).

    g016945
  3. Draai aan de stelschroef totdat de rol contact maakt met de voorzijde van de hoogtelat.

  4. Herhaal stap 2 en voor de linkerkant.

  5. Stel beide uiteinden van de rol af totdat de hele rol evenwijdig aan het ondermes is.

    Important: Bij een correcte afstelling zullen de achter- en voorrol contact maken met de hoogtelat en zal de schroef goed tegen het ondermes aan zitten. Hierdoor hebben beide uiteinden van het ondermes dezelfde maaihoogte.

  6. Draai de borgmoeren op de maaihoogtearmen aan om de instelling te borgen zodat de ring geen speling meer heeft.

  7. Controleer dat de ingestelde maaihoogte correct is; herhaal deze procedure indien nodig.

Selectieschema’s voor de maaihoogte en het ondermes

Maaihoogteschema
Maaihoogte (mm)Maaihoogte (mm)Aantal afstandsstukken achterStand trommelUniversele groomer
1,50,0620VJ
3,20,1250V/AJ
4,80,1880V/AJ
6,40,2500V/AJ
6,40,2501V/AJ
9,50,3750VJ
9,50,3751AJ
12,70,5001AN
12,70,5002*AJ**
15,90,6252*AN
15,90,6253*AJ**
19,10,7502*AN
19,10,7503*AN
22,20,8753*AN
25,41,0003*AN
25,41,0004*AN
V: voorste stand trommel; aanbevolen voor greens.A: Achterste stand trommel; aanbevolen voor tees.* Voor 2 of meer afstandsstukken achter is de set voor hoge maaihoogte (onderdeelnr. 120-9600) vereist.** Voor 2 of meer afstandsstukken achter voor de universele groomer is de set voor hoge maaihoogte (onderdeelnr. 133-9110) vereist.

Gebruik onderstaand schema om te bepalen welk ondermes het best geschikt is voor de gewenste maaihoogte.

Selectieschema ondermes/maaihoogte
OndermesGR 46 cm onderdeelnr.GR 53 cm onderdeelnr.MaaihoogteSlijphoek aan de bovenkant
EdgeMax Micro-cut (standaard 04854, 04863, 04864)117-1530115-18801,5 tot 4,7 mm
Micro-cut (optioneel)98-726193-8492140-43621,5 tot 4,7 mm
Micro-cut Extended (optioneel)110-2300108-43031,5 tot 4,7 mm
EdgeMax Micro-cut Short (optioneel)139-4318139-43201,5 tot 4,7 mm
EdgeMax Tournament (optioneel)115-8492140-1532115-18813,1 tot 12,7 mm
Tournament (optioneel)98-726093-42633,1 tot 12,7 mm
Tournament Extended (optioneel)-108-43023,1 tot 12,7 mm
EdgeMax Tournament Short (optioneel)139-4319139-43213,1 tot 12,7 mm
Low-cut (optioneel)110-230193-42644,7 tot 25,4 mm
High-cut (optioneel)-94-63927,9 tot 25,4 mm
EdgeMax Fairway (optioneel)-137-60929,5 tot 25,4 mm10°
Fairway (optioneel)-137-60979,5 tot 25,4 mm10°

Note: Gebruik verlengde of korte ondermessen voor meer of minder agressieve instelling.

Onderhoud

Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Toegang verkrijgen tot de maai-eenheid

Verkrijg als volgt toegang tot het ondermes en de messenkooi voor onderhoud:

  • Met de maai-eenheid verwijderd van de machine, ondersteunt u de achterkant van de maai-eenheid zodat de moeren op het achtereind van de stelschroeven van de snijbalk niet op het werkvlak rusten (Figuur 11).

    g311262
  • Met de maai-eenheid bevestigd aan de machine, brengt u de handgreep van de tractie-eenheid naar de grond (Figuur 12).

    g310731

Het smeerpunt van de messenkooiaandrijfas controleren

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Jaarlijks
  • Het smeerpunt van de messenkooiaandrijfas controleren.
    1. Verwijder het bevestigingsmateriaal waarmee de aandrijving van de messenkooi aan de zijplaat is bevestigd (Figuur 13).

      g310788
    2. Verwijder de moeren van de binnenkant van de zijplaat (Figuur 13).

    3. Controleer of er nog vet zit aan de binnenkant van de aandrijfas van de messenkooi (Figuur 14).

      Als u niet voldoende vet ziet, moet u meer vet toevoegen aan de mannelijke en vrouwelijke sleufas.

      g310809
    4. Gebruik de eerder verwijderde inbusschroeven en moeren om de messenkooiaandrijving te bevestigen aan de zijplaat.

    5. Monteer de maai-eenheid aan de tractie-eenheid; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw tractie-eenheid.

    Spanning van de drijfriem van de messenkooi afstellen

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Jaarlijks
  • Spanning van de drijfriem van de messenkooi afstellen.
    1. Verwijder de kap van de behuizing van de messenkooiaandrijving door de 4 schroeven te verwijderen waarmee de kap bevestigd is.

