Ultra Buggy® e2500-TS en e2500-THL

Disclaimers en wettige informatie
 
CALIFORNIË
 
Proposition 65 Waarschuwing
 
Het netsnoer van dit product bevat lood, een chemische stof waarvan de staat Californië weet dat ze geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kan veroorzaken. Was uw handen nadat u met dit onderdeel in aanraking bent geweest.
 
Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen weet de staat Californië dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. Was uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest.
 
Gebruik van dit product kan u blootstellen aan chemische stoffen waarvan de staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen of schade aan de voortplantingsorganen veroorzaakt.
 
FCC
Dit toestel voldoet aan Part 15 van de FCC Rules. Het gebruik valt onder de volgende voorwaarden: (1) Dit toestel mag niet leiden tot schadelijke storingen, en (2) dit toestel moet alle ontvangen storingen accepteren, waaronder storingen die leiden tot ongewenste werking. Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door Toro kunnen ertoe leiden dat het recht om het apparaat te gebruiken komt te vervallen.
Bovendien is dit apparaat in de oplaadstand getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een digitaal toestel, klasse B, overeenkomstig Part 15 van de FCC Rules. Deze limieten zijn ontworpen om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in een residentiële installatie. Dit apparaat genereert, gebruikt en kan radiofrequentie-energie uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructies, schadelijke storing veroorzaken aan radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat in een specifieke installatie geen interferentie op zal treden. Als dit apparaat schadelijke interferentie veroorzaakt in de ontvangst van radio en televisie, hetgeen kan worden bepaald door het apparaat aan en uit te zetten, wordt de gebruiker aangemoedigd om de interferentie te corrigeren door het nemen van een van de volgende maatregelen:
  • Heroriënteer of verplaats de ontvangstantenne.
  • Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
  • Sluit het apparaat aan op een stopcontact van een ander circuit dan dat waarop de ontvanger is aangesloten.
  • Raadpleeg de dealer of een ervaren radio-/televisiemonteur voor hulp.

 
 
 
Inleiding
 

Bedoeld gebruik

Deze machine is bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders op verbeterde oppervlakken binnen en buiten in commerciële toepassingen. Ze is hoofdzakelijk ontworpen voor het verplaatsen van beton, mortel, grind, vuil of puin op werkterreinen. Het gebruik van dit product voor andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor u en voor omstanders.

Ondersteuning

Ga naar www.Toro.com voor documentatie over productveiligheid en bedieningsinstructies, informatie over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren.
Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met Toro de klantenservice. U dient hierbij altijd het model- en het serienummer van het product te vermelden. Deze nummers bevinden zich op het plaatje met het serienummer op uw product .
Locatie van het model- en serienummer
Graphic
G530596
Belangrijk  
U kunt met uw mobiel apparaat de QR-code op het plaatje met het serienummer (indien aanwezig) scannen om toegang te verkrijgen tot de garantie, onderdelen en andere productinformatie.
 
Modelnummer:
Serienummer:

Handleidingconventies

Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd met het volgende veiligheidssymbool, dat duidt op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Graphic
G405934
Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.
Classificaties voor veiligheidswaarschuwingen
Het waarschuwingssymbool dat wordt getoond in deze handleiding en op de machine geeft belangrijke veiligheidsinformatie aan die u moet opvolgen om ongelukken te voorkomen.
Het waarschuwingssymbool wordt weergegeven boven informatie die u waarschuwt voor onveilige acties of situaties en wordt gevolgd door het woord GEVAAR, WAARSCHUWING, of VOORZICHTIG.
Gevaar
Gevaar: een direct gevaarlijke situatie die, als deze niet wordt voorkomen, altijd zal leiden tot de dood of ernstig letsel.
 
Waarschuwing
Waarschuwing: een mogelijk gevaarlijke situatie die, als deze niet wordt voorkomen, kan leiden tot de dood of ernstig letsel.
 
Opgelet
Voorzichtig: een mogelijk gevaarlijke situatie die, als deze niet wordt voorkomen, kan leiden tot licht of middelmatig letsel.
 

 
 
 
Veiligheid
 

Algemene veiligheid

  • Lees deze Gebruikershandleiding en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de machine start.
  • Gebruik de machine enkel als de nodige schermen en andere beveiligingsmiddelen op de machine aanwezig zijn en naar behoren werken.
  • Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, breng de hopper omlaag, schakel de machine uit en verwijder het sleuteltje (indien van toepassing) voordat u de bestuurderspositie verlaat.
  • Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen. Stel indien mogelijk de machine niet af terwijl de machine ingeschakeld is.
Onjuist gebruik of onderhoud van de machine kan letsel tot gevolg hebben.
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
Gevaren op het werkterrein kunnen de dood of ernstig letsel veroorzaken.
  • Draag geschikte kleding, waaronder:
    • Oogbescherming
    • Een lange broek
    • Stevige schoenen met antislipzool
    • Gehoorbescherming
  • Draag lang haar niet los.
  • Draag geen losse kleding of juwelen.

Voorbereiding

Veiligheid bij de voorbereiding
  • De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor ongevallen die kunnen leiden tot lichamelijk letsel en materiële schade, en hij kan zulke ongevallen voorkomen.
  • Lees deze Gebruikershandleiding en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de machine start.
  • Laat kinderen nooit de machine bedienen. Laat de machine uitsluitend bedienen door mensen die verantwoordelijk, opgeleid en met de instructies bekend zijn, en die fysiek in staat zijn de machine te bedienen.
  • Gebruik uitsluitend een goedgekeurde machine op gevaarlijke locaties, zoals gedefinieerd in de toepasselijke veiligheidsnormen.
  • Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.
  • Controleer of de dodemansknop, de veiligheidsschakelaars en de veiligheidsschermen zijn bevestigd en naar behoren werken. Gebruik de machine uitsluitend als deze naar behoren werken.
  • Zorg dat u op de hoogte bent van de gemarkeerde plaatsen op de machine waar lichaamsdelen beklemd kunnen raken en houd uw handen en voeten uit de buurt van deze plaatsen.
  • Inspecteer vóór elke shift de onderdelen van de machine: de rupsbanden, de waarschuwingsinrichtingen, de lichten, de accu, de snelheids- en richtingregelaars, de remmen, de veiligheidssystemen en het stuurmechanisme. Als de machine moet worden hersteld of onveilig is, moet u dit onmiddellijk melden en de machine niet gebruiken totdat deze weer veilig werkt.
  • Ken en markeer de locaties van alle elektriciteits- en gasleidingen.
  • Controleer het werkgebied en verwijder alle voorwerpen die het gebruik van de machine zouden kunnen hinderen.
  • Identificeer scherpe bochten, dode hoeken, naderingen van bruggen en andere potentieel gevaarlijke gebieden met een passende waarschuwing aan bestuurders voor de aard van het gevaar en met vermelding van de juiste voorzorgsmaatregelen die zij moeten nemen om het gevaar te vermijden.
  • Houd omstanders, in het bijzonder kinderen, uit de buurt van het werkgebied. Zorg ervoor dat er zich geen omstanders in het werkgebied bevinden voordat u de machine start. Schakel de machine uit als een omstander het werkgebied betreedt.
  • Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, breng de hopper omlaag, schakel de machine uit en verwijder het sleuteltje (indien van toepassing) voordat u de bestuurderspositie verlaat.

Gebruiksveiligheid

  • Overschrijd nooit het nominale werkvermogen, omdat de machine instabiel kan worden waardoor u de controle over de machine verliest.
  • Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders kan er letsel ontstaan of kan eigendom worden beschadigd.
  • Gebruik de machine niet als u ziek, moe of onder de invloed van alcohol, medicijnen of drugs bent.
  • Vervoer geen passagiers op de machine.
  • Gebruik de machine uitsluitend bij goed licht en blijf uit de buurt van kuilen en verborgen gevaren.
  • Zorg ervoor dat alle aandrijvingen in de neutraalstand staan voordat u de machine start. Start de machine alleen wanneer u op de bestuurdersstoel zit.
  • Trek niet ruw aan de bedieningselementen, beweeg deze gelijkmatig.
  • Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen. Stel indien mogelijk de machine niet af terwijl de machine ingeschakeld is.
  • Blijf uit de buurt van mogelijke gevaren, zoals randen van oprijplaten en platforms.
  • Wees voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die uw zicht kunnen belemmeren.
  • Verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u een bocht maakt of wegen en voetpaden oversteekt met de machine.
  • Verleen altijd voorrang.
  • Gebruik de machine enkel in geschikte weersomstandigheden. Gebruik de machine niet als het kan bliksemen.
  • Let op obstakels die zich in uw buurt bevinden. Als u niet voldoende afstand houdt tot bomen, muren en andere barrières kan dit leiden tot letsel als de machine tijdens gebruik achteruitrijdt terwijl u niet voldoende op de omgeving let.
  • Let op dat er voldoende ruimte boven de machine is (denk aan takken, doorgangen, elektrische kabels) voordat u onder een object rijdt, en zorg ervoor dat u dit niet raakt.
  • Zorg ervoor dat de hopper niet wordt overbelast, en houd de lading altijd horizontaal wanneer u de machine gebruikt.
  • Houd de hopper omlaaggebracht en recht (indien van toepassing) bij het verplaatsen, opslaan, laden, transporteren en reinigen van de machine.
  • Verdeel ladingen gelijkmatig om de stabiliteit en controle over de machine te verbeteren.
  • Vloeibare ladingen gaan schuiven, waardoor de machine kan kantelen.
  • Breng geen wijzigingen aan de machine aan.
  • Wees voorzichtig en rijd langzaam wanneer u de machine op een gladde ondergrond gebruikt.
  • Kijk altijd naar beneden en achterom voordat u achteruitrijdt.
  • Als u zich ongemakkelijk voelt bij het bedienen van de machine omdat het terrein ruw, glad of onbekend is, gebruik ze dan niet.
  • Vermijd gebruik van de machine op los terrein. Op los terrein kan de machine tractie verliezen, waardoor het sturen, de stabiliteit en het remmen worden beïnvloed.
  • Bedien het voertuig niet op een gevaarlijke manier, zoals bij stuntrijden of ravotten.
  • Rijd niet opzettelijk met de machine over losse voorwerpen, kuilen of hobbels.
  • Respecteer alle verkeersregels, inclusief de toegestane snelheidslimieten. In normale omstandigheden rechts aanhouden. Houd een veilige afstand gebaseerd op de rijsnelheid, tot een machine of voertuig voor u, en hou de machine te allen tijde onder controle.
  • Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking (indien van toepassing), schakel de machine uit en verwijder het sleuteltje. Wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen en laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
  • Raak geen onderdelen aan die tijdens het gebruik heet kunnen worden. Laat deze eerst afkoelen voordat u de machine afstelt of er onderhouds- of reparatiewerkzaamheden op uitvoert.
  • Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.
  • Verwijder vuil van de aandrijvingen en de motor om brand te voorkomen.
  • Meld alle ongevallen met personeel, bouwwerken en uitrusting.
  • Als de machine tijdens het gebruik onveilig wordt om te gebruiken, moet u dit onmiddellijk melden. Gebruik de machine niet totdat deze weer veilig werkt.
Veiligheid op hellingen
  • Hellingen zijn de belangrijkste oorzaak dat de bestuurder de macht over de machine verliest en deze omkantelt. Dit kan leiden tot ernstig of dodelijke letsel. U bent verantwoordelijk voor een veilig gebruik van de machine op hellingen. Gebruik van de machine op hellingen vereist altijd extra voorzichtigheid. Doe het volgende voordat u de machine op een helling gaat gebruiken:
    • Lees de instructies voor gebruik op een helling in de handleiding en op de machine, en zorg dat u deze instructies begrijpt.
    • Onderzoek de toestand van het werkgebied op die dag om te bepalen of de machine veilig kan worden gebruikt op de helling. Gebruik altijd uw gezond verstand en uw beoordelingsvermogen wanneer u dit onderzoek uitvoert. Veranderingen in het terrein, zoals de vochtigheidsgraad, kunnen snel van invloed zijn op de manier waarop de machine reageert op een helling.
  • Breng de hopper niet omhoog op een helling. Als u de hopper omhoogbrengt op een helling, heeft dit invloed op de stabiliteit van de machine. Houd de hopper in de omlaaggebrachte en rechte positie als u op een helling rijdt.
  • Wanneer u op een helling werkt, moet u het platform inklappen en achter de machine lopen totdat deze op een vlakke ondergrond staat.
  • Rij heuvelopwaarts en heuvelafwaarts met het zware uiteinde naar de top van de heuvel gericht. De gewichtsverdeling verandert met een volle hopper. Een volle hopper maakt de voorkant van de machine het zwaarst. Loop dus achter de machine met de volle hopper naar de op van de heuvel gericht.
  • Spoor gevaren onderaan de helling op. Gebruik de machine niet in de buurt van steile hellingen, greppels, oevers, water of andere gevaren. De machine kan plotseling omslaan als een wiel of rupsband over de rand komt of als de rand instort. Houd een veilige afstand (tweemaal de breedte van de machine) tussen de machine en landschapselementen die gevaarlijk kunnen zijn.
  • Zorg dat u de machine niet moet starten, stoppen of keren op een helling. Vermijd plotse veranderingen van snelheid of richting; verander traag en geleidelijk van richting.
  • Ga op een helling altijd langzaam en behoedzaam te werk. Verander niet plotseling de snelheid of de rijrichting van de machine.
  • Gebruik de machine niet in omstandigheden waarin u niet zeker bent van de tractie, het stuurgedrag of de stabiliteit. Denk eraan dat de machine tractie kan verliezen doordat u bergafwaarts, op nat gras of dwars op een helling maait. Als de wielen of rupsbanden tractie verliezen, kan de machine gaan schuiven en kunt u de controle over de remmen en het stuur verliezen. De machine kan schuiven, zelfs als de wielen of rupsbanden niet draaien.
  • Verwijder of let op obstakels als sloten, gaten, geulen, hobbels, stenen en andere verborgen gevaren. In hoog gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar. De machine kan omslaan op oneffenheden in het terrein.
  • Als u de controle over de machine verliest, moet u van de machine stappen en wegstappen van de richting waarin de machine rijdt.
Veiligheid bij het omgaan met de accu en de lader
WAARSCHUWING: Risico op brand en elektrische schokken - De accus bevatten geen onderdelen waaraan de gebruiker onderhoudswerkzaamheden moet verrichten.
  • Controleer het voltage dat in uw land beschikbaar is voordat u de lader gebruikt.
  • Laat de lader niet nat worden; bescherm hem tegen regen en sneeuw.
  • Het gebruik van een accessoire dat niet aanbevolen of verkocht wordt door Toro kan leiden tot brandgevaar, elektrische schok of letsel.
  • Om het risico op een ontploffing van de accu te verminderen, moet u deze instructies en de instructies van elke apparatuur die u in de buurt van de lader wilt gebruiken opvolgen.
  • Accu's kunnen explosieve gassen uitstoten als ze danig overladen worden.
  • Raadpleeg een erkende servicedealer om de accu te vervangen of er onderhoud aan te verrichten.
  • Laat kinderen of personen die geen instructie hebben ontvangen de acculader nooit gebruiken of er onderhoudswerkzaamheden aan verrichten. Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene die met de machine werkt. De eigenaar is verantwoordelijk voor de instructie van alle bestuurders en technici.
  • U moet alle instructies op de lader en in de handleiding lezen en begrijpen vóór u de lader in gebruik neemt, en deze instructies uitvoeren. Zorg ervoor dat u vertrouwd bent met het juiste gebruik van de lader.
  • Houd omstanders en kinderen uit de buurt terwijl de accu wordt opgeladen.
  • Schakel de machine uit en wacht tot de machine volledig zonder stroom is gevallen alvorens te laden. Als u dit niet doet, kan een vlamboog ontstaan.
  • Zorg voor een goede ventilatie tijdens het opladen
  • Gebruik de lader alleen binnen het spanningsbereik dat in deze Gebruikershandleiding wordt aangegeven en gebruik alleen een door Toro goedgekeurd stroomsnoer.
  • Neem contact op met uw erkende servicedealer voor de juiste oplader en het juiste stroomsnoer.
  • Geen bevroren accu opladen.
  • Wees voorzichtig met het snoer. Draag de lader nooit bij het snoer en trek nooit aan het stroomsnoer om de lader uit het stopcontact te trekken. Bewaar het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen.
  • Koppel de lader rechtstreeks aan op een geaard stopcontact. Gebruik de lader niet met een ongeaard stopcontact, zelfs niet als u een aardingsadapter gebruikt.
  • Maak geen aanpassingen aan het meegeleverde stroomsnoer of de stekker.
  • Neem metalen voorwerpen zoals ringen, armbanden, kettingen en horloges af voordat u met een lithiumionaccu gaat werken. Een lithiumionaccu kan voldoende stroom produceren om ernstige brandwonden te veroorzaken.
  • Gebruik een verlengsnoer dat de laadstroomsterkte aankan die in deze Gebruikershandleiding wordt aangegeven. Als u buiten oplaadt, gebruik dan een verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik buitenshuis.
  • Als het stroomsnoer beschadigd raakt bij het aansluiten, haal het snoer dan uit het stopcontact en neem contact op met een erkende servicedealer voor een vervangsnoer.
  • Haal de lader uit het stopcontact als u hem niet gebruikt, voordat u hem verplaatst, of voordat u onderhoud uitvoert.
  • Bewaar de lader binnen op een droge, veilige plaats die buiten het bereik is van onbevoegde gebruikers.
  • De lader niet demonteren.
  • Laat een erkende servicedealer de lader nakijken als onderhoud of herstelling vereist is.
  • Trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoud uitvoert of de lader schoonmaakt om het gevaar op elektrische schokken te verkleinen.
  • Zorg ervoor dat de veiligheids- en instructiestickers in goede staat zijn en vervang ze indien nodig.
  • Gebruik de lader niet als het snoer of de stekker beschadigd is. Neem contact op met een erkende servicedealer om een vervangsnoer te bestellen.
  • Als de lader beschadigd is, gebruik hem dan niet; breng hem naar een erkende servicedealer.

Veiligheid bij onderhoud

  • Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking (indien van toepassing), schakel de machine uit en verwijder het sleuteltje. Wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen en laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
  • Voer geen herstellingen of aanpassingen aan de machine uit, tenzij u daarvoor speciaal bent opgeleid en bevoegd bent.
  • Wanneer u de machine opnieuw in gebruik neemt, moet u de aanbevolen procedures volgen.
  • Ondersteun de machine met assteunen als u onder de machine werkt.
  • Gebruik de cilindervergrendeling om te hopper in de omhooggebrachte stand te bevestigen.
  • Haal voorzichtig de druk van onderdelen met opgeslagen energie.
  • Knoei nooit met de veiligheidsvoorzieningen.
  • Elke aanpassing van deze machine die gevolgen heeft voor de werking, prestaties, levensduur of het gebruik van de machine, kan lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken.
  • Houd de machine schoon om risicos te minimaliseren en de inspectie van de machine voor onderhoud te vergemakkelijken.
  • Inspecteer en onderhoud de accu, motor , controllers, schakelaars, veiligheidsvoorzieningen, elektrische bedrading en aansluitingen volgens de instructies.
  • Inspecteer regelmatig een machine die is ontworpen en goedgekeurd voor gebruik in gevaarlijke gebieden, om er zeker van te zijn dat de originele en goedgekeurde elementen voor veilig gebruik aanwezig zijn.
  • Houd alle platen, etiketten en stickers met informatie over capaciteit, bediening en onderhoud leesbaar.
  • Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat verkeren en al het bevestigingsmateriaal stevig vastzit. Vervang versleten of beschadigde stickers.
  • Nadat u onderhoudswerkzaamheden aan de machine hebt uitgevoerd, moet u de werking ervan controleren in een geautoriseerd gebied, uit de buurt van voertuigen en voetgangers.
  • Om veilige en optimale prestaties van de machine te verkrijgen, moet u ter vervanging alleen originele Toro-onderdelen gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn en de productgarantie hierdoor kan vervallen.
  • Ruim gemorste gevaarlijke materialen onmiddellijk op volgens de voorschriften voor gevaarlijke materialen.
  • Waarschuw onmiddellijk een arts als er hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid. Geïnjecteerde vloeistof moet binnen enkele uren operatief worden verwijderd door een arts.
  • Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren en alle hydraulische aansluitingen en verbindingsstukken stevig vastzitten voordat u druk zet op het hydraulische systeem. Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine lekgaten of spuitmonden waaruit onder hoge druk hydraulische vloeistof ontsnapt.
  • U kunt lekken in het hydraulische systeem opsporen met behulp van karton of papier.
  • Hef alle druk in het hydraulische systeem op veilige wijze op, voordat u werkzaamheden gaat verrichten aan het hydraulische systeem.

Veiligheid tijdens opslag

Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking (indien van toepassing), schakel de machine uit en verwijder het sleuteltje. Wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen en laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht.

Veiligheids- en instructiestickers

Image
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers.
Locatie van veiligheidsstickers
Model 68140
Graphic
G563707
  1. 147-6707
  2. 161-2443
  3. 115-4858
  4. 139-7709
  5. 139-7201
  6. 161-5517
  7. 145-1175
Locatie van veiligheidsstickers
Model 68142
Graphic
G563708
  1. 147-6707
  2. 161-2443
  3. 115-4858
  4. 139-7709
  5. 139-7201
  6. 125-4959
  7. 145-1175
Sticker onderdeel: 147-6707
Graphic
s_decal147-6707
  1.  Hefpunt en bevestigingspunt
Sticker onderdeel: 161-2443
Graphic
s_decal161-2443
  1.  Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over het opladen.
  2.  Waarschuwing - 1) Draai het contactsleuteltje op Uit; 2) Steek de stekker in het stopcontact; 3) Haal de stekker uit het stopcontact; 4) Draai het sleuteltje naar Aan.
Sticker onderdeel: 115-4858
Graphic
decal115-4858
  1.  Kracht van bovenaf kan leiden tot verplettering van vingers, handen, tenen of voeten - breng de cilindervergrendeling aan.
Sticker onderdeel: 139-7709
Graphic
s_decal139-7709
  1.  Waterpeil
  2.  Let op Lees de Gebruikershandleiding.
Sticker onderdeel: 139-7201
Graphic
s_decal139-7201
  1.  Waarschuwing Houd omstanders op een afstand.
Sticker onderdeel: 161-5517
Model 61840
Graphic
s_decal161-5517
  1.  Pletgevaar houd omstanders uit de buurt van de machine.
Sticker onderdeel: 125-4959
Model 61842
Graphic
decal125-4959
  1.  Kracht van bovenaf kan verplettering van het hele lichaam veroorzaken - plaats uw hoofd nooit onder de hopper.
Sticker onderdeel: 145-1175
Graphic
decal145-1175
  1.  Waarschuwing Draai de afkoppelschakelaar van de accu op uit voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Sticker onderdeel: 133-8061
Graphic
s_decal133-8061
Sticker onderdeel: 144-0275
Graphic
decal144-0275
  1.  Accus zijn ontvlambaar.
Sticker onderdeel: 145-5301
Graphic
145-5301
  1. Minpool
Sticker onderdeel: 145-5338
Graphic
decal145-5338
  1. Waarschuwing Lees de Gebruikershandleiding.
  2. Waarschuwing Open de accu niet; gebruik geen beschadigde accu.
  3. Ontploffingsgevaar - Niet blootstellen aan vonken of open vuur.
  4. Gevaar voor elektrische schok Voer geen onderhoudswerkzaamheden uit aan de accu.
  5. Gevaar voor elektrische schok
Sticker onderdeel: 147-9708
Model 61840
Graphic
s_decal147-9708
  1. Vooruit
  2. Rechtsaf
  3. Achteruit
  4. Linksaf
  5. De hopper leegstorten
  6. De hopper naar rechts draaien
  7. Hopper omlaagbrengen
  8. De hopper naar links draaien.
Sticker onderdeel: 147-9720
Model 61842
Graphic
s_decal147-9720
  1. Vooruit
  2. Rechtsaf
  3. Achteruit
  4. Linksaf
  5. De hopper leegstorten.
  6. Het hopperplatform omlaagbrengen.
  7. Hopper omlaagbrengen.
  8. Het hopperplatform omhoogbrengen.
  9. Machine kan kantelen Rij niet met omhooggebrachte hopper; rij niet naar beneden op hellingen met omhooggebrachte hopper; rij niet over hellingen.
Sticker onderdeel: 147-9721
Graphic
s_decal147-9721
  1. Aan-uitschakelaar machine
  2. Waarschuwing Lees de Gebruikershandleiding.
  3. Waarschuwing Zorg ervoor dat u opgeleid bent voor gebruik van de machine alvorens ermee te werken.
  4. Waarschuwing Draag gehoorbescherming.
  5. Waarschuwing Hou omstanders uit de buurt van de machine; kijk altijd achter u voordat u achteruitrijdt met de machine.
  6. Machine kan kantelen Rij niet met omhooggebrachte hopper; rij niet naar beneden op hellingen met omhooggebrachte hopper; rij niet over hellingen.
  7. Waarschuwing - Blijf op afstand van bewegende delen; zorg dat alle beschermende delen op hun plaats zijn.
  8. Claxon
  9. Waarschuwing - Schakel de machine uit en verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar voordat u de machine verlaat.
  10. Uit
  11. Aan
Sticker onderdeel: 161-5516
Graphic
s_decal161-5516
  1.  Hopper omhoogbrengen - 100 A
  2.  Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekering.
Sticker onderdeel: 163-4473
Graphic
s_decal163-4473
  1.  Lees de Gebruikershandleiding.
  2.  Vloeistofspecificatie
  3.  Inhoud
  4.  Interval om vloeistof te vervangen (bedrijfsuren)
  5.  Interval om filter te vervangen (bedrijfsuren)
  6.  Vloeistof van tandwielkast
  7.  Hydraulische vloeistof
  8.  Controleer om de 8 bedrijfsuren
  9.  Smeerpunten
Sticker onderdeel: 163-4474
Graphic
s_decal163-4474
  1.  Lees de Gebruikershandleiding.
  2.  Vloeistofspecificatie
  3.  Inhoud
  4.  Interval om vloeistof te vervangen (bedrijfsuren)
  5.  Interval om filter te vervangen (bedrijfsuren)
  6.  Vloeistof van tandwielkast
  7.  Hydraulische vloeistof
  8.  Controleer om de 8 bedrijfsuren
  9.  Smeerpunten

 
 
 
Productoverzicht
 

Graphic
G530184
  1. Bestuurdersplatform
  2. Bedieningspaneel
  3. Laadstation
  4. Hopper
  5. Veiligheidsvergrendeling (enkel high-liftmodel)
  6. Afkoppelschakelaar van de accu
Bediening
Graphic
G527509
  1.  Tractiebediening
  2.  Aan-uitschakelaar tractie
  3.  Lichtschakelaar
  4.  Display
  5.  Claxon
  6.  Contactschakelaar
  7.  Joystick/hopperbediening
Lichtschakelaar
Graphic
G431514
  1.  Uit
  2.  Aan
Afkoppelschakelaar van de accu
Graphic
G423989
  1.  Uit - om de machine elektrisch spanningsloos te maken
  2.  Aan- om de machine elektrisch te activeren
Aan-uitschakelaar machine
Het lampje gaat branden wanneer de machine zich in stand-bymodus bevindt. Druk op de schakelaar om de bedieningsorganen in te schakelen.
Graphic
G530195
Hopperbediening
Graphic
G549140
Graphic
G549139
Graphic
G549136
De hopper leegstorten
De hopper laten terugkeren
Graphic
G549137
De hopper naar links draaien / Het hopperplatform omhoogbrengen
Graphic
G549138
De hopper naar rechts draaien / Het hopperplatform omlaagbrengen
Tractiebediening
Graphic
G531309
  1.  Referentiebalk
  2.  Tractiebediening
Hoe verder u de tractiebediening in een bepaalde richting beweegt, hoe sneller de machine in die richting gaat.
Om de machine te stoppen, laat u de tractiebediening los.
Graphic
G407439
Graphic
G407440
Vooruit
Achteruit
Graphic
G407442
Graphic
G407441
Rechtsaf
Linksaf
Belangrijk  
Kijk bij het achteruitrijden altijd achter u om te controleren op obstakels en houd uw handen op de referentiebalk en de joystick.
 
Display
Image Beveiligd menu alleen toegankelijk met de pincode.
Verklaring van schermpictogrammen
Pictogram
Beschrijving
Image
Info pictogram
Image
Toegang tot menu
Image
Volgende
Image
Vorige
Image
Naar beneden scrollen
Image
Volgende
Image
Druk op
Image
Verhogen
Image
Verminderen
Image
Menu verlaten
Image
Aanvinkvakje niet aangevinkt
Image
Aanvinkvakje aangevinkt
Image
Parkeerrem is ingeschakeld.
Image
Urenteller
Image
Accuspanning
Image
Accuspanning elk volledig streepje staat voor de spanning in stappen van 10%.
Image
Snel of maximale snelheid van de machine
Image
Stand-by
Image
Regeling van maximale tractiesnelheid druk tweemaal op de middelste knop voor aanpassingen.
Scherm van Hoofdmenu
Menuonderdeel
Beschrijving
Fouten - Faults
Een lijst van recente fouten (storingen) van de machine. Raadpleeg de Onderhoudshandleiding of uw erkende servicedealer voor meer informatie over het menu Fouten.
Onderhoud - Service
Bevat informatie over de machine, zoals bedrijfsuren en andere gegevens.
Diagnostiek - Diagnostics
Geeft de status van elke machineschakelaar, sensor en bedieningsoutput aan. Dit vertelt u welke bedieningsorganen van de machine aan en uit staan, wat helpt bij het oplossen van problemen.
Instellingen - Settings
Instellen en aanpassen van configuratieparameters met het InfoCenter display.
Over - About
Weergave van het modelnummer, het serienummer en de softwareversie.
Scherm van menu Fouten
Menuonderdeel
Beschrijving
Current
Geeft het totaal aantal uren weer dat het sleuteltje op Aan heeft gestaan.
Last
Geeft het meest recente uur weer waarin de fout zich heeft voorgedaan en waarin het sleuteltje op aan stond.
First
Geeft het eerste uur weer waarin de fout zich heeft voorgedaan en waarin het sleuteltje op aan stond.
Occurences
Geeft het aantal keren weer dat er een fout is gebeurd.
Scherm van menu Onderhoud
Menuonderdeel
Beschrijving
Hours (uren)
Geeft het totaal aantal uren weer dat het sleuteltje op aan staat, de motor ingeschakeld is en de tractiebediening ingeschakeld is.
Counts (tellers)
Geeft het aantal keren weer dat de motor gestart is en de ampère-uren voor de accu.
Traction CalibrationImage (kalibratie tractie)
Het kalibratiemenu helpt bij de kalibratie.
Scherm van menu Diagnostiek
Menuonderdeel
Beschrijving
Accu
Geeft de inputs en outputs voor de accu weer. Inputs omvatten de huidige accuspanning; outputs omvatten de accustroom en het percentage laadstatus.
Accupacks
Geeft de inputs en outputs voor elk accupack weer. Inputs omvatten de huidige accuspanning; outputs omvatten de accustroom en het percentage laadstatus.
CAN
Geeft de invoer en uitvoer voor het CAN weer.
Display
Geeft inputs en outputs aan.
Linker motor
Geeft de snelheid en stroom van de linkermotor weer.
Rechtermotor
Geeft de snelheid en de stroom van de rechtermotor weer.
Scherm van menu Instellingen
Menuonderdeel
Beschrijving
Eenheden - Units
Geeft de inputs en outputs voor de accu weer. Inputs omvatten de huidige accuspanning; outputs omvatten de accustroom en het percentage laadstatus.
Taal
Bepaalt de taal die gebruikt wordt in het InfoCenter.
Achtergrondverlichting
De helderheid van het lcd.
Contrast
Regelt het contrast van het lcd.
Beveiligde menus
Geeft u via een code toegang tot beveiligde menu's.
Beveiligde instellingen
Instellen van de mogelijkheid tot het wijzigen van instellingen in beveiligde menu's.
Snelheid van de machine
Regelt de maximale snelheid.
Scherm van menu Over
Menuonderdeel
Beschrijving
Model
Toont het modelnummer van de machine.
Serienummer
Toont het serienummer van de machine.
Software
Toont het onderdeelnummer en de softwareversie.
Linker motor
Toont het onderdeelnummer en de softwareversie van de controller van de motor.
Rechtermotor
Toont het onderdeelnummer en de softwareversie van de controller van de motor.
Accu
Toot het onderdeelnummer en de softwareversie van de accu.
Specificaties
Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
 
Model 68140
Model 68142
Breedte
80 cm
Lengte (met platform omhoog)
223,3 cm
225,3 cm
Lengte (met platform naar beneden)
256 cm
257,8 cm
Hoogte (bak en high lift systeem omlaaggebracht)
132,3 cm
150,6 cm
Gewicht
943,5 kg
1202 kg
Inhoud hopper
0,36 m3
0,40 m3
Maximale belasting
1134 kg
1134 kg in de omlaaggebrachte stand
567 kg in de omhooggebrachte stand
Afvoerhoogte
45 cm
105,9 cm in de omlaaggebrachte stand
197 cm in de omhooggebrachte stand

Werktuigen/accessoires

Een selectie vanToro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden.Neem contact op met uw erkende servicedealer of een erkendeToro distributeur, of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires.
Om de beste prestaties te verkrijgen en ervoor te zorgen dat de veiligheidscertificaten van de machine blijven gelden, moet u ter vervanging altijd origineleToro onderdelen en accessoires aanschaffen.

 
 
 
Gebruik
 

Dagelijks onderhoud uitvoeren

Voer elke dag voordat u de machine start de procedures Telkens voor gebruik/Dagelijksin het onderhoudsschema uit.

De machine starten

  1. Zorg dat de accu-ontkoppelingsschakelaar Aan staat.
  2. Zorg ervoor dat de tractiebedieningshendel in Neutraal staat.
  3. Breng het sleuteltje in het contact en draai het naar de stand Aan.
    Opmerking: Het zou kunnen dat u de machine moeilijk kunt starten in zeer koude weersomstandigheden. Wanneer u een koude machine start, moet u de machine boven -7 °C houden.

De machine uitschakelen

  1. Parkeer de machine op een vlakke ondergrond en breng de hopper omlaag.
  2. Zorg ervoor dat de tractiebedieningshendel in Neutraal staat.
  3. Draai het contactsleuteltje op Uit en verwijder het.
    Opmerking: De parkeerrem wordt na 30 seconden inactiviteit in werking gesteld.

Met de machine rijden

  1. Stap op de machine.
    Opgelet
    Wanneer u op de machine stapt, kunt u bij een gladde of ongelijke ondergrond vallen.
    Hou altijd 3 van de 4 armen/benen in contact met de machine wanneer u de machine op- of afstapt.
     
    Opmerking: Rijd niet door stilstaand water. Raadpleeg de waterpeilsticker op uw machine.
    Graphic
    G540635
  2. Draai het sleuteltje naar de stand Aan.
  3. Druk op de aan-uitschakelaar van de tractie.
  4. Gebruik de tractiebediening om de machine in de gewenste richting te bewegen.
    Hoe verder u de tractiebediening in een bepaalde richting beweegt, hoe sneller de machine in die richting gaat.
  5. Laat de tractiebediening los om de machine tot stilstand te brengen.
  6. Zet de bedieningsorganen van de aandrijving in de neutraalstand en draai het contactsleuteltje naar de stand Uit.

De hopper gebruiken

Belangrijk  
Overschrijd het laadvermogen van de machine niet.
 
  1. Plaats de machine op een vlakke ondergrond waar u de lading wilt storten.
  2. Draai de hopper of breng het hopperplatform omhoog indien nodig.
  3. Stort de hopper leeg.
  4. Breng de hopper omlaag.

De automatische terugloopfunctie gebruiken

  1. Dubbeltik op de specifieke knop op de joystick om de automatische terugloopfunctie te gebruiken:
    • Onderste knop - breng de hopper terug
    • Linkerknop - centreer de hopper wanneer deze naar rechts is gedraaid
    • Rechterknop - breng het high-liftsysteem van de hopper naar omlaag; centreer de hopper wanneer de hopper naar links is gedraaid

Bestuurdersplatform

U kunt de machine gebruiken met het platform omhoog of omlaag.
Waarschuwing
Het bestuurdersplatform is zwaar en kan letsel veroorzaken wanneer u het omhoog of omlaag brengt. Breng het bestuurdersplatform voorzichtig omhoog of omlaag, aangezien u zich kunt verwonden als u het plotseling laat vallen.
  • Houd vingers en handen uit de buurt van het scharnierende gedeelte van het platform als het platform omhoog of omlaag wordt bewogen.
  • Zorg ervoor dat het platform wordt ondersteund als u de vergrendelpen eruit trekt.
  • Zorg ervoor dat de vergrendeling het platform houdt als u het inklapt. Druk het platform goed aan zodat de vergrendelpen op de juiste plaats vastklikt.
  • Houd omstanders op afstand van de machine als u het platform omhoog of omlaag brengt.
 
Bedien de machine met het platform omhoog in de volgende omstandigheden:
  • als u de machine gebruikt in de buurt van steile randen;
  • als u de machine gebruikt op te kleine oppervlakten;
  • als u de machine gebruikt op plaatsen met laag overhangende takken of obstakels;
  • als u de machine inlaadt op een aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt;
  • als u een helling oprijdt.
Bedien de machine met het platform omlaag in de volgende omstandigheden:
  • bij gebruik van de machine in de meeste omgevingen;
  • het maaien op hellingen;
  • het afrijden van een helling.
Het platform omlaagbrengen
    Graphic
    G384424
  1. Duw het platform tegen het kussen om de druk op de vergrendelpen los te laten.
  2. Trek de knop van de vergrendelpen naar buiten en breng het platform omlaag.
Het platform omhoogbrengen
    Graphic
    G424961
  1. Breng het platform omhoog tot het vastklikt.
    Opmerking: Met een omhooggebracht platform is de snelheid beperkt tot 4 km/u (vooruit) en 2,5 km/u (achteruit).

 
 
 
Transport
 

De machine transporteren

Gebruik een aanhanger of vrachtwagen voor zwaar vervoer om de machine te transporteren. Gebruik altijd een oprijplaat over de volledige breedte. Zorg ervoor dat de aanhanger of vrachtwagen is voorzien van alle benodigde remmen, verlichting en aanduidingen die wettelijk vereist zijn. Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies. Met behulp van deze informatie kunt u voorkomen dat omstanders of uzelf letsel oplopen. Raadpleeg de lokale vereisten inzake aanhangwagens en de bevestiging van machines.
Waarschuwing
Rijden op de weg zonder richtingaanwijzers, verlichting, reflectoren of een bord met de aanduiding 'Langzaam rijdend voertuig' is gevaarlijk en kan leiden tot ongelukken die lichamelijk letsel veroorzaken.
Rijd niet met de machine op de openbare weg.
 
Vereisten aanhanger
Waarschuwing
Als een machine wordt geladen op een aanhanger of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat de machine kantelt. Dit kan ernstig lichamelijk letsel of de dood veroorzaken.
  • Gebruik één oprijplaat die de volle breedte van de machine beslaat. Gebruik geen afzonderlijke oprijplaten voor elke kant van de machine.
  • Zorg ervoor dat de oprijplaat minstens 4 keer zo lang is als de afstand van de aanhangwagen of de laadbak tot de grond.
 
Graphic
G229507s
  1.  Oprijplaat over volledige breedte in opslagpositie
  2.  De oprijplaat is minstens 4 keer zo lang als de afstand van de aanhangwagen of de laadbak tot de grond
  3.  H = Afstand van de aanhanger of laadbak tot de grond
  4.  Aanhanger
De machine laden
Waarschuwing
Als een machine wordt geladen op een aanhanger of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat de machine kantelt. Dit kan ernstig lichamelijk letsel of de dood veroorzaken.
  • Ga zeer voorzichtig te werk als u een machine een oprijplaat op-/afrijdt.
  • Laad de machine in en uit met de zwaarste kant naar de bovenste zijde van de oprijplaat gericht.
  • U mag niet abrupt versnellen of vertragen als u de machine een oprijplaat op- of afrijdt, omdat anders de machine kan kantelen of u de controle over de machine kunt verliezen.
 
Belangrijk
Zorg ervoor dat de hopper leeg is voordat u de machine op een vrachtwagen of aanhangwagen laadt.
 
  1. Als u een aanhanger gebruikt, moet u deze dan aan het sleepvoertuig bevestigen en de veiligheidskettingen aansluiten.
  2. Sluit indien van toepassing de remmen van de aanhanger aan.
  3. Laat de oprijplaat/-platen neer.
  4. Rij de machine achteruit op de oprijplaat van de aanhangwagen.
  5. Schakel de machine uit.
  6. Breng het bestuurdersplatform omhoog.
  7. Gebruik de metalen bindogen om de machine goed te bevestigen op de aanhangwagen of de vrachtwagen met banden, kettingen, kabels of touwen. Raadpleeg de lokale voorschriften inzake het vastbinden van de machine.
Bevestigingspunten
Graphic
G408867
De bevestigingspunten worden geïdentificeerd door de stickers van de bevestigingspunten. De machine op andere punten aan de aanhanger vastmaken is onveilig en kan de machine beschadigen.
De machine vastmaken
  1. Gebruik de metalen bindogen om de machine goed te bevestigen op de aanhangwagen of de vrachtwagen met banden, kettingen, kabels of touwen. Raadpleeg de lokale voorschriften inzake het vastbinden van de machine.
De machine uitladen
  1. Laat de oprijplaat/-platen neer.
  2. Breng het bestuurdersplatform omlaag.
  3. Rij de machine vooruit van de oprijplaat.

 
 
 
Onderhoud
 

Aanbevolen onderhoudsschema

Procedures voorafgaand aan het onderhoud

De hopper omlaagbrengen zonder vermogen
Model 68140
  1. Breng de cilindervergrendeling aan.
  2. Zorg ervoor dat de hopper leeg is.
  3. Graphic
    G543993
  4. Verwijder de onderste kap en plaats een grote opvangbak onder de kiepcilinder.
  5. Maak de fitting aan het stanguiteinde van de cilinder los om lucht toe te laten.
  6. Koppel de fitting aan het basisuiteinde van de cilinder los en laat de vloeistof weglopen.
    Opmerking: Geef de oude vloeistof af bij een erkend recyclingcentrum.
  7. Gebruik een takel of laat 2 personen de hopper omhoog houden en verwijder de cilindervergrendeling en berg ze op.
  8. Laat de hopper voorzichtig zakken.
  9. Na het uitvoeren van reparaties brengt u de hopper omhoog en brengt u de cilindervergrendeling aan.
  10. Na het smeren van de afdichting van de fitting met schone hydraulische vloeistof draait u beide slangen opnieuw vast met een koppel van 24 tot 27 N·m, terwijl u een contrasleutel op de slangfitting gebruikt om verdraaien te voorkomen.
  11. Hydraulische vloeistof bijvullen.
  12. Verwijder de cilindervergrendeling.
  13. Trek de cilinder volledig terug en vermijd daarbij dat er aan het einde van de slag te veel (druk)ontlasting optreedt.
  14. Schuif de cilinder volledig uit en vermijd daarbij dat er aan het einde van de slag te veel (druk)ontlasting optreedt.
  15. Controleer of het peil van de hydraulische vloeistof voldoende is en voeg indien nodig vloeistof toe of verwijder vloeistof.
  16. Herhaal stappen 12 en 13 voor drie bijkomende cycli.
  17. Herhaal stap 14.
Het hopperplatform omlaagbrengen zonder vermogen
Model 68142
    Graphic
    G543779
  1. Trek aan de knop voor handbediening en houd deze vast tot de hopper volledig omlaaggebracht is.
De hopper omlaagbrengen zonder vermogen
Model 68142
  1. Breng de cilindervergrendeling aan.
  2. Zorg ervoor dat de hopper leeg is.
  3. Gebruik een takel om de hopper omhoog te houden en verwijder de cilindervergrendeling en berg ze op.
  4. Verwijder de beschermkap en plaats een grote opvangbak onder de hydraulische fittings.
    Image
  5. Maak de fitting aan het stanguiteinde van de cilinder los om lucht toe te laten.
    Image
  6. Koppel de fitting aan het basisuiteinde van de cilinder los en laat de vloeistof weglopen.
    Opmerking: Geef de oude vloeistof af bij een erkend recyclingcentrum.
  7. Breng de hopper traag omlaag met de takel.
  8. Na het uitvoeren van reparaties, brengt u de hopper omhoog en brengt u de cilindervergrendeling aan.
  9. Na het smeren van de afdichting van de fitting met schone hydraulische vloeistof, draait u beide slangen opnieuw vast met een koppel van 41 tot 45 N·m.
  10. Trek de kiepcilinder volledig terug en vermijd daarbij dat er aan het einde van de slag te veel (druk)ontlasting optreedt.
  11. Om toegang te krijgen tot het hydraulische reservoir moet u de hefcilinder van de hopper tot het einde van de slag volledig uitschuiven; vermijd daarbij dat er aan het einde van de slag te veel (druk)ontlasting optreedt.
  12. Controleer of het peil van de hydraulische vloeistof voldoende is en voeg indien nodig vloeistof toe of verwijder vloeistof.
  13. Schuif de kiepcilinder volledig uit en vermijd daarbij dat er aan het einde van de slag te veel (druk)ontlasting optreedt.
  14. Controleer of het peil van de hydraulische vloeistof voldoende is en voeg indien nodig vloeistof toe of verwijder vloeistof.
  15. Trek de cilinder volledig terug en vermijd daarbij dat er aan het einde van de slag te veel (druk)ontlasting optreedt.
  16. Schuif de cilinder volledig uit en vermijd daarbij dat er aan het einde van de slag te veel (druk)ontlasting optreedt.
  17. Herhaal stappen 15 en 16 voor drie bijkomende cycli.
  18. Controleer of het peil van de hydraulische vloeistof voldoende is en voeg indien nodig vloeistof toe of verwijder vloeistof.
De hopper omhoogbrengen zonder vermogen
  1. Verwijder al het materiaal uit de hopper.
  2. Breng de machine omhoog en plaats deze op assteunen die geschikt zijn voor het gewicht van de machine.
  3. Plaats een grote opvangbak onder de onderste handbediende klep.
  4. Maak slangfittingen C1 en C2 los.
  5. Bevestig het juiste hefmechanisme aan de hopper en breng het high-lift platform omhoog tot de veiligheidsvergrendeling kan worden geïnstalleerd.
  6. Installeer de veiligheidsvergrendeling.
  7. Na het uitvoeren van reparaties smeert u de afdichtingen van fittingen C1 en C2 met schone hydraulische vloeistof, draait u beide slangen opnieuw vast met een koppel van 41 tot 45 N·m, terwijl u een contrasleutel op de slangfitting gebruikt om verdraaien te voorkomen.
  8. Breng het hopperplatform tot halverwege naar beneden, schuif het vervolgens volledig uit en vermijd daarbij dat er aan het einde van de slag te veel (druk)ontlasting optreedt.
  9. Installeer de veiligheidsvergrendeling.
  10. Controleer of het peil van de hydraulische vloeistof voldoende is en voeg indien nodig vloeistof toe of verwijder vloeistof.
  11. Breng het hopperplatform volledig naar beneden en vermijd daarbij dat er aan het einde van de slag te veel (druk)ontlasting optreedt.
  12. Breng het hopperplatform volledig naar omhoog en vermijd daarbij dat er aan het einde van de slag te veel (druk)ontlasting optreedt.
  13. Controleer of het peil van de hydraulische vloeistof voldoende is en voeg indien nodig vloeistof toe of verwijder vloeistof.
  14. Herhaal stappen 11 en 12 voor drie bijkomende cycli.
  15. Schuif de kiepcilinder van de hopper volledig uit.
  16. Controleer of het peil van de hydraulische vloeistof voldoende is en voeg indien nodig vloeistof toe of verwijder vloeistof.
De machine ophalen
U mag de machine niet slepen onder normale omstandigheden. Als de machine onbruikbaar is en u deze moet ophalen:
  • Sleep de machine niet over een afstand van meer dan 180 m.
  • Sleep de machine niet sneller dan 1,5 tot 3,0 km per uur.
  • U kunt de machine niet sturen terwijl deze wordt gesleept.
  • Gebruik een maximale trekkracht van 1,5 keer het gewicht van de machine.
  1. Rijd het sleepvoertuig naar de voorkant van de machine.
  2. Maak de machine vast aan het sleepvoertuig met behulp van de bevestigingspunten.
  3. Zorg ervoor dat alle bedieningsorganen in Neutraal staan.
  4. Na het slepen:
    1. Zet de bedieningsorganen in Neutraal.
    2. Maak de machine los van het sleepvoertuig.
De machine omhoogbrengen
Belangrijk  
Zorg ervoor dat de hopper leeg is voordat u de machine optilt.
 
  1. Plaats het platform in de omhooggebrachte stand.
  2. Zorg ervoor dat de hopper in de omlaaggebrachte stand staat.
  3. Takel de machine met behulp van de 4 hijspunten.
    Opmerking: Span de ketting of riemen om de eenheid goed uit te balanceren.
De veiligheidsvergrendeling gebruiken
  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, zorg ervoor dat de rijhendels in de Neutraalstand staan, breng de hopper volledig omhoog en schakel de machine uit.
  2. Graphic
    G539703
  3. Draai de veiligheidsvergrendeling totdat deze aan de machine vasthaakt.
Cilindervergrendeling gebruiken
Cilindervergrendeling aanbrengen
  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, zorg ervoor dat de rijhendels in de Neutraalstand staan, breng de hopper volledig omhoog en schakel de machine uit.
  2. Graphic
    G538070
  3. Verwijder de borgpennen waarmee de cilindervergrendeling aan de machine is bevestigd.
  4. Graphic
    G324856s
  5. Schuif de cilindervergrendeling over de hefcilinderstang en bevestig deze met de borgpennen.
Cilindervergrendeling verwijderen en opslaan
Belangrijk  
Verwijder de cilindervergrendeling van de stang van de hefcilinder en vergrendel ze volledig in de opslagstand voordat u de machine bedient.
 
  1. Start de machine.
  2. Breng de hopper volledig omhoog.
  3. Verwijder de borgpennen waarmee de cilindervergrendeling is bevestigd.
  4. Graphic
    G539702.SVG
  5. Plaats de cilindervergrendeling op de stangen aan de binnenkant van het machineframe en bevestig ze met de borgpennen.
  6. Graphic
    G375954
  7. Breng de hopper omlaag.
  8. Schakel de machine uit.

Smering

Greasing the Machine
Model: 68140
Grease Type: General-purpose grease.
Opmerking: Remove the blue protection caps, if applicable, before greasing and replace when finished.
  1. Park the machine on a level surface.
  2. Shut off the machine.
  3. Clean the grease fittings with a rag.
  4. Connect a grease gun to each fitting.
    Graphic
    G563710
  5. Pump grease into the fittings until grease begins to ooze out of the fittings (approximately 3 pumps).
  6. Wipe up any excess grease.
De machine smeren
Model 68142
Type vet: vet voor algemene doeleinden.
Opmerking: Verwijder de blauwe beschermingsdoppen, indien van toepassing, vóór het smeren en vervang ze wanneer u klaar bent.
  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
  2. Schakel de machine uit.
  3. Reinig de smeernippels met een doek.
  4. Sluit een smeerpistool aan op elke smeernippel.
    Graphic
    G540405
    Graphic
    G540407
  5. Pomp vet in de nippels totdat er wat vet bij de nippels naar buiten komt (ongeveer 3 maal pompen).
  6. Veeg overtollig vet weg.

Elektrisch systeem onderhouden

Veiligheid van het elektrisch systeem
  • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool.
  • Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken en open vuur. Haal de oplader uit het stopcontact voordat u de accu aan- of loskoppelt. Draag beschermende kleding en gebruik geïsoleerd gereedschap.
  • Accuzuur is giftig en kan brandwonden veroorzaken. Voorkom contact met de huid, ogen en kleding. Bescherm uw gezicht, ogen en kleding als u werkzaamheden verricht aan de accu.
  • Accugassen kunnen ontploffen. Houd sigaretten, vonken en open vuur uit de buurt van de accu.
Onderhoud van de accu
Opmerking: De machine is uitgerust met 6 lithiumionaccu's.
Voer lithiumionaccu's af of recycle ze in overeenstemming met plaatselijke en nationale wetgeving. Vraag een erkende servicedealer om hulp als uw accu onderhoud nodig heeft.
De etiketten zijn de enige onderdelen van de accu die onderhoud van de gebruiker vereisen. Neem contact op met een erkende servicedealer voor hulp als u problemen ondervindt met een accu.
Onderhoud van de accu
Waarschuwing
De accu's staan onder een hoge spanning, die u kan verbranden of schokken kan geven.
  • Probeer de accu's niet te openen.
  • Wees uiterst voorzichtig bij het behandelen van een accu met een gebarsten behuizing.
  • Gebruik alleen de lader die ontworpen is voor de accu's.
 
De lithiumionaccus hebben voldoende spanning om de arbeid waarvoor ze bedoeld zijn gedurende hun levensduur uit te voeren.
Om uw accu's een maximale levensduur te geven en deze zo lang mogelijk te gebruiken, dient u de volgende richtlijnen te volgen:
  • Open de accu niet.
  • Stal/parkeer de machine in een schone, droge garage of stalruimte, vermijd direct zonlicht, hittebronnen, regen en vochtige omgevingen. Stal de machine niet op een plaats waar de temperatuur buiten het bereik vermeld in de Voorschriften voor het bewaren van de accu valt.
    Belangrijk  
    Temperaturen buiten deze limieten brengen schade toe aan uw accu's. Hoge temperaturen tijdens de stallingsperiode verkorten de levensduur van de accu, vooral als deze onder grote spanning staat.
     
  • Als u de machine gedurende langer dan 10 dagen wilt stallen, moet u de machine op een koele en droge plaats zetten, buiten het bereik van zonlicht, regen en vochtige omgevingen.
  • Als u de machine gebruikt in warme omstandigheden of in sterk, direct zonlicht, kunnen de accus oververhit raken. In dat geval verschijnt een temperatuurwaarschuwing op het display en de machine zal vertragen.
    Rijd de machine onmiddellijk naar een koele plaats buiten rechtstreeks zonlicht, schakel de machine uit en laat de accus volledig afkoelen voordat u terug aan het werk gaat.
Accu's opladen
Gevaar
Contact met water terwijl de machine opgeladen wordt, kan elektrische schokken veroorzaken en letsel of de dood tot gevolg hebben.
  • Raak de stekker niet aan als u natte handen hebt of in water staat.
  • Laad de accu's niet op in regen of in natte omgevingen.
 
Waarschuwing
Als het snoer van de lader beschadigd is, kan dat elektrische schokken of vuur veroorzaken.
Controleer het snoer van de lader grondig voordat u de machine gaat opladen. Als het snoer beschadigd is, mag u de machine niet opladen tot het snoer vervangen is.
 
Om het gevaar op een elektrische schok te verkleinen, is deze lader uitgerust met een geaarde stekker met 3 contacten (type B). Als de stekker niet past in het stopcontact, zijn er andere geaarde stekkers beschikbaar; neem contact op met een erkende servicedealer.
Verander nooit de stekker van de lader.
Belangrijk
Controleer het snoer van de lader regelmatig op gaten of scheuren in de isolatie. Een beschadigd snoer mag niet worden gebruikt. Laat het snoer niet door staand water of vochtig gras lopen.
 
Aanbevolen temperatuur voor opladen: 0° tot 45°C.
Belangrijk
Laad de accus alleen op bij temperaturen die binnen het aanbevolen temperatuurbereik liggen.
 
Opmerking: De lader werkt niet bij temperaturen die buiten het aanbevolen temperatuurbereik liggen.
  1. Parkeer de machine op het daartoe bestemde laadpunt.
  2. Zet de machine uit en verwijder het sleuteltje.
  3. Zorg ervoor dat de afkoppelschakelaar voor elektrisch onderhoud op Aan staat.
  4. Steek de stekker van de oplader in de machine.
  5. Steek het andere uiteinde van het oplaadsnoer in een geaard stopcontact.
  6. Observeer het display om er zeker van te zijn dat de accus aan het opladen zijn.
    Opmerking: Het display toont het laadpercentage en de stroomsterkte van de accu. Accus met een lagere spanning worden eerst opgeladen. Zodra ze de spanning van de andere accus hebben bereikt, worden alle accus tegelijkertijd opgeladen. De ventilator kan aan gaan terwijl de machine wordt opgeladen. Wanneer het opladen voltooid is, wordt het display uitgeschakeld.
  7. Wanneer de machine een voldoende hoog niveau heeft bereikt, haalt u de stekker van de oplader uit het stopcontact.
  8. Berg het snoer van de lader op in het opbergvak en sluit het deksel.
  9. Start de machine en controleer het laadniveau op het display.
Onderhoud van de lader
Belangrijk  
Elektrische herstellingen mogen alleen worden uitgevoerd door een erkende servicedealer.
 
De lader vereist weinig onderhoud. Hij moet enkel worden beschermd tegen beschadiging en de weerselementen.
  • Maak de het snoer van de lader telkens na gebruik schoon met een vochtige doek.
  • Rol het snoer op als u het niet gebruikt.
  • Controleer het snoer regelmatig op schade en vervang indien nodig met Toro-goedgekeurde onderdelen.

Aandrijfsysteem onderhouden

Onderhoud van de rupsbanden
De rupsbanden reinigen
  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, zet de rijhendels naar de vergrendelde neutraalstand, stel de parkeerrem in werking en breng de hopper omlaag.
  2. Schakel de machine uit, verwijder het sleuteltje en laat de machine afkoelen.
  3. Breng de zijde van de machine waar u aan gaat werken omhoog of ondersteun deze zodat de rupsband 7,6 cm tot 10 cm van de grond is.
  4. Gebruik een waterslang of een hogedrukreiniger om de rupsbanden te reinigen.
    Belangrijk  
    Gebruik alleen waterdruk voor het reinigen van de rupsbanden. De rest van de machine mag niet met een hogedrukreiniger behandeld worden. Gebruik geen hogedrukreiniging tussen de kettingwielaandrijving en de machine omdat de motorafdichtingen hierdoor beschadigd kunnen raken. Hogedrukreiniging kan het elektrische en hydraulische systeem beschadigen of de smering aantasten.
     
    Belangrijk
    Zorg ervoor dat u de wegwielen, het voorwiel en de kettingwielaandrijving grondig reinigt. De wegwielen moeten vrij kunnen draaien als deze schoon zijn.
     
    Graphic
    G543780
    1.  Voorwiel
    2.  Rupsband
    3.  Wegwiel
    4.  Tandwielaandrijving
De spanning van de rupsbanden controleren
  1. Plaats het lipje van het spangereedschap langs de achterste rand van de spanmoer , het andere uiteinde van het spangereedschap moet uitgelijnd zijn met de rand van de spanarm . Als de afstand niet juist is, moet u de spanning van de rupsbanden afstellen.
    Opmerking: Als het spangereedschap niet beschikbaar is, moet de afstand tussen de moer en de rand van de spanarm 7,1 cm zijn.
    Graphic
    G546674
De rupsband spannen
  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, zet de rijhendels naar de vergrendelde neutraalstand, stel de parkeerrem in werking en breng de hopper omlaag.
  2. Schakel de machine uit, verwijder het sleuteltje en laat de machine afkoelen.
  3. Reinig de rupsbanden met water onder hoge druk.
    Belangrijk  
    Gebruik alleen waterdruk voor het reinigen van de rupsbanden. De rest van de machine mag niet met een hogedrukreiniger behandeld worden. Gebruik geen hogedrukreiniging tussen de kettingwielaandrijving en de machine omdat de motorafdichtingen hierdoor beschadigd kunnen raken. Hogedrukreiniging kan het elektrische en hydraulische systeem beschadigen of de smering aantasten.
     
  4. Krik de machine op zodat de rupsbanden de grond niet meer raken.
  5. Reinig de tandwielaandrijving, het voorwiel en de wegwielen. De wegwielen moeten vrij kunnen draaien als deze schoon zijn.
  6. Verwijder de bout (¼x 1") , het afstandsstuk , en de moer .
  7. Draai de spanbout aan om de afstand tussen de spanmoer en de eindtangent van de spanbuis aan te passen totdat de afstand juist is.
  8. Lijn de dichtstbijzijnde inkeping in de spanbout uit met het boutgat en bevestig de spanbout met de bout (¼x 1"), het afstandsstuk en de moer.
    Graphic
    G546677
Rupsbanden vervangen
Een rupsband verwijderen
  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, zet de rijhendels naar de vergrendelde neutraalstand, stel de parkeerrem in werking en breng de hopper omlaag.
  2. Schakel de machine uit, verwijder het sleuteltje en laat de machine afkoelen.
  3. Breng de zijde van de machine waar u aan gaat werken omhoog of ondersteun deze zodat de rupsband 7,6 cm tot 10 cm van de grond is.
  4. Verwijder de bevestigingsbout voor de spanschroef.
    Graphic
    G546676
    1.  Voorwiel
    2.  Rupsband
    3.  Spanschroef en bevestigingsbout
    4.  Wegwiel
    5.  Tandwielaandrijving
  5. Verwijder de spanning van de aandrijving door de spanschroef rechtsom te draaien.
  6. Verwijder de rupsband aan de bovenkant van het voorwiel en trek de rupsband van het wiel terwijl u hem vooruit draait.
  7. Als de rupsband van het voorwiel af is, verwijdert u de band van de kettingwielaandrijving en de wegwielen.
  8. Controleer de conditie van de wielen. Als de wielen tekenen van slijtage vertonen, moet u ze nu vervangen.
Een rupsband monteren
  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, zet de rijhendels naar de vergrendelde neutraalstand, stel de parkeerrem in werking en breng de hopper omlaag.
  2. Schakel de machine uit, verwijder het sleuteltje en laat de machine afkoelen.
  3. Til de zijkant van de machine op waarin gewerkt moet worden en ondersteun deze.
    Graphic
    G546676
    1.  Voorwiel
    2.  Rupsband
    3.  Spanschroef en bevestigingsbout
    4.  Wegwiel
    5.  Tandwielaandrijving
  4. Begin bij de kettingwielaandrijving als u de nieuwe rupsband rond de aandrijving plaatst. Controleer of de aansluitpunten van de rupsband tussen de afstandsstukken op de aandrijving passen.
  5. Duw de rupsband onder de aansluitpunten en tussen de wegwielen.
  6. Begin onderaan het voorwiel en plaats de rupsband rond het wiel door de rupsband naar achteren te draaien terwijl u de aansluitpunten in het wiel drukt.
  7. De rupsbanden spannen.
  8. Laat de machine neer op de grond.
Specificaties voor aandrijfmotorolie
Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Type olie
Mobilube 1 SHC 75W-90
Inhoud
177,4 ml per tandwielkast
Changing the Drive-Motor Gear Oil
  1. Start the machine and drive it for 5 minutes.
    Opmerking: This warms the gear oil so that it drains better.
  2. Park the machine on a level surface so that a drain plug on the front motor is in the 6 oclock position.
  3. Graphic
    G543992
  4. Shut off the machine and remove the key.
  5. Remove the wheel drive.
  6. Place a drain pan under the drive motor.
  7. Graphic
    G543991
  8. Remove the check and drain plugs and allow the gear oil to drain.
  9. Install the drain plug.
  10. Remove the fill plug and fill the drive motor with gear oil until the oil starts dripping from the check hole.
  11. Install the fill and check plugs.
  12. Repeat the procedure for the other drive motor.
  13. Start the machine and drive it for a few minutes.
  14. Park the machine on a level surface so that a drain plug is in the 3 oclock position, shut off the machine, and remove the key.
  15. Remove the plug in the 3 oclock position and verify that the oil level is at the bottom of the oil-level check hole. Add oil as needed.
  16. Install the plug and torque plugs to 5 to 6 Nm (50 to 60 in-lb).

Onderhoud van de bedieningsorganen

De bedieningsorganen afstellen
De bedieningsorganen worden in de fabriek afgesteld voordat de machine wordt verzonden. Na vele bedrijfsuren moet u echter mogelijk de uitlijning van de tractiebediening, de neutraalstand van de tractiebediening en de sporing van de tractiebediening in de stand volledig vooruit opnieuw afstellen.
  1. Neem contact op met uw erkende servicedealer om de bedieningsorganen van uw machine af te stellen.

Onderhoud van het hydraulische systeem

Specificaties hydraulische vloeistof
Model
Type hydraulische vloeistof
Inhoud van hydraulisch systeem
68140
Mobil ATF Dexron
3,40 liter
68142
Mobil ATF Dexron
4,90 liter
Hydraulische vloeistof controleren
Model 68140
Belangrijk  
Gebruik altijd de juiste hydraulische vloeistof. Vloeistoffen voor algemeen gebruik brengen schade toe aan het hydraulische systeem.
 
Opgelet
De hydraulische ontluchtings-/vuldop is ontworpen om het reservoir op een druk van 34 kPa (0,3 bar) te brengen.
Draai de dop traag los om letsel te voorkomen wanneer u olie bijvult of werkt aan het hydraulische systeem. Gebruik een sleutel op de zeskant direct onder de dop.
 
    Graphic
    G540410
  1. Draai de hopper, zet hem in stortstand , en plaats de cilindervergrendeling.
  2. Schakel de machine uit, verwijder het sleuteltje en laat de machine afkoelen.
  3. Til het deksel van de hydraulische opslagruimte op.
  4. Reinig de omgeving van de vulbuis van de hydraulische tank.
  5. Verwijder de dop van de vulbuis.
  6. Veeg de peilstok af met een schone doek en steek hem in het reservoir zonder hem erin te schroeven.
  7. Haal de peilstok eruit en controleer het oliepeil.
    Het vloeistofpeil moet tussen de markeringen op de peilstok staan.
  8. Als het peil te laag staat, vult u vloeistof bij tot het correcte peil.
  9. Breng de dop van de vulbuis aan.
Hydraulische vloeistof controleren
Model 68142
Belangrijk  
Gebruik altijd de juiste hydraulische vloeistof. Vloeistoffen voor algemeen gebruik brengen schade toe aan het hydraulische systeem.
 
Opgelet
De hydraulische ontluchtings-/vuldop is ontworpen om het reservoir op een druk van 34 kPa (0,3 bar) te brengen.
Draai de dop traag los om letsel te voorkomen wanneer u olie bijvult of werkt aan het hydraulische systeem. Gebruik een sleutel op de zeskant direct onder de dop.
 
    Graphic
    G558138
  1. Breng de hopper omhoog, stort hem leeg en plaats de veiligheidsvergrendeling.
  2. Schakel de machine uit, verwijder het sleuteltje en laat de machine afkoelen.
  3. Reinig de omgeving van de vulbuis van de hydraulische tank.
  4. Graphic
    G539825
  5. Verwijder de dop van de vulbuis.
  6. Veeg de peilstok af met een schone doek en steek hem in het reservoir zonder hem erin te schroeven.
  7. Haal de peilstok eruit en controleer het oliepeil.
    Het vloeistofpeil moet tussen de markeringen op de peilstok staan.
  8. Als het peil te laag staat, vult u vloeistof bij tot het correcte peil.
  9. Breng de dop van de vulbuis aan.
Hydraulische vloeistof verversen
Model 68140
Opgelet
De hydraulische ontluchtings-/vuldop is ontworpen om het reservoir op een druk van 34 kPa (0,3 bar) te brengen.
Draai de dop traag los om letsel te voorkomen wanneer u olie bijvult of werkt aan het hydraulische systeem.
 
  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de machine uit.
  2. Verwijder het inspectieluik.
    Graphic
    G539704
  3. Draai de dop van de hydraulische tank traag los.
  4. Plaats een grote opvangbak onder de aftapplug die zich aan de onderkant van hydraulische tank bevindt.
  5. Verwijder de aftapplug zodat de olie in de opvangbak kan lopen.
  6. Monteer de aftapplug en draai deze vast.
    Opmerking: Geef de oude olie af bij een erkend inzamelcentrum.
  7. Draai de aftapplug vast met een torsie van 1,1 tot 1,4 N·m.
  8. Monteer het inspectieluik.
  9. Vul de hydraulische tank met de voorgeschreven vloeistof.
  10. Plaats de dop terug.
Hydraulische vloeistof verversen
Model 68142
Opgelet
De hydraulische ontluchtings-/vuldop is ontworpen om het reservoir op een druk van 34 kPa (0,3 bar) te brengen.
Draai de dop traag los om letsel te voorkomen wanneer u olie bijvult of werkt aan het hydraulische systeem.
 
  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de machine uit.
  2. Verwijder het inspectieluik.
  3. Draai de dop van de hydraulische tank traag los.
  4. Graphic
    G540403
  5. Plaats een grote opvangbak onder de aftapplug die zich aan de onderkant van hydraulische tank bevindt.
  6. Verwijder de aftapplug zodat de olie in de opvangbak kan lopen.
  7. Monteer de aftapplug en draai deze vast.
    Opmerking: Geef de oude olie af bij een erkend inzamelcentrum.
  8. Draai de aftapplug vast met een torsie van 1,1 tot 1,4 N·m.
  9. Monteer het inspectieluik.
  10. Vul de hydraulische tank met de voorgeschreven vloeistof.
  11. Plaats de dop terug.
Hydraulisch filter vervangen
Model 68140
Belangrijk  
Gebruik geen filter voor motorolie omdat dit ernstige schade aan het hydraulische systeem kan veroorzaken.
 
  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, schakel de machine uit en laat ze afkoelen.
  2. Plaats een opvangbak onder het filter en vervang het:
    Graphic
    G539704
    Graphic
    g376169s
  3. Neem gemorste vloeistof op.
  4. Start de machine en laat deze 2 minuten lopen om lucht uit het systeem te verwijderen.
  5. Schakel de machine uit en controleer op lekkages.
  6. Controleer het peil van de vloeistof in de hydraulische tank.
Hydraulisch filter vervangen
Model 68142
Belangrijk  
Gebruik geen filter voor motorolie omdat dit ernstige schade aan het hydraulische systeem kan veroorzaken.
 
  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, schakel de machine uit en laat ze afkoelen.
  2. Plaats een opvangbak onder het filter en vervang het filter, zoals getoond:
    Graphic
    G540404
    Graphic
    g376169s
  3. Neem gemorste vloeistof op.
  4. Start de machine en laat deze 2 minuten lopen om lucht uit het systeem te verwijderen.
  5. Schakel de machine uit en controleer op lekkages.
  6. Controleer het peil van de vloeistof in de hydraulische tank.
Hydraulische leidingen controleren
  1. Controleer de hydraulische leidingen op lekkages, losgeraakte aansluitingen, kinken, loszittende steunen, slijtage en beschadiging. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt.

Reinigen

Vuil verwijderen
  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, zet de machine af en verwijder het sleuteltje.
  2. Verwijder vuil van de machine.
    Belangrijk  
    Het is beter om het vuil eruit te blazen dan het eruit te wassen. Als u toch water gebruikt, zorg er dan voor dat er geen water in de buurt van het elektrische en het hydraulische systeem komt.
    Maak de elektrische connectors schoon met perslucht; gebruik geen contactreiniger.
     
De machine schoonmaken
Doe het volgende wanneer u de machine reinigt met een hogedrukreiniger:
  • Draag geschikte beschermende uitrusting voor de hogedrukreiniger.
  • Laat alle beveiligingen op hun plaats zitten.
  • Vermijd spuiten op elektronische onderdelen.
  • Vermijd spuiten op de randen van stickers.
  • Spuit enkel op de buitenkant van de machine. Spuit niet rechtstreeks in openingen in de machine.
  • Spuit enkel op de vuile delen van de machine.
  • Gebruik een spuitdop van 40 graden of meer. Spuitdoppen van 40 graden zijn meestal wit.
  • Hou het uiteinde van de hogedrukreiniger minstens 61 cm verwijderd van het oppervlak dat gereinigd wordt.
  • Gebruik enkel hogedrukreinigers met een druk onder 137,89 bar en een debiet onder 7,6 liter per minuut.
  • Vervang afpellende of beschadigde stickers.
  • Smeer alle smeerpunten na het schoonmaken.

 
 
 
Opslag
 

Veiligheid tijdens opslag

Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking (indien van toepassing), schakel de machine uit en verwijder het sleuteltje. Wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen en laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht.

De machine klaarmaken voor opslag voor meer dan 30 dagen

  1. Parkeer de machine op een vlakke ondergrond en breng de hopper omlaag.
  2. Zet de machine uit en verwijder het sleuteltje.
  3. Verwijder vuil en roet van de volledige machine.
  4. De machine smeren.
  5. Controleer alle bevestigingen en draai deze vast. Repareer of vervang versleten, beschadigde en ontbrekende onderdelen.
  6. Werk alle krassen of afgebladderde metaaloppervlakken bij met lak die verkrijgbaar is bij uw erkende servicedealer.
  7. Sla de machine in een schone, droge garage of opslagruimte op. Verwijder het sleuteltje en bewaar het op een plaats die u makkelijk kunt onthouden.
  8. Dek de machine af om deze te beschermen en schoon te houden.

Voorschriften voor het bewaren van de accu

Opmerking: U hoeft de accu's niet te verwijderen uit de machine voor opslag.
Temperatuurlimieten voor opslag
Opslagtemperatuur
Passende opslagtijd
45 ° tot 55 °C
1 week
25 ° tot 45 °C
3 weken
-20 °C tot 25 °C
52 weken
Belangrijk
Temperaturen buiten deze limieten brengen schade toe aan uw accu's.
De temperatuur waarin de accu's worden bewaard heeft invloed op de levensduur ervan. Langdurige opslag bij extreme temperaturen verkort de levensduur van de accu. Bij temperaturen boven 25 °C mag de machine slechts gedurende de in de tabel aangegeven tijd worden opgeslagen.
 
  • Voordat u de machine stalt, moet u de accu's laden of ontladen tussen 40% en 60% van de maximale spanning (54,3 tot 57,3 V).
    Opmerking: Een 50% geladen accu verzekert een maximale levensduur. Laadt u de accu's voor 100% op voordat u deze gaat stallen, dan verkort de levensduur.
    Verwacht u de machine voor langere tijd te stallen, laad de accu's dan voor ongeveer 60%.
  • Na elke stallingsperiode van 6 maanden moet u het laadniveau van de accu controleren en zorgen dat dit 40 tot 60% bedraagt. Is het laadniveau onder de 40% gezakt, laad de accu dan op tot 40 à 60%.
  • U kunt een multimeter gebruiken om het laadniveau van een uitgeschakelde machine te controleren. In de volgende tabel ziet u welke spanning overeenkomt met welk laadniveau.
    Spanning
    Laadniveau
    54,3V
    40%
    55,4V
    50%
    57,3V
    60%
  • Nadat de accus zijn opgeladen, dient u de stekker van de lader uit het stopcontact te halen tijdens opslag . Anders gaan de accu's sneller leeglopen.
  • De machine en de lader worden uitgeschakeld nadat de accu's volledig opgeladen zijn. De lader zal niet opnieuw worden ingeschakeld tenzij hij losgekoppeld wordt en opnieuw wordt aangesloten.

 
 
 
Problemen oplossen
 

De machine drijft niet aan.
Mogelijke oorzaak
Corrigerende maatregel
De machine is langer dan 30 seconden inactief geweest en staat in stand-bymodus.
  1. Duw op de schakelaar voor het activeren van de tractie.
De machine is langer dan 5 minuten inactief geweest en werd uitgeschakeld.
  1. Herstart de machine.
Eén of meer van de elektrische aansluitingen zitten los.
  1. Controleer losse aansluitingen en zet ze vast.
De machine start niet.
Mogelijke oorzaak
Corrigerende maatregel
De accus moeten worden opgeladen.
  1. Controleer het display voor de accustatus.
  2. De machine opladen.
De afkoppelschakelaar van de accu staat op Uit.
  1. Zet de afkoppelschakelaar van de accu op Aan.
De accus van de machine laden niet op.
Mogelijke oorzaak
Corrigerende maatregel
De afkoppelschakelaar voor elektrisch onderhoud staat op Uit.
  1. Draai de afkoppelschakelaar voor elektrisch onderhoud op Aan.
De stekker van het oplaadsnoer is niet volledig ingestoken.
  1. Zorg ervoor dat beide zijden van het oplaadsnoer volledig zijn aangesloten.
De lader is kapot.
  1. Neem contact op met een erkende servicedealer.
De hopper werkt niet goed.
Mogelijke oorzaak
Corrigerende maatregel
De hydraulische vloeistof is bijna op.
  1. Hydraulische vloeistof controleren.
Er zit lucht in het hydraulische systeem.
  1. Ontlucht het hydraulische systeem.
De sensor werkt niet goed.
  1. Stel de sensor af op 8 mm boven de montagebeugel.
  2. Controleer of de sensor kapot is.
De kabel zit los of is niet aangesloten.
  1. Controleer de elektrische aansluitingen.
  2. De schakelaar is kapot. Neem contact op met een erkende servicedealer.
Het hydraulische systeem is beschadigd.
  1. Neem contact op met een erkende servicedealer.