Inleiding

Deze machine is een loopmaaier met messenkooi bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders in commerciële toepassingen. De machine is voornamelijk ontworpen voor het maaien van gras op goed onderhouden gazons. Gebruik van dit product voor andere doeleinden dan deze kan gevaarlijk zijn voor u of omstanders.

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om letsel en schade aan de machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Ga naar www.Toro.com voor documentatie over productveiligheid en bedieningsinstructies, informatie over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren.

Als u service, originele Toro- onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

Important: U kunt met uw mobiel apparaat de QR-code (indien aanwezig) op het plaatje met het serienummer scannen om toegang te krijgen tot de garantie, onderdelen en andere productinformatie.

g271512

Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd (Figuur 2) met de volgende waarschuwingssymbolen, die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.

g000502

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.

Als deze machine is uitgerust met een telematica-apparaat, neem dan contact op met uw erkende Toro distributeur voor instructies over hoe u het apparaat moet activeren.

Certificaat elektromagnetische compatibiliteit

Nationaal: Dit apparaat voldoet aan de FCC Rules Part 15. Het gebruik is onderworpen aan de volgende voorwaarden: (1) De machine mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en (2) deze machine moet elke interferentie accepteren die kan worden ontvangen, waaronder interferentie die ongewenste werking van de machine kan veroorzaken.

FCC ID: OF7RTS24

IC: 3575A-RTS24

Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor een digitaal apparaat van klasse B volgens Part 15 van de FCC-regelgeving. Deze limieten zijn bedoeld om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij montage in een woonwijk. Dit apparaat genereert, gebruikt en kan radio-frequentie-energie uitstralen en, als het niet geïnstalleerd en gebruikt wordt volgens de instructies, schadelijke interferentie veroorzaken aan radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat in een specifieke installatie geen interferentie op zal treden. Als dit apparaat schadelijke interferentie veroorzaakt in de ontvangst van radio en televisie, hetgeen kan worden bepaald door het apparaat aan en uit te zetten, wordt de gebruiker aangemoedigd om de interferentie te corrigeren door het nemen van een van de volgende maatregelen:

  • Heroriënteer of verplaats de ontvangstantenne.

  • Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.

  • Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een ander circuit dan dat waarop de ontvanger is aangesloten.

  • Raadpleeg de dealer of een ervaren radio-/tv-technicus voor hulp.

Argentinië

Graphic

Australië

Graphic

Marokko

OFFICIEEL ERKEND DOOR ANRT MAROC

Erkenningsnummer:

MR00003613ANRT2024

Erkenning toegekend op:

22/08/2024

Waarschuwing

CALIFORNIË

Proposition 65 Waarschuwing

Het netsnoer van dit product bevat lood, een stof waarvan bekend is dat deze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kan veroorzaken. Was altijd uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest.

Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. Was altijd uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest.

Gebruik van dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en andere schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.

Veiligheid

Algemene veiligheid

Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen.

  • Lees deze Gebruikershandleiding en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de machine start.

  • Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders kan er letsel ontstaan of kan eigendom worden beschadigd.

  • Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen van de machine.

  • Gebruik de machine niet als er schermen of andere beveiligingsmiddelen ontbreken of als deze niet naar behoren werken.

  • Laat geen omstanders of kinderen het werkgebied betreden. Laat kinderen nooit de machine bedienen.

  • Parkeer de machine op een horizontaal vlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de machine uit, verwijder het contactsleuteltje (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht.

Onjuist gebruik of onderhoud van deze machine kan letsel tot gevolg hebben. Om het risico op letsel te verkleinen, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool Graphic te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van deze instructies kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers.

decal120-9570
decal133-8061
decal137-9693
decal138-1644
decal138-1589
decal138-5533
decal138-5534
decal139-5178
decal138-5532
decal139-5614
decal144-6742
decal147-2310
decal147-2319

Montage

Note: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

De maai-eenheid afstellen en monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Maai-eenheid (afzonderlijk bestellen; neem contact op met uw erkende Toro verdeler)1
Koppeling (model 04835 en 04845)1
Aandrijfas messenkooi(Model 04835 en 04845)1
Inbusschroef(Model 04835 en 04845)4
Zeskantige buis (model 04865)1
Veer (model 04865)1
Kraag (model 04865)1

De maai-eenheid monteren

Modellen 04835 en 04845
  1. Voer de volgende stappen uit om de bestaande aandrijfas van de messenkooi op uw maai-eenheid te verwijderen:

    1. Verwijder het bevestigingsmateriaal waarmee de aandrijving van de messenkooi aan de zijplaat is bevestigd (Figuur 3).

      g333187
    2. Verwijder de aandrijving van de messenkooi, de platte ringen, de veerringen en afstandsstukken van de zijplaat (Figuur 3).

    3. Verwijder de kap van de riem om bij de riem te kunnen komen (Figuur 4).

      g341864
    4. Maak de bout van de arm van de spanpoelie los en draai de arm van de spanpoelie (Figuur 4) om spanning van de riem te nemen.

    5. Verwijder de riem (getoond in Figuur 4).

    6. Verwijder de moer, de poelie, het afstandsstuk en de spie (Figuur 5).

      g471333
    7. Verwijder de bestaande aandrijfas van de messenkooi (Figuur 5).

  2. Voer de volgende stappen uit om de nieuwe aandrijfas van de messenkooi te monteren:

    1. De nieuwe aandrijfas van de messenkooi monteren (meegeleverd in de zak met losse onderdelen).

      Zorg ervoor dat u de afdichting niet beschadigt.

      g471334
    2. Plaats het afstandsstuk (Figuur 6).

    3. Plaats de spie in de spiesleuf van de aandrijfas (Figuur 6).

    4. Monteer de poelie (Figuur 6).

    5. Gebruik de moer om de nieuwe aandrijfas van de messenkooi te bevestigen aan de eenheid (Figuur 6).

    6. Draai de moer vast met een torsie van 37 tot 45 N·m.

    7. Monteer de riem en span de riem door de inbusbout van de arm van de spanpoelie aan te draaien met 6 tot 7 N·m (zie afbeelding Figuur 4).

    8. Maak de bout van de arm van de spanpoelie vast en gebruik de eerder verwijderde inbusschroeven om de drijfriemkap te monteren.

  3. Voer de volgende stappen uit om de maai-eenheid af te stellen en te monteren:

    1. Gebruik 4 inbusschroeven om de maai-eenheid aan de machine te monteren (Figuur 7).

      g343380
    2. Bepaal uw gepaste instelling voor de maaihoogte en stel de tractietrommel af volgens deze instelling; zie De stand van de tractietrommel afstellen.

    3. Stel de maai-eenheid af volgens uw gewenste instellingen; raadpleeg de afstellingsprocedures in de Gebruikershandleiding van uw maai-eenheid.

    4. Monteer de koppeling aan de aandrijfas van de transmissie (Figuur 8).

      g333165
    5. Gebruik het eerder verwijderde bevestigingsmateriaal om de messenkooiaandrijving aan de maai-eenheid te monteren (Figuur 8).

    6. Zorg ervoor dat de koppeling (Figuur 8) gemakkelijk naar voren en naar achteren kan bewegen op de aandrijfas van de transmissie.

De maai-eenheid monteren

Model 04865
  1. Stel de maai-eenheid af volgens uw gewenste instellingen; raadpleeg de Gebruikershandleiding van de maai-eenheid.

  2. Monteer de veer, kraag en zeskantige buis aan de as van de transmissiekoppeling (Figuur 9)

    g307641
  3. Monteer de maai-eenheid op de machine; zie De maai-eenheid monteren (model 04865)..

De transportwielen monteren

Optioneel

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Transportwielset (afzonderlijk bestellen; neem contact op met uw erkende Toro verdeler)1

Om de transportwielen te monteren, moet u eerst de transportwielset kopen (model 04123). Neem contact op met uw erkende Toro verdeler voor deze set.

  1. Monteer de transportwielen; raadpleeg De transportwielen monteren.

  2. Zorg dat de bandenspanning 0,83 tot 1,03 bar bedraagt.

De grasmand monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Grasmand1
  • Modellen 04835 en 04845:

    Pak de mand vast bij de bovenste lip en schuif deze op de bevestigingsstangen van de mand (Figuur 10).

    g343519
  • Model 04865:

    1. Neem de grasmand vast bij de handgreep.

    2. Leid de rand van de grasmand tussen de zijplaten van de maai-eenheid en over de voorste rol (Figuur 11).

      g308471
    3. Monteer de grasmandhaken over de framebeugel (Figuur 11).