    2. Maak de bout van de arm van de spanpoelie los en draai de arm van de spanpoelie om spanning van de riem te nemen.

    3. Gebruik een aandrijfbalktype momentsleutel om 6 tot 7 N·m kracht uit te oefenen op de interne schroef van de bovenste arm van de spanpoelie (Figuur 15).

      g310844
    4. Draai de bout van de arm van de spanpoelie vast om de arm van de spanpoelie te bevestigen.

    5. Monteer de kap met de 4 bijbehorende schroeven.

    De maaisnelheid afstellen

    De maaisnelheid wordt bepaald door de volgende machine-instellingen:

    • Messenkooitoerental: Het messenkooitoerental kan worden afgesteld naar een hoge of lage stand; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw tractie-eenheid.

    • Stand aandrijfpoelie van messenkooi: de aandrijfpoelies van messenkooi (met 22 tanden en 24 tanden) hebben 2 standen:

      • stand: ‘A’ in Figuur 16

      • stand: ‘B’ in Figuur 16

      Note: De stand van de poelie is in de fabriek ingesteld op de LAGE stand.

      g310843

    Raadpleeg de volgende stappen om de stand van de poelie aan te passen:

    1. Verwijder de kap van de riem om bij de riem te kunnen komen (Figuur 17).

      g310844
    2. Maak de bout van de arm van de spanpoelie los en draai de arm van de spanpoelie (Figuur 17) om spanning van de riem te nemen.

    3. Verwijder de riem (Figuur 17).

    4. Draai de moeren van de poelies los, verwijder de poelies en monteer deze met behulp van de moeren naargelang de gewenste configuratie.

      g310845
    5. Draai de moeren van de poelie vast met een torsie van 37 tot 45 N·m.

    6. Monteer de riem en span de riem door de inbusbout van de arm van de spanpoelie aan te draaien met 6 tot 7 N·m (zie afbeelding Figuur 17).

    7. Draai de bout van de arm van de spanpoelie vast en monteer de kap van de riem.

    Specificaties van het ondermes

    Onderhoud van het ondermes

    Om schade aan de messenkooi, snijbalk en het ondermes te voorkomen mag onderhoud aan de snijbalk en het ondermes alleen door een speciaal opgeleide technicus worden uitgevoerd. Het beste is om de maai-eenheid naar een erkende Toro distributeur te brengen voor onderhoud. De Onderhoudshandleiding van uw tractie-eenheid bevat volledige instructie, informatie over speciale gereedschappen en tekeningen voor het onderhoud van het ondermes. Mocht het nodig zijn dat u de snijbalk zelf verwijderd of monteert volg dan de onderstaande aanwijzingen. De specificaties voor het onderhoud van het ondermes zijn daar ook opgenomen.

    Important: Volg altijd de aanwijzingen in de Onderhoudshandleiding voor onderhoud van het ondermes. Als het ondermes niet correct wordt gemonteerd of geslepen, kan dit leiden tot schade aan de messenkooi, snijbalk of het ondermes.

    De snijbalk/het ondermes verwijderen

    1. Draai de stelschroef van de snijbalk linksom om het ondermes weg te trekken van de messenkooi (Figuur 19).

      g014641
    2. Draai de veerspanningsmoer uit totdat de ring niet meer tegen de snijbalk is geklemd (Figuur 19).

    3. Draai de borgmoer getoond in Figuur 20 los aan beide zijden van de machine.

      g310846
    4. Verwijder beide snijbalkbouten zodat de snijbalk omlaag kan worden getrokken en uit de maai-eenheid kan worden verwijderd (Figuur 20).

      Bewaar de 2 plastic ringen en de stalen ring op beide uiteinden van de snijbalk (Figuur 20)

    5. Verwijder het ondermes van de snijbalk door alle schroeven die het ondermes op zijn plaats houden te verwijderen. Gebruik een dopsleutel en het schroefgereedschap voor het ondermes (onderdeelnr. TOR510880).

      Note: U kunt een mechanische of pneumatische slagsleutel gebruiken om de schroeven van het ondermes los te draaien.

      Note: Gooi het ondermes en de schroeven weg.

    Het nieuwe ondermes monteren

    1. Selecteer een nieuw ondermes volgens de Selectieschema’s voor de maaihoogte en het ondermes.

    2. Verwijder roest, aanslag en corrosie van het oppervlak van de snijbalk en breng er een laagje olie op aan.

      Important: Verwijder geen gietmateriaal van de snijbalk. De snijbalk is in het midden concaaf; niet slijpen.

    3. Reinig de schroefdraad in de snijbalk.

    4. Breng anti-seizemiddel aan op de schroeven van het nieuwe ondermes en monteer het ondermes op de snijbalk.

      Important: Gebruik enkel nieuwe ondermesschroeven.

      Note: Het aantal schroeven varieert afhankelijk van de snijbalk.

      g557599
    5. Draai de 2 buitenste schroeven vast met een torsie van 1 N·m.

    6. Draai de schroeven vast met een torsie van 25,9 +/- 1,4 N·m; werk van het midden van het ondermes naar buiten toe.

      Important: Draai de schroeven van het ondermes niet vast met een mechanische of pneumatische slagsleutel.

      g255046
    7. Slijp het nieuwe ondermes; zie Specificaties voor het slijpen van het ondermes.

    Specificaties voor het slijpen van het ondermes

    g032182
    Vrijloophoek (bovenaan) van ondermesZie Selectieschema’s voor de maaihoogte en het ondermes.
    Bereik van de voorhoek13 tot 17°
    Vrijloophoek, Fairway ondermes10°

    De slijphoek aan de bovenkant controleren

    De slijphoek voor de ondermessen is zeer belangrijk.

    Gebruik de hoekindicator (Toro onderdeelnummer. 131-6828) en de steun van de hoekindicator (Toro onderdeelnummer. 131-6829) om de hoek die uw slijpmachine produceert te controleren en corrigeer vervolgens de onnauwkeurigheid van de slijpmachine.

    1. Plaats de hoekindicator op de onderkant van het ondermes, zoals getoond in Figuur 24.

      g034113
    2. Druk op de Alt Zero knop op de hoekindicator.

    3. Plaats de steun van de hoekindicator op de rand van het ondermes zodat de rand van de magneet past op de rand van het ondermes (Figuur 25).

      Note: Gedurende deze stap moet de digitale uitlezing zichtbaar zijn van dezelfde kant als in stap 1.

      g034114
    4. Plaats de hoekindicator op de steun zoals getoond in Figuur 25.

      Note: Dit is de hoek die uw slijpmachine produceert en deze moet binnen twee graden van de aanbevolen slijphoek aan de bovenkant zijn.

    De snijbalk/het ondermes monteren

    1. Plaats de snijbalk/het ondermes en zorg ervoor dat de montagelippen zich tussen de onderlegringen en de stelschroef van de snijbalk bevinden (Figuur 26).

      Important: Centreer de DPA-verstellers in de oren van de snijbalk zoals getoond in Figuur 26.Als DPA-verstellers tegen de oren van de snijbalk zijn gemonteerd, kan dit het contact tussen het ondermes en de messenkooi negatief beïnvloeden.

      g512172
    2. Zet de snijbalk vast aan beide zijplaten met de snijbalkbouten (moeren op de bouten) en 3 ringen (6 in totaal).

    3. Plaats een nylon ring aan elke zijde van de naaf van de zijplaat. Plaats een stalen ring op de buitenkant van beide nylon ringen (Figuur 27).

    4. Draai de bouten van de snijbalk vast met een koppel van 27 tot 36 N·m.

    5. Draai de borgmoeren vast tot de stalen onderlegringen geen speling meer hebben, maar u ze nog wel met de hand kunt ronddraaien. De ringen aan de binnenkant mogen speelruimte hebben.

      Important: Draai de borgmoeren niet te hard aan, anders kunnen de zijplaten vervormen.

    6. Draai de veerspanningsmoer vast totdat de veer is ingedrukt; draai deze vervolgens een 1/2 slag terug (Figuur 27).

      g016470
    7. Stel het contact tussen ondermes en messenkooi af; zie Contact tussen ondermes en messenkooi afstellen.

    Specificaties van de messenkooi

    De messenkooi voorbereiden om te slijpen

    1. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de maai-eenheid in goede staat zijn en herstel problemen voordat u gaat slijpen.

    2. Volg de instructies van de fabrikant van de messenkooislijper om de messenkooi te slijpen volgens de volgende specificaties.

      Specificaties voor het slijpen van de messenkooi
      Nieuwe diameter messenkooi128,5 mm
      Onderhoudslimiet diameter messenkooi114,3 mm
      Vrijloophoek van mes30° ± 5°
      Bereik van breedte mesvlak0,8 tot 1,2 mm
      Onderhoudslimiet versmalling diameter messenkooi0,25 mm

    Hoekslijpen van de messenkooi

    De nieuwe messenkooi heeft een platte zijkant van 0,8 tot 1,2 mm en een hoek van 30 graden.

    Wanneer de platte zijkant groter dan 3 mm wordt, doe dan het volgende:

    1. Slijp alle messen onder een hoek van 30 graden tot de platte zijkant 0,8 mm breed is.

      g278332
    2. Draaislijp de messenkooi tot de onregelmatigheid van de messen niet meer dan 0,025 mm bedraagt.

      Note: Hierdoor wordt de platte zijkant een beetje groter.

    3. Stel de maai-eenheid in; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw maai-eenheid.

    Note: Om de messenkooi en het ondermes langer scherp te houden – na het slijpen van de messenkooi en/of het ondermes – controleert u het contact tussen de messenkooi en het ondermes opnieuw nadat u 2 greens gemaaid hebt; bramen zullen immers worden verwijderd. Bramen kunnen onjuiste speling tussen de messenkooi en het ondermes tot gevolg hebben, wat de slijtage kan versnellen.

    Wetten van het maaidek

    Gebruik de Toegangswetset (modelnr. 139-4342); raadpleeg de bedieningsinstructies in de Montage-instructies van de set. Neem contact op met uw erkende Toro verdeler om deze set aan te schaffen.