    Important: Indien u de grasmand laat vallen, moet u de contactpunten van de bevestigingsarm aan de onderrand van de mand controleren op schade (Figuur 12). Zet de contactpunten recht voor dat u de grasmand opnieuw gaat gebruiken.Als u de grasmand gebruikt met gebogen contactpunten aan de bevestigingsarm, kan dat ertoe leiden dat de grasmand de maai-eenheid raakt. Dit gaat gepaard met storend lawaai en/of beschadiging van de grasmand en de maai-eenheid.

    g032408

De vergrendelingsbout voor de hoogteverstelling van de handgreep afstellen

Indien de hoogteverstelling van de handgreep niet parallel is met de bovenste houderbuis, moet u de volgende stappen uitvoeren om de bout af te stellen:

  1. Draai de moer op de vergrendelingsbout los zodat de kop van de bout vrij kan bewegen tot voorbij de draaiaanslag (Figuur 13).

    Note: U kunt druk uitoefenen op de veer van de hoogteverstelling van de handgreep om spanning op de bout te verminderen.

    g440364
  2. Draai de bout rechtsom of linksom om de hoek van de hoogteverstelling van de handgreep naar binnen of naar buiten af te stellen. De hoogteverstelling van de handgreep dient parallel te zijn met het gelaste onderdeel van de bovenste houderbuis zoals getoond in Figuur 14.

    g439288
  3. Draai de moer op de vergrendelingsbout vast (Figuur 13) zodat de nieuwe positie van de bout tegen de draaiaanslag is geborgd.

De acculader op een muur monteren

Optioneel

U kunt de lader aan een muur hangen met de gaten voor muurbevestiging achteraan de eenheid. Gebruik schroeven met een schachtdiameter van 6 mm en een kopdiameter van 11 mm.

Important: Zoek in uw werkgebied de beste locatie voor een veilig en doeltreffend gebruik van de lader.

Algemeen overzicht van de machine

g467007
g464524

Koppelingsstang

Gebruik de koppelingsstang (Figuur 16) om de tractieaandrijving in of uit te schakelen.

  • De tractieaandrijving inschakelen: Trek de stang omhoog en houd ze tegen de handgreep.

    De tractiesnelheid kan variëren naargelang hoe ver u de stang omhoogtrekt. Als u de stang tot de handgreep trekt, zal de machine rijden met de maximale ingestelde snelheid; als u de stang maar een beetje omhoogtrekt, zal de machine met een lagere snelheid rijden.

  • De tractieaandrijving uitschakelen: Laat de stang los.

Snelheidsregeling

Gebruik de snelheidsregeling (Figuur 16) om de snelheid van de machine te regelen.

  • De snelheid van de machine verhogen: Draai de hendel naar onder.

  • De snelheid van de machine verlagen: Draai de hendel naar boven.

Contactschakelaar

U kunt de machine aan of uit zetten met de schakelaar (Figuur 16).

  • De machine starten: Draai het sleuteltje naar de stand AAN.

  • De machine uitschakelen: Draai het sleuteltje naar de stand UIT.

Hendel van bedrijfsrem

Gebruik de bedrijfsrem (Figuur 16) om de machine te vertragen of te stoppen. Trek de hendel naar de handgreep om de bedrijfsrem in te schakelen.

Vergrendeling parkeerrem

Gebruik de vergrendeling van de parkeerrem (Figuur 16) om de parkeerrem in te schakelen wanneer u weg bent van de machine.

  • De parkeerrem in werking stellen: Schakel de hendel van de bedrijfsrem in en houd deze vast, draai de vergrendeling van de parkeerrem naar u toe.

  • De parkeerrem uitschakelen: Trek de hendel van de bedrijfsrem naar de handgreep.

Hendel van maaiaandrijving

Gebruik de hendel van de maaiaandrijving (Figuur 16) om de maai-eenheid in of uit te schakelen.

  • De maai-eenheid inschakelen: Zet de hendel naar beneden met de koppelingsstang in de neutrale (uitgeschakelde) stand.

  • De maai-eenheid uitschakelen: Zet de hendel naar boven.

InfoCenter lcd-scherm

Het InfoCenter lcd-scherm toont informatie over uw machine en het accupack, zoals de huidige accuspanning, snelheid, diagnostische informatie, enz. (Figuur 16).

Ga voor meer informatie naar Het InfoCenter display gebruiken.

Hefbeugel

Gebruik de hefbeugel (Figuur 16) om de hoogte van de handgreep in te stellen of de kickstandaard omhoog en omlaag te brengen.

Afstelmechanisme voor de hoogte van de handgreep

Gebruik het afstelmechanisme voor de hoogte van de handgreep (Figuur 17) om deze in een comfortabele stand te plaatsen. Trek het afstelmechanisme omhoog en gebruik de hefbeugel om de hoogte van de handgreep omhoog of omlaag te brengen.

g271081

Kickstandaard

De kickstandaard (Figuur 18) is bevestigd aan de achterkant van de machine. Gebruik de kickstandaard wanneer u de transportwielen of de maai-eenheid monteert of verwijdert.

  • ONDERHOUDSSTAND TRANSPORTWIELEN:

    Om de kickstandaard te gebruiken wanneer u de transportwielen gaat monteren, zet u uw voet op de kickstandaard terwijl u de hefbeugel naar boven en naar achteren trekt (Figuur 18).

    Voorzichtig

    De machine is zwaar en kan rugklachten veroorzaken als deze niet op de juiste manier wordt opgetild.

    Zet uw gewicht op de kickstandaard en gebruik alleen de hefbeugel om de machine hoger te zetten. Als u de eenheid op een andere manier op de kickstandaard probeert te tillen, kan dat letsel veroorzaken.

  • ONDERHOUDSSTAND MAAI-EENHEID:

    Om te voorkomen dat de machine achterover kantelt bij het verwijderen van de maai-eenheid, moet u de kickstandaard laten zakken en de veerpen uitdrukken zodat deze de kickstandaard tegenhoudt in de positie getoond in Figuur 19.

  • Trek de kickstandaard terug naar de OPSLAGSTAND:

    1. Hou uw voet op de kickstandaard terwijl u de tractietrommel omlaagbrengt naar de grond.

    2. Verwijder uw voet van de kickstandaard en geef de kickstandaard de ruimte om terug te trekken naar de OPSLAGSTAND.

g343381
g341757
Model048350484504865
Breedte91 cm104 cm91 cm
Leeggewicht*78 kg81 kg92 kg
Maaibreedte53 cm66 cm53 cm
MaaihoogteAfhankelijk van de stand van de tractietrommel en gebruik van de set voor hoge maaistand.Raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw maai-eenheid.
MaaisnelheidAfhankelijk van het messenkooitoerental en de stand van de aandrijfpoelie van de messenkooi.
Maaisnelheid3,2 km/h tot 5,6 km/h
Transportsnelheid8,5 km/h
*Enkel tractie-eenheid. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de maai-eenheid voor het gewicht van elke maai-eenheid.

Elektrische kenmerken

Spanning48 V
StroomDC (Graphic)
Ampère-uren28,4 Ah
IP-waardeIP65

Hulpstukken/accessoires

Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of een erkende Toro distributeur of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires.

Om de beste prestaties te verkrijgen en ervoor te zorgen dat de veiligheidscertificaten van de machine blijven gelden, moet u ter vervanging altijd originele onderdelen en accessoires van Toro aanschaffen. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn en de productgarantie hierdoor kan vervallen.

Gebruiksaanwijzing

Note: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Voor gebruik

Veiligheid vóór gebruik

Algemene veiligheid

  • Laat kinderen of personen die geen instructie hebben ontvangen de machine nooit gebruiken of er onderhoudswerkzaamheden aan verrichten. Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene die met de machine werkt. De eigenaar is verantwoordelijk voor de opleiding van alle bestuurders en monteurs.

  • Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.

  • Parkeer de machine op een horizontaal vlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de machine uit, verwijder het contactsleuteltje (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht.

  • Zorg ervoor dat u weet hoe u de machine snel kunt stoppen en uitschakelen.

  • Controleer de aanwezigheid en goede werking van de dodemansinrichtingen, veiligheidsschakelaars en beveiligingsmiddelen. Gebruik de machine uitsluitend als deze naar behoren werken.

  • Controleer het werkgebied en verwijder alle voorwerpen die de machine zou kunnen uitwerpen.

Dagelijks onderhoud uitvoeren

Voer de procedures voor het dagelijks onderhoud uit, zie .

De maaisnelheid afstellen

De maaisnelheid wordt bepaald door de volgende machine-instellingen:

  • Messenkooitoerental: U kunt het messenkooitoerental afstellen naar een hoge of lage stand; zie Het messenkooitoerental afstellen.

  • Stand aandrijfpoelie van messenkooi: De aandrijfpoelies hebben 2 standen; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw maai-eenheid.

Raadpleeg de volgende tabel om het messenkooitoerental en de stand van de aandrijfpoelie van de messenkooi te bepalen voor de gepaste maaisnelheid:

Maaisnelheid

MessenkooitoerentalStand riemMaai-eenheid
8 messen11 messen14 messen
LaagLaag7,3 mm5,3 mm4,2 mm
LaagHoog8,7 mm4,4 mm3,5 mm
HoogLaag5,9 mm4,3 mm3,4 mm
HoogHoog5,0 mm3,6 mm2,8 mm

Het messenkooitoerental afstellen

Gebruik de knop voor de toerentalregeling van de messenkooien (Figuur 20) om het messenkooitoerental af te stellen.

  • Hoog messenkooitoerental: Draai de knop zodat de ‘H’ op de knop naar de voorkant van de machine gericht is.

  • Laag messenkooitoerental: Draai de knop zodat de ‘L’ op de knop naar de voorkant van de machine gericht is.

g341648

De stand van de tractietrommel afstellen

Modellen 04835 en Model 04845

Voor machines met modelnr. 04865 en modelnr. 04845: de tractietrommel heeft 2 standen:

  • LAGE stand: Gebruik deze stand om te maaien met een lagere maaihoogte (bv. een green van een golfterrein maaien).

  • HOGE stand: Gebruik deze stand om te maaien met een hogere maaihoogte (bv. een tee-box van een golfterrein maaien).

  1. Zet de kickstandaard op de ONDERHOUDSSTAND VAN DE MAAI-EENHEID

  2. Verwijder de borstbouten (Figuur 21) aan elke kant van de machine waarmee de behuizing van de trommelaandrijving aan het chassis is bevestigd.

    g277026
  3. Zorg dat de openingen in het chassis op een lijn liggen met de openingen in de behuizing van de aandrijving.

  4. Gebruik de eerder verwijderde borstbouten om de behuizing van de aandrijving te bevestigen aan het chassis (Figuur 21).

  5. Zet de kickstandaard in de OPSLAGSTAND.

Hoogte van handgreep instellen

Gebruik het afstelmechanisme voor de hoogte van de handgreep om deze in een comfortabele stand te plaatsen; zie Afstelmechanisme voor de hoogte van de handgreep.

De machine transporteren naar een werkterrein

De machine transporteren met transportwielen

Gebruik de transportwielen om de machine over korte afstanden te transporteren.

  1. Monteer de transportwielen; raadpleeg De transportwielen monteren.

  2. Zorg ervoor dat de tractiebediening en de messenkooibediening in NEUTRAAL staan.

  3. Start de machine; zie De machine starten.

  4. Zet de snelheidsregeling op LANGZAAM, kantel de voorzijde van de machine omhoog om de tractieaandrijving in te schakelen en verhoog geleidelijk aan de snelheid van de machine.

  5. Stel de snelheidsregelaar zodanig af dat de maaimachine met de gewenste snelheid kan worden gebruikt, en rij de machine naar de plaats van bestemming.

De machine transporten met een aanhanger

Gebruik een aanhanger om de machine over aanzienlijke afstanden te transporteren. Wees voorzichtig wanneer u de machine op en van de aanhanger rijdt.

  1. Rijd de machine voorzichtig op de aanhanger.

  2. Zet de machine uit en stel de parkeerrem in werking.

  3. Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij het laden van de machine op een aanhanger of vrachtwagen.

  4. Bevestig de machine stevig op de aanhanger.

Note: U kunt de Toro Trans Pro aanhanger gebruiken om de machine te transporteren. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw aanhanger voor instructies over het laden van de aanhanger.

De transportwielen verwijderen

  1. Laat de koppelingsstang los, gebruik de snelheidsregeling om de snelheid van de machine te verlagen en zet de machine uit.

  2. Zet de kickstandaard in de ONDERHOUDSSTAND VAN DE TRANSPORTWIELEN; zie Kickstandaard.

  3. Verwijder de transportwielen door de sluitklemmen van het wiel uit de assen te duwen (Figuur 22).

    g274946
  4. Laat de machine voorzichtig van de kickstandaard zakken door de machine langzaam vooruit te duwen of de onderste handgreepsteun op te tillen. Zo laat u de kickstandaard terug naar de OPSLAGSTAND bewegen; zie Kickstandaard.

Tijdens gebruik

Veiligheid tijdens gebruik

Algemene veiligheid

  • De eigenaar/bestuurder is verantwoordelijk voor ongevallen die kunnen leiden tot lichamelijk letsel en materiële schade, en hij kan zulke ongevallen voorkomen.

  • Draag geschikte kleding en uitrusting, zoals oogbescherming, een lange broek, stevige schoenen met een gripvaste zool en gehoorbescherming. Draag lang haar niet los en draag geen losse kleding of juwelen.

  • Gebruik de machine niet als u ziek of moe bent of onder de invloed van alcohol of drugs bent.

  • Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders kan er letsel ontstaan of kan eigendom worden beschadigd.

  • Voordat u de machine start: zorg dat alle aandrijvingen in de neutraalstand staan, de parkeerrem in werking is gesteld en u zich in de bestuurderspositie bevindt.

  • Laat geen omstanders of kinderen het werkgebied betreden. Als er collega’s aanwezig moeten zijn, moet u voorzichtig zijn en controleren of de grasmand op de machine gemonteerd is.

  • Bedien de machine uitsluitend als de zichtbaarheid goed is zodat u putten en verborgen gevaren kunt vermijden.

  • Gebruik de machine niet als het kan bliksemen.

  • Wees voorzichtig bij het maaien van nat gras. Het niet goed neerzetten van de voeten kan ongevallen veroorzaken waarbij de gebruiker wegglijdt en ten val komt.

  • Houd uw handen en voeten uit de buurt van de maai-eenheid.

  • Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt om er zeker van te zijn dat de weg vrij is.

  • Ga voorzichtig te werk als u de machine omkeert of naar u toe trekt.

  • Wees voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die uw zicht kunnen belemmeren.

  • Stop de maai-eenheid altijd wanneer u niet daadwerkelijk maait.

  • Schakel de aandrijving van de maai-eenheid uit en zet de machine uit voordat u de maaihoogte afstelt.

  • U mag een machine met draaiende motor nooit onbeheerd achterlaten.

  • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat: 

    • Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

    • Schakel de maai-eenheid/maai-eenheden uit.

    • Stel de parkeerrem in werking.

    • Zet de machine uit en verwijder het sleuteltje (indien aanwezig).

    • Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.

  • Schakel de machine uit voordat u de mand leegmaakt.

  • In de volgende gevallen moet u de machine en de aandrijving van de maai-eenheid uitschakelen:

    • Vóór het opladen

    • Voordat u verstoppingen verwijdert

    • Vóór verwijdering van de grasvanger

    • Voordat u de maai-eenheid controleert, schoonmaakt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht

    • Als u een voorwerp hebt geraakt of de machine abnormaal begint te trillen. Controleer de maai-eenheid op beschadigingen en voer alle benodigde reparaties uit voordat u de machine weer start en gebruikt

    • Voordat u de bestuurderspositie verlaat

  • Gebruik alleen door The Toro® Company goedgekeurde accessoires en werktuigen.

De machine veilig gebruiken op hellingen

  • Het werken op hellingen is een belangrijke factor bij ongelukken waarbij de controle over de machine wordt verloren of deze omkantelt. Dit kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. U bent verantwoordelijk voor een veilig gebruik van de machine op hellingen. Gebruik van de machine op hellingen vereist altijd extra voorzichtigheid. Doe het volgende voordat u de machine op een helling gaat gebruiken:

    • Lees de instructies voor gebruik op een helling in de handleiding en op de machine, en zorg dat u deze instructies begrijpt.

    • Onderzoek de toestand van het werkgebied op die dag om te bepalen of de machine veilig kan worden gebruikt op de helling. Gebruik uw gezond verstand en uw beoordelingsvermogen wanneer u dit onderzoek uitvoert. Veranderingen in het terrein, zoals de vochtigheidsgraad, kunnen snel van invloed zijn op de manier waarop de machine reageert op een helling.

  • Maai met de helling mee, maai nooit een helling op en af. Maai niet op al te steile of natte hellingen. Het niet goed neerzetten van de voeten kan ongevallen veroorzaken waarbij de gebruiker wegglijdt en ten val komt.

  • Spoor gevaren onderaan de helling op. Gebruik de machine niet in de buurt van steile hellingen, greppels, oevers, water of andere gevaren. De machine kan plotseling omslaan als een wiel over de rand komt of als de rand instort. Houd een veilige afstand tussen de machine en landschapselementen die gevaarlijk kunnen zijn. Gebruik handgereedschap om op deze plaatsen te werken.

  • Vermijd starten, stoppen of bochten maken op hellingen. Vermijd plotse veranderingen van snelheid of richting; verander traag en geleidelijk van richting.

  • Gebruik een machine nooit in omstandigheden waarbij u twijfelt over tractie, sturen of stabiliteit. Denk eraan dat de machine tractie kan verliezen doordat u bergafwaarts, op nat gras of dwars op een helling maait. Als de aandrijving tractie verliest, kan de machine gaan schuiven en kunt u de controle over de remmen en het stuur verliezen. De machine kan gaan schuiven zelfs wanneer u de aandrijving uitschakelt.

  • Verwijder of let op obstakels als sloten, gaten, geulen, hobbels, stenen of andere verborgen gevaren. In hoog gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar. De machine kan omslaan op oneffenheden in het terrein.

  • Als u de controle over de machine verliest, moet u wegstappen van de richting waarin de machine rijdt.

  • Hou de machine altijd in versnelling bij het naar beneden rijden op een helling. Laat de motor niet in vrijloop als u naar beneden rijdt (alleen van toepassing voor eenheden met tandwielaandrijving).

De machine starten

Note: Voor afbeeldingen en beschrijvingen van de bedieningsorganen die worden genoemd in dit hoofdstuk, zie Bedieningsorganen.

  1. Zorg ervoor dat de aansluiting met T-handgreep van de hoofdkabelboom aangesloten is op de hoofdstroomaansluiting.

  2. Zorg ervoor dat de koppelingsstang is uitgeschakeld.

  3. Zet de contactschakelaar in de stand AAN.

Het InfoCenter display gebruiken

Het InfoCenter display (Figuur 23) toont informatie zoals de bedrijfsmodus en diverse diagnostieken en andere informatie over de machine.

g471371

Note: De knoppen kunnen verschillende functies vervullen afhankelijk van wat op dat moment nodig is. Voor elke knop is er een icoon dat de huidige functie weergeeft.

Gebruik de navigatieknoppen om te navigeren tussen verschillende schermen en menu-items:

  • Welkomscherm: toont de huidige informatie over de machine gedurende een aantal seconden nadat u het sleuteltje op AAN hebt gezet.

  • Hoofdscherm (Figuur 24): toont huidige informatie over de machine terwijl het sleuteltje op AAN staat.

    g532340
  • Hoofdmenu: zie De menu's gebruiken.

Verklaring van pictogrammen in InfoCenter

GraphicSnel
GraphicLangzaam
GraphicDe parkeerrem is ingeschakeld.
GraphicDe aftakas is ingeschakeld.
GraphicDe aftakas is uitgeschakeld.
GraphicAccu
GraphicActief
GraphicInactief
GraphicVorige
GraphicVolgende
GraphicVerhogen
GraphicVerminderen
GraphicVorig scherm
GraphicVolgend scherm
GraphicWaarde verhogen
GraphicWaarde verlagen
GraphicMenu van
GraphicOmhoog/omlaag scrollen
GraphicNaar links/rechts scrollen

De menu's gebruiken

Druk in het hoofdscherm op de menuknop om naar het InfoCenter menusysteem te gaan. U gaat naar het hoofdmenu. Raadpleeg de volgende tabellen voor een overzicht van de opties die u hebt in de menu's:

Hoofdmenu
OnderdeelmenuBeschrijving
StoringenHet menu Storingen bevat een lijst met de recente machinestoringen. Raadpleeg de Onderhoudshandleiding of een erkende Toro verdeler voor meer informatie over het menu Storingen.
OnderhoudHet menu Onderhoud bevat informatie over de machine, zoals bedrijfsuren, accuverbruik en accustatus.
Diagnostisch systeemHet menu Diagnostisch systeem geeft een overzicht van de verschillende huidige statussen van de machine. U kunt dit menu gebruiken om sommige problemen op te lossen. In het menu ziet u namelijk welke onderdelen in- en uitgeschakeld zijn.
InstellingenIn het menu Instellingen kunt u het InfoCenter-scherm aan uw voorkeuren aanpassen.
MachineIn het menu Machine ziet u het modelnummer, het serienummer en de versie van de software op uw machine.
Onderhoudsmenu
OnderdeelmenuBeschrijving
HoursHet totale aantal bedrijfsuren van de machine.
Power UseHet vermogen dat de accu op dit moment levert, uitgedrukt in Watt.
Battery ChargeDe huidige spanning van de accu, als percentage van de volledige capaciteit.
Battery CurrentDe stroom die de accu op dit moment levert, uitgedrukt in ampère.
Battery VoltsHet accupotentieel in volt.
Total UsageDe totale hoeveelheid van het accugebruik, uitgedrukt in watturen.
CapacityHet huidige accuvermogen, uitgedrukt in ampère-uren.
BacklapZet de machine in wetmodus.
Instellingen
OnderdeelmenuBeschrijving
Code invoeren - Enter PINGeeft een door uw bedrijf geautoriseerde persoon (toezichthouder/monteur) toegang tot de beveiligde menu's met een pincode.
Instellingen beveiligen - Protect Settings GraphicConfigureert de beveiligde menu's.
Standaardwaarden herstellen - Reset Defaults GraphicHerstelt de standaardwaarden van het InfoCenter.
Achtergrondverlichting - BacklightGebruik deze instelling om de helderheid van het InfoCenter in te stellen.
Taal - LanguageGebruik deze instelling om de taal van het InfoCenter in te stellen.
Eenheden - UnitsGebruik deze instelling om de eenheden van het InfoCenter te kiezen. De opties zijn Engels en metrisch.
Menu machine
OnderdeelmenuBeschrijving
ModelHet modelnummer van de machine.
SNHet serienummer van de machine.
S/W RevHet revisienummer van de machinesoftware.
AccuDe softwareversie van de accu.
XDM-2700 GraphicToont de softwareversie van het InfoCenter
Maai-eenheid 1 GraphicDe softwareversie van de maai-eenheid.

Note: Graphic Beveiligd menu – enkel toegankelijk met de pincode; zie Toegang tot de beveiligde menu's.

Note: Als u de taal of het contrast per ongeluk verandert in een instelling die de tekst op het scherm onleesbaar of onbegrijpbaar maakt, neem dan contact op met een erkende Toro distributeur voor hulp bij het resetten van het scherm.

De instellingen van het beveiligde menu weergeven en veranderen

  1. Scrol in INSTELLINGEN naar beneden naar INSTELLINGEN BEVEILIGEN.

  2. Om de instellingen te bekijken en te veranderen zonder een pincode in te voeren, zet u met de selectieknop INSTELLINGEN BEVEILIGEN op Graphic (Uit).

  3. Om de instellingen te bekijken en te veranderen met een pincode, stelt u met de selectieknop INSTELLINGEN BEVEILIGEN in op Graphic (Aan). Stel vervolgens de pincode in, en draai het contactsleuteltje UIT en daarna weer AAN.

Toegang tot de beveiligde menu's

Note: Standaard staat de pincode van uw machine ingesteld op 0000 of 1234.Als u de pincode heeft gewijzigd en vergeten bent, neem dan contact op met uw erkende Toro distributeur voor hulp.

  1. Scrol in het HOOFDMENU naar beneden tot het menu INSTELLINGEN en druk op de selectieknop (Figuur 25).

    g534624
  2. Scrol in het menu INSTELLINGEN naar PINCODE INVOEREN en druk op de selectieknop (Figuur 26A).

    g471350
  3. Om de pincode in te voeren, drukt u op de navigatieknoppen omhoog/omlaag tot het eerste gewenste cijfer verschijnt. Druk dan op de rechter navigatieknop om naar het volgende cijfer te gaan (Figuur 26B en Figuur 26C). Herhaal deze stap tot het laatste cijfer ingevoerd is.

  4. Druk op de selectieknop (Figuur 26D).

    Note: Als het display de pincode accepteert en het beveiligde menu opent, dan verschijnt Graphic in de rechter bovenhoek van het scherm.

  5. Om het beveiligd menu weer te vergrendelen, draait u de contactschakelaar naar UIT stand en dan naar de AAN stand.

Werking van het diagnoselampje

g462666
  • Knipperend rood - actieve fout

  • Ononderbroken rood - actieve melding

  • Ononderbroken blauw - kalibratie-/dialoogberichten

  • Ononderbroken groen - normale werking

Tips voor bediening en gebruik

Important: Het grasmaaisel functioneert als een smeermiddel tijdens het maaien. Als de maai-eenheid veel ronddraait zonder maaisel kan dit leiden tot beschadiging van de maai-eenheid.

  • Maai de greens door recht heen en weer te gaan over elke green.

  • Maai niet in cirkels en draai de machine niet op de greens, om schade door schuren te voorkomen.

  • Haal de machine van de green door de messenkooi omhoog te brengen (handgreep omlaag duwen) en een traanvormige bocht te maken op de tractietrommel (Figuur 28).

    g271799
  • Maai bij een normale loopsnelheid. Een hogere snelheid levert weinig tijdwinst op en leidt tot slechtere maairesultaten.

  • Om ervoor te zorgen dat u de greens in een rechte lijn maait en de machine op een gelijke afstand van de rand van de vorige maaibaan blijft, moet u de markeringsstrepen op de mand gebruiken (Figuur 29).

    g341513

De machine gebruiken bij geringe verlichting

Gebruik de ledlampset als u de machine gebruikt bij geringe verlichting. Neem contact op met uw erkende Toro verdeler voor deze set.

Important: Gebruik geen andere lichtsystemen met deze machine: deze kunnen het accupack en het elektrische systeem beschadigen.

De bedieningsorganen gebruiken tijdens het maaien

  1. Start de machine, zet de snelheidsregeling op lage snelheid, duw de handgreep omlaag om de maai-eenheid omhoog te brengen en schakel de tractieaandrijving in om met de machine naar de rand of approach van de green te rijden.

  2. Stop de machine op de rand of de approach van de green.

  3. Gebruik de snelheidsregeling om de snelheid van de machine te verhogen, stel de maai-eenheid in werking, schakel de tractieaandrijving in om de machine op de green te rijden, breng de maai-eenheid omlaag naar de grond en begin te maaien.

De machine uitschakelen

  1. Laat de koppelingsstang los.

  2. Zet de snelheidsregeling in de stand LANGZAAM.

  3. Draai het contactsleuteltje op UIT en verwijder het.

Na gebruik

Veiligheid na het werk

Algemene veiligheid

  • Parkeer de machine op een horizontaal vlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de machine uit, verwijder het contactsleuteltje (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht.

  • Verwijder gras en vuil van de machine om brand te voorkomen.

  • Laat de machine afkoelen voordat u deze in een afgesloten ruimte stalt.

  • Sla de machine niet op op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of andere toestellen) aanwezig kunnen zijn.

Veiligheid van accu en lader

Algemeen

  • Onjuist gebruik of onderhoud van de acculader kan letsel tot gevolg hebben. Om dit risico te verminderen, dient u zich aan al de veiligheidsinstructies te houden.

  • Gebruik uitsluitend de bijgeleverde lader om de accu op te laden.

  • Controleer de gangbare netspanning in uw land alvorens de lader te gebruiken.

  • Als u de lader buiten de VS aansluit op het stroomnet dient u mogelijk een adapterstekker van het juiste type te gebruiken.

  • Laat de lader niet nat worden; bescherm hem tegen regen en sneeuw.

  • Het gebruik van een accessoire dat niet aanbevolen of verkocht wordt door Toro kan leiden tot brandgevaar, elektrische schok of letsel.

  • Om het gevaar op ontploffing van de accu te verminderen, moet u deze instructies in acht nemen, alsook de instructies van apparatuur die u in de buurt van de lader gaat gebruiken.

  • Accu's kunnen explosieve gassen uitstoten als ze danig overladen worden.

Instructie

  • Laat kinderen of personen die geen instructie hebben ontvangen de acculader nooit gebruiken of er onderhoudswerkzaamheden aan verrichten. Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene die met de machine werkt. De eigenaar is verantwoordelijk voor de opleiding van alle bestuurders en monteurs.

  • U moet alle instructies op de lader en in de handleiding lezen en begrijpen vóór u de lader in gebruik neemt, en deze instructies uitvoeren. Zorg ervoor dat u weet hoe u de lader dient te gebruiken.

Vóór ingebruikname

  • Hou omstanders en kinderen uit de buurt tijdens het laden.

  • Draag tijdens het laden geschikte kleding, waaronder oogbescherming, een lange broek en stevige schoenen met een gripvaste zool.

  • Schakel de machine uit en wacht 5 seconden tot de machine volledig zonder stroom is gevallen alvorens te laden. Als u dit niet doet, kan een vlamboog ontstaan.

  • Zorg voor een goede ventilatie tijdens het opladen.

  • Lees alle voorzorgsmaatregelen voor het laden en volg deze op.

  • De lader is alleen bedoeld voor gebruik met circuits met een nominale wisselstroomspanning van 120 of 240 V, en beschikt over een aardingsstekker voor 120 V wisselstroom. Als u de lader wilt gebruiken met 240 V-circuits dient u uw erkende Toro distributeur te vragen om het juiste stroomsnoer.

Gebruik

  • Geen bevroren accu opladen.

  • Wees voorzichtig met het snoer. Draag de lader nooit bij het snoer en ruk nooit aan het stroomsnoer om de lader uit het stopcontact te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen.

  • Koppel de lader rechtstreeks aan op een geaard stopcontact. Gebruik de lader niet met een ongeaard stopcontact, zelfs niet als u een adapter gebruikt.

  • Maak geen aanpassingen aan het meegeleverde stroomsnoer of de stekker.

  • Vermijd dat er metalen gereedschap in de buurt van of op de accu valt; dit kan vonken of kortsluiting van een elektrisch onderdeel veroorzaken en tot een explosie leiden.

  • Neem metalen voorwerpen zoals ringen, armbanden, kettingen en horloges af voordat u met een lithium-ion-accu gaat werken. Een lithium-ion-accu kan voldoende stroom produceren om ernstige brandwonden te veroorzaken.

  • Gebruik de lader nooit in een slecht verlichte omgeving of als u de hem door een andere omstandigheid niet goed kunt zien.

  • Gebruik een geschikt verlengsnoer.

  • Als het stroomsnoer beschadigd raakt bij het aansluiten, haal het snoer dan uit het stopcontact en neem contact op met een erkende Toro distributeur voor een vervangsnoer.

  • Haal de lader uit het stopcontact als u hem niet gebruikt, voordat u hem verplaatst, of voordat u onderhoud uitvoert.

Onderhoud en opslag

  • Bewaar de lader binnen op een droge, veilige plaats buiten het bereik van onbevoegde personen.

  • De lader niet demonteren. Laat een erkende Toro distributeur de lader nakijken als onderhoud of herstelling vereist is.

  • Koppel het stroomsnoer af van het stopcontact voordat u onderhoud uitvoert of de lader gaat schoonmaken; zo verkleint u het risico op elektrische schokken.

  • Zorg ervoor dat de veiligheids- en instructiestickers in goede staat zijn en vervang ze indien nodig.

  • Gebruik de lader niet als het snoer of de stekker beschadigd is. Vervang een beschadigde kabel of stekker onmiddellijk.

  • Als de lader een stevige klap gekregen heeft, gevallen is of op een andere manier beschadigd, gebruik hem dan niet; breng hem naar een erkende Toro distributeur.

De bedieningsorganen gebruiken na het maaien

  1. Rijd de machine van de green, duw de handgreep naar beneden om de maai-eenheid omhoog te brengen, laat de koppelingsstang los, schakel de maai-eenheid uit en zet de machine uit.

  2. Verwijder de grasmand en verwijder het maaisel uit de mand.

  3. Monteer de grasmand op de machine en rijd de machine naar haar stalplaats.

De machine transporteren

Na het maaien: transporteer de machine van de werkplek, zie De machine transporteren met transportwielen of De machine transporten met een aanhanger.

De transportwielen monteren

  1. Zet de kickstandaard in de ONDERHOUDSSTAND VAN DE TRANSPORTWIELEN; zie Kickstandaard

  2. Schuif een wiel op een as (Figuur 30).

    g273510
  3. Draai de sluitklem van het wiel (Figuur 30) weg van het midden van het wiel zodat het wiel verder op de as kan schuiven.

  4. Draai het wiel naar voren en achteren totdat het wiel helemaal op de as schuift en de sluitklem vastzit in de sleuf op de as.

  5. Herhaal deze procedure aan de andere kant van de machine.

  6. Haal de machine voorzichtig van de kickstandaard.

De transmissie in- of uitschakelen

U kunt de trommel losmaken van de transmissie en zo de machine verplaatsen. Schakel de transmissie uit wanneer u de machine moet verplaatsen zonder ze te starten (bv. onderhoudswerkzaamheden uitvoeren in een afgesloten ruimte).

Zorg ervoor dat u de transmissie inschakelt voordat u de machine gebruikt.

  1. Zoek de schakelhendel voor de tractie op de tandwielkast van de transmissie (Figuur 28).

    g343383
  2. Voer de volgende stap uit om de transmissie in of uit te schakelen:

    • De transmissie uitschakelen: Zet de hendel naar de UITGESCHAKELDE stand.

    • De transmissie inschakelen: Zet de hendel naar de INGESCHAKELDE stand.

Onderhoud van het lithium-ion-accupack

Waarschuwing

Het accupack staat onder een hoge spanning, wat gevaar op brandwonden of elektrocutie inhoudt.

  • Probeer het accupack niet te openen.

  • Steek nooit iets anders in de aansluiting van het accupack dan de draadboomaansluiting die bij het product geleverd werd.

  • Wees uiterst voorzichtig bij het behandelen van een accupack met een gebarsten behuizing.

  • Gebruik alleen de lader die ontworpen is voor het accupack.

Het accupack transporteren

Volgens het Amerikaanse Department of Transportation en internationale transportorganisaties moeten lithiumionaccu's worden getransporteerd in een speciale verpakking en alleen door transporteurs die daarvoor een certificaat hebben. In de VS is het u toegestaan om een accu te transporteren die gemonteerd is op een met een accu aangedreven machine, en dat onder bepaalde wettelijke vereisten. Neem contact op met het Department of Transportation in de VS of de bevoegde overheidsinstelling in uw land voor gedetailleerde voorschriften in verband met het transport van uw eFlex of eFlex accu.

Neem voor gedetailleerde informatie over het verzenden van een accu contact op met uw erkende Toro distributeur.

Onderhoud van het accupack

De lithium-ion-accu heeft voldoende spanning om de arbeid waarvoor hij bedoeld is gedurende zijn levensduur uit te voeren. Na verloop van tijd wordt de totale arbeid die een accu kan verrichten in één laadbeurt geleidelijk kleiner. De volgende tabel geeft een overzicht van de geschatte arbeid die de machine ongeveer zou moeten kunnen uitvoeren in de eerste 4 jaar van gebruik:

JaarGemaaid oppervlak per laadbeurt
13809 m2
23623 m2
33252 m2
43066 m2

Note: Deze oppervlakte kan variëren naargelang de afstand die u moet afleggen om te beginnen werken, de contactinstelling van het ondermes en andere factoren die in dit hoofdstuk aan bod komen.

Om uw accu een maximale levensduur te geven en deze zo lang mogelijk te gebruiken, dient u de volgende maatregelen te treffen:

  • Open het accupack niet. Er bevinden zich geen door de gebruiker te onderhouden onderdelen in de accu.

  • Stal/parkeer de machine in een schone, droge garage of stalruimte, en vermijd direct zonlicht en hittebronnen. Niet stallen op een plaats waar het kouder wordt dan -30 °C of warmer dan 60 °C. Temperaturen buiten deze limieten brengen schade toe aan uw accu. Hoge temperaturen tijdens de stallingsperiode verkorten de levensduur van de accu, vooral als deze onder grote spanning staat.

  • Wanneer u de machine stalt, moet u de stappen in Voorschriften voor het bewaren van de accu volgen.

  • Als u in warme omstandigheden of in direct zonlicht maait, kan de accu oververhit raken. In dat geval verschijnt een waarschuwing voor oververhitting op het InfoCenter lcd-scherm. De machine werkt dan niet meer met de messenkooi ingeschakeld, en de machine vertraagt.

    Rijd de machine onmiddellijk naar een koele plaats buiten rechtstreeks zonlicht, schakel de machine uit en laat de accu volledig afkoelen voordat u terug aan het werk gaat.

  • Houd het deksel van het accupack schoon. De witte kleur kaatst zonlicht terug en vertraagt de opwarming van het accupack. Een vuil deksel laat de temperatuur in het accupack elke dag verhogen en verkleint de capaciteit van de accu.

  • Stel het ondermes zodanig af dat er slechts zeer licht contact is met de messenkooi. Zo heeft de messenkooi minder stroom nodig en kan de machine meer arbeid verrichten voordat u de accu moet herladen.

Bediening van de acculader

Raadpleeg Figuur 32 voor een overzicht van de displays en snoeren van de acculader.

g251620g251632

Aansluiten op een vermogensbron

Om het gevaar op een elektrische schok te verkleinen, is deze lader uitgerust met een geaarde stekker met 3 contacten (type B). Als de stekker niet past in het stopcontact, zijn er andere geaarde stekkers beschikbaar; neem contact op met een erkende Toro distributeur.

Pas de lader of het stroomsnoer op geen enkele manier aan.

Gevaar

Contact met water terwijl de machine in bedrijf is kan elektrische schokken veroorzaken en letsel of de dood tot gevolg hebben.

Raak de stekker of de acculader niet aan als u natte handen hebt of in water staat.

Important: Controleer het stroomsnoer regelmatig op gaten of scheuren in de isolatie. Een beschadigd snoer mag niet worden gebruikt. Leid het snoer niet door stilstaand water of nat gras.

  1. Sluit de stekker van het stroomsnoer aan op het overeenkomende voedingsstopcontact van de lader.

    Waarschuwing

    Als het snoer van de lader beschadigd is, kan dat elektrische schokken of vuur veroorzaken.

    Controleer het stroomsnoer grondig voordat u de lader gaat gebruiken. Als het snoer beschadigd is, mag u de lader niet gebruiken tot het snoer vervangen is.

  2. Sluit het uiteinde van het stroomsnoer met de muurstekker aan op een geaard stopcontact.

Het accupack opladen

Aanbevolen oplaadbereik: 0 °C tot 45 °C

Note: De accu wordt uitgeschakeld en laadt niet op bij temperaturen onder 0 °C en boven 50 °C.

  1. Parkeer de machine op het daartoe bestemde laadpunt.

  2. Stel de parkeerrem in werking.

  3. Schakel de machine uit en verwijder het contactsleuteltje.

  4. Koppel de aansluiting met T-greep van de hoofdkabelboom los van de hoofdstroomaansluiting van de accubasis (Figuur 33).

    g340841
  5. Maak zowel het accupack als de contacten van de lader droog en schoon.

    Important: Gebruik geen sterke oplosmiddelen die de sterkte van het plastic van het contact aantasten. Gebruik geen diëlektrisch smeervet op de contacten.

  6. Lijn de positieve connectoren (aangeduid met een '+') van de connector van de lader en de stroomaansluiting uit en klik ze vast.

Het opladen controleren en problemen oplossen

Note: Het lcd-display geeft boodschappen weer tijdens het opladen. De meeste zijn routineuze boodschappen.

Als er een fout is, zal het foutindicatielampje amber of lichtrood knipperen. Een foutboodschap zal verschijnen op het lcd-display (Figuur 32), 1 cijfer tegelijk, met in het begin de letter E of F (bijvoorbeeld: E-0-1-1).

Raadpleeg de Onderhoudshandleiding om een fout te corrigeren. Als geen van de oplossingen het probleem verhelpen, moet u contact opnemen met een erkende Toro distributeur.

De lader afkoppelen

  1. Verwijder de aansluiting met T-greep van de eFlex van de hoofdstroomaansluiting van de accu die bevestigd is aan de accubak.

    Important: Trek niet aan de snoeren

  2. Bewaar de T-greep van de lader en het snoer zodanig dat ze niet beschadigd kunnen worden.

Onderhoud

Waarschuwing

Als u de machine niet goed onderhoudt kunnen systemen van de machine voortijdig defect raken en u of omstanders mogelijk letsel toebrengen.

Zorg ervoor dat de machine goed wordt onderhouden en goed functioneert zoals aangegeven in deze instructies.

Note: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

De machine veilig onderhouden

  • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat:

    • Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

    • Schakel de maai-eenheid/maai-eenheden uit.

    • Zorg dat de tractie in neutraal staat.

    • Stel de parkeerrem in werking.

    • Zet de machine uit en verwijder het sleuteltje (indien aanwezig).

    • Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.

  • Laat de onderdelen van de machine afkoelen voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.

  • Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaamheden uit als de machine draait. Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.

  • Als de machine ingeschakeld moet zijn terwijl u onderhoud uitvoert, hou uw kleding, handen, voeten en andere lichaamsdelen dan uit de buurt van de maai-eenheid, werktuigen en andere bewegende delen. Houd omstanders op een afstand.

  • Verwijder gras en vuil van de maai-eenheid, de aandrijving, de motor en de accu om brand te voorkomen.

  • Houd alle onderdelen in goede staat. Vervang versleten, beschadigde en ontbrekende onderdelen en stickers. Zorg dat al het bevestigingsmateriaal goed vastzit zodat de machine steeds veilig kan worden gebruikt.

  • Controleer de onderdelen van de grasvanger regelmatig en vervang ze wanneer dit nodig is.

  • Om veilige en optimale prestaties van de machine te verkrijgen, moet u ter vervanging alleen originele Toro onderdelen gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn en de productgarantie hierdoor kan vervallen.

  • Indien grote reparaties nodig zijn of ondersteuning vereist is moet u contact opnemen met een erkende Toro dealer.

Aanbevolen onderhoudsschema

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Na elk gebruik
  • Maak de machine schoon.
  • Om de 750 bedrijfsuren
  • Transmissieolie verversen.
  • Controlelijst Dagelijks Onderhoud

    Important: Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles.

    Gecontroleerde itemVoor week van:
    Ma.Di.Wo.Do.Vr.Za.Zo.
    De werking van de remvergrendelingshendel controleren.       
    Controleren op ongewone geluiden tijdens het gebruik.       
    Afstelling van contact tussen ondermes en messenkooi controleren.       
    Maaihoogte-instelling controleren.       
    Beschadigde lak bijwerken.       
    Maak de machine schoon.       

    Aantekening voor speciale aandachtsgebieden:

    Controle uitgevoerd door:
    ItemDatumInformatie
       
       
       
       
       
       
       
       

    Procedures voorafgaande aan onderhoud

    De machine klaarmaken voor onderhoud

    Waarschuwing

    Tijdens het onderhoud of het afstellen van de machine kan iemand de machine starten. Als de machine per ongeluk gestart wordt, kan dat u en andere omstanders ernstig verwonden.

    Laat de tractiehendel los, stel de parkeerrem in werking, verwijder het sleuteltje en koppel de accu af voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.

    Doe het volgende voordat u de machine reinigt of er onderhoud of afstellingen aan uitvoert:

    1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

    2. Stel de parkeerrem in werking.

    3. Schakel de machine uit.

    4. Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de machine stalt of er onderhoud of reparaties aan uitvoert.

    5. Koppel de accu af door de aansluiting met T-greep van de hoofdstroomaansluiting te trekken (Figuur 34).

      g340841

    Onderhoud elektrisch systeem

    Veiligheid van het elektrisch systeem

    • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht.

    • Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken en open vuur. Haal de oplader uit het stopcontact voordat u de accu aan- of loskoppelt. Draag beschermende kleding en gebruik geïsoleerd gereedschap.

    Onderhoud van het accupack

    De etiketten zijn de enige onderdelen in het accupack die onderhoud van de gebruiker vereisen. Als u het hoofdcompartiment van het accupack of de hoofdcontroller tracht te openen, vervalt uw garantie. Neem contact op met een erkende Toro distributeur als u problemen ondervindt met uw accupack.

    Waarschuwing

    Het accupack staat onder een hoge spanning, wat gevaar op brandwonden of elektrocutie inhoudt.

    • Probeer het accupack niet te openen.

    • Steek nooit iets anders in de aansluiting van het accupack dan de draadboomaansluiting die bij het product geleverd werd.

    • Wees uiterst voorzichtig bij het behandelen van een accupack met een gebarsten behuizing.

    • Gebruik alleen de lader die ontworpen is voor het accupack.

    De accu afvoeren

    De lithiumionaccu moet worden afgevoerd of gerecycled in overeenstemming met de plaatselijke en nationale regelgeving.

    Onderhoud van de acculader

    Important: Elektrische herstellingen mogen alleen worden uitgevoerd door een erkende Toro distributeur.

    De gebruiker kan weinig onderhoudstaken zelf uitvoeren, tenzij de lader beschermen tegen beschadiging en de weerselementen.

    De snoeren van de acculader onderhouden

    • Maak de snoeren telkens na gebruik schoon met een vochtige doek.

    • Rol de snoeren op als u ze niet gebruikt.

    • Controleer de snoeren regelmatig op schade en vervang indien nodig met erkende Toro onderdelen.

    De behuizing van de acculader reinigen

    Maak de behuizing telkens na gebruik schoon met een vochtige doek.

    Zekeringen vervangen

    Als u de machine niet kunt inschakelen, zelfs na een laadbeurt, controleer dan de zekeringen op de volgende manier:

    1. Schakel de machine uit en koppel het accupack af.

    2. Draai de 4 schroeven los (Figuur 35) waarmee het deksel van het accupack is bevestigd en verwijder het deksel.

      g464537
    3. Controleer de zekeringen in de zekeringhouder (Figuur 36).

      g464538
    4. Als een zekering gesprongen is, moet u deze vervangen door een zekering met het juiste voltage en ampère. Raadpleeg de Onderhoudshandleiding van de tractie-eenheid voor de specifieke onderdeelnummers van de zekering.

      Important: Alle zekeringen van de machine zijn geschikt voor 80 V. Gebruik geen autozekeringen van 12 V.

    Het interfacepaneel van de accu erkennen

    Een interfacepaneel op de accu heeft lampjes die de status van de accu aangeven, inclusief laadstatus, laadtoestand, storingen en accu-updates. Neem contact op met uw erkende Toro distributeur voor meer informatie over het interfacepaneel van de accu.

    Onderhoud aandrijfsysteem

    Transmissieolie verversen

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure

    Note: Raadpleeg Figuur 37 voor deze procedure.

    g340874
    1. Verwijder de ontluchter en adapter van de transmissie.

    2. Laat iemand anders de machine achterwaarts kantelen en plaats een bak onder de transmissie.

      Note: Vang de transmissievloeistof op in de bak.

    3. Verwijder de aftapplug uit de transmissie en laat de vloeistof weglopen.

    4. Plaats de aftapplug terug.

    5. Draai de aftapplug vast met een torsie van 4 tot 5 N·m.

    6. Vul 473 ml Dexron VI synthetische transmissievloeistof bij door het ontluchtingsgat van de adapter.

    7. Monteer de ontluchter en adapter en draai de eenheid vast met een torsie van 12 tot 15 N·m.

    Onderhoud bedieningsysteem

    De bedrijfs-/parkeerrem afstellen

    Stel de bedrijfs-/parkeerrem af als deze slipt tijdens het gebruik.

    1. Schakel de parkeerrem uit.

    2. Meet de speling aan het uiteinde van de parkeerremhendel (Figuur 38).

      De speling van de hendel moet zich tussen 12,7 en 25,4 mm bevinden. Als de speling zich niet binnen dit bereik bevindt, gaat u naar stap 3 om de remkabel af te stellen.

      g373542
    3. Stel de remkabelspanning als volgt in:

      • Draai om de kabelspanning te verhogen de voorste contramoer op de kabel losser en de achterste contramoer vaster (Figuur 39). Herhaal stap 2 en stel indien nodig de spanning af.

      • Draai om de kabelspanning te verminderen de achterste contramoer losser en de voorste contramoer op de kabel vaster (Figuur 39). Herhaal stap 2 en stel indien nodig de spanning af.

    g343382

    Onderhoud van de maai-eenheid

    Veiligheid van de messen

    • Wees voorzichtig als u de messenkooi van de maai-eenheid controleert. Draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de messenkooi.

    • Versleten of beschadigde messen of ondermessen kunnen breken en een stuk ervan kan naar u of naar omstanders worden uitgeworpen en zo ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.

    • Controleer op gezette tijden de maaimessen en ondermessen op overmatige slijtage en beschadigingen.

    • Wees voorzichtig als u de messen controleert. Draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de messenkooien. De maaimessen en ondermessen mogen alleen worden vervangen of gewet; probeer ze nooit te rechten of eraan te lassen.

    • Wanneer u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de maaimessen, moet u zich ervan bewust zijn dat u de maaimessen nog kunt bewegen nadat u de stroomtoevoer hebt onderbroken.

    De maai-eenheid monteren (modellen 04835 en 04845)

    1. Zet de kickstandaard op de ONDERHOUDSSTAND van de maai-eenheid.

    2. Verwijder het bevestigingsmateriaal waarmee de aandrijving van de messenkooi aan de zijplaat is bevestigd (Figuur 40).

      g333187
    3. Verwijder de aandrijving van de messenkooi, de platte ringen, de veerringen en afstandsstukken van de zijplaat (Figuur 40).

    4. Lijn de maai-eenheid uit met het frame.

    5. Gebruik 4 inbusschroeven om de maai-eenheid te bevestigen aan het frame (Figuur 41).

      g343380
    6. Gebruik de eerder verwijderde inbusschroeven, ringen en afstandsstukken om de messenkooiaandrijving te bevestigen aan de zijplaat van de maai-eenheid (Figuur 42).

      Zorg ervoor dat de aandrijfas van de messenkooiaandrijving gemonteerd is aan de koppeling van de transmissieaandrijfas (Figuur 42).

      g333165

    De maai-eenheid monteren (model 04865).

    1. Zet de kickstandaard op de ONDERHOUDSSTAND van de maai-eenheid.

    2. Lijn de maai-eenheid uit met het frame.

    3. Zet de ophangingvergrendelingen naar beneden om de maai-eenheid te bevestigen aan de machine (Figuur 43).

      g307906
    4. Beweeg de kraag uit de groef van de transmissiekoppelingsas en plaats de zeskantige buis in de koppelingsas van de maai-eenheid (Figuur 43).

    5. De grasmand monteren.

    De maai-eenheid verwijderen(Modellen 04835 en 04845)

    1. Zet de kickstandaard op de ONDERHOUDSSTAND van de maai-eenheid.

    2. Verwijder de grasmand (indien aanwezig).

    3. Verwijder de messenkooiaandrijving van de maai-eenheid (Figuur 44) en bewaar het bevestigingsmateriaal.

      g333165
    4. Verwijder de inbusschroeven waarmee de maai-eenheid aan het frame is bevestigd (Figuur 45).

      g343380
    5. Verwijder de maai-eenheid van het frame.

    De maai-eenheid verwijderen (model 04865)

    Note: De zeskantige buis komt los indien u de messenkooiaandrijving inschakelt wanneer de maai-eenheid verwijderd is.

    1. Zet de kickstandaard op de ONDERHOUDSSTAND van de maai-eenheid.

    2. Verwijder de grasmand (indien aanwezig).

    3. Zet de kraag (Figuur 46) in de groef van de transmissieas.

      Note: Dit haalt de spanning van de veer.

    4. Schuif de zeskantige buis van de koppelingsas van de maai-eenheid (Figuur 46).

      g307907
    5. Zet de ophangingvergrendelingen naar boven om de maai-eenheid los te maken van de machine (Figuur 46).

    6. Verwijder de maai-eenheid van het frame.

    De maai-eenheid wetten

    Voer 1 van de volgende opties uit om de maai-eenheid te wetten:

    • Monteer de toegangswetset (model 139-4342) en gebruik een wetmachine. Neem contact op met uw erkende Toro verdeler om deze set aan te schaffen.

    • Gebruik het InfoCenter om over te schakelen op wetmodus.

      Om over te schakelen op wetmodus, selecteert u WETTEN in het ONDERHOUDSMENU. Volg de instructies van het InfoCenter om de maai-eenheid te wetten.

      Note: Zodra u de stang loslaat, wordt de wetmodus gedeactiveerd. U kunt de vork van het palmechanisme van de bedieningsstang gebruiken (meegeleverd in de zak met losse onderdelen) om de stang te bevestigen in de ingeschakelde stand.Verwijder de vork van het palmechanisme van de bedieningsstang als u klaar bent met wetten.

      g283627

    Reiniging

    De machine schoonmaken

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Na elk gebruik
  • Maak de machine schoon.
  • Was de machine telkens na gebruik met een mild reinigingsmiddel en water wassen. Was de machine nooit met een hogedrukreiniger. Gebruik niet te veel water, vooral niet in de buurt van de schakelhendelplaat, het InfoCenter, de elektrische hoofdkast en de stroomaansluiting van de machine. Reinig de motor zodat deze naar behoren kan afkoelen tijdens het werk. Hou ook het accupack zo schoon mogelijk om ervoor te zorgen dat het wit blijft. Op die manier wordt zonlicht weerkaatst en raakt de accu niet oververhit door zonlicht.

    Important: Gebruik geen brak of teruggewonnen water om de machine schoon te maken.

    Important: Stal en parkeer de machine altijd op plaatsen waar geen direct zonlicht valt; verhitting door de zon verkort de levensduur van het accupack.

    Stalling

    De machine veilig stallen

    • Parkeer de machine op een horizontaal vlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de machine uit, verwijder het contactsleuteltje (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht.

    • Sla de machine niet op op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of andere toestellen) aanwezig kunnen zijn.

    De machine stallen

    1. De onderkant van de machine reinigen; raadpleeg De machine schoonmaken.

      Important: U kunt de machine met een mild reinigingsmiddel en vers, schoon water wassen. Reinig de machine niet met een hogedrukreiniger. Gebruik niet te veel water, vooral niet in de buurt van de schakelhendelplaat, het InfoCenter, de elektrische hoofdkast en de stroomaansluiting van de machine.

    2. Controleer alle bevestigingen en draai deze vast. Versleten of beschadigde delen repareren of vervangen.

    3. Werk alle krassen en afgebladderde metaaloppervlakken bij met lak die verkrijgbaar bij uw erkende Toro distributeur.

    4. Gaat u de machine voor langere tijd stallen, volg dan de voorschriften voor het bewaren van de accu op; zie Voorschriften voor het bewaren van de accu.

    5. Dek de machine af om deze te beschermen en schoon te houden.

    Voorschriften voor het bewaren van de accu

    Note: U hoeft de accu niet van de machine te nemen als u deze gaat stallen.

    Controleer in de volgende tabel de voorgeschreven temperatuur voor opslag:

    Temperatuurvoorschriften voor opslag

    Omstandigheden van opslagTemperatuurvoorschriften
    Normale omstandigheden-20 tot 45 °C
    Extreme hitte – maximaal 1 maand45 tot 60 °C
    Extreme koude – maximaal 3 maanden-30 tot -20 °C

    Important: Temperaturen buiten deze limieten kunnen schade toebrengen aan uw accu.De temperatuur waarin de accu wordt bewaard heeft invloed op de levensduur ervan. Langdurige opslag bij extreme temperaturen verkort de levensduur van de accu. Stal de machine op een koele plaats waar het niet vriest.

    • Voordat u de machine stalt, moet u de accu opladen of ontladen tot 40% à 60%.

      Note: Een 50% geladen accu verzekert een maximale levensduur. Laadt u de accu voor 100% op voordat u deze gaat stallen, dan verkort de levensduur.Verwacht u de machine voor langere tijd te stallen, laad de accu dan voor ongeveer 60%.

    • Na elke stallingsperiode van 6 maanden moet u het laadniveau van de accu controleren en zorgen dat dit 40 tot 60% bedraagt. Is het laadniveau onder de 40% gezakt, laad de accu dan op tot 40 à 60%.

    • Bent u klaar met het opladen van de accu, haal de oplader dan uit het stopcontact. Tijdens de opslagperiode moet u de voeding afkoppelen. Anders gaat de accu sneller leeglopen.

    • Laat u de oplader op de machine zitten, dan wordt deze uitgeschakeld zodra de accu volledig opgeladen is. Om de oplader opnieuw in te schakelen, moet u deze afkoppelen en opnieuw aansluiten.

    De lader opslaan

    1. Voer de procedure uit voor De lader afkoppelen.

    2. Koppel het stroomsnoer af van de lader en rol het nauwkeurig op.

    3. Controleer het stroomsnoer nauwkeurig op tekenen van slijtage of beschadiging. Vervang het snoer als het versleten of beschadigd is.

    4. Controleer de lader nauwkeurig op versleten, losse of beschadigde onderdelen. Neem contact op met een erkende Toro distributeur voor hulp bij het herstellen of vervangen van onderdelen.

    5. Bewaar de lader en het stroomsnoer op een schone, droge plaats waar ze geen klappen of schade kunnen oplopen en niet worden blootgesteld aan bijtende dampen